Direct naar artikelinhoud
Opinie

'We hebben de flankpartijen met hun onverzoenlijke instelling groot gemaakt'

Het is hoog tijd voor eerherstel van het politieke midden, schrijft John Jansen van Galen. Door te stemmen op de flankpartijen zitten we nu met de gebakken peren.

'We hebben de flankpartijen met hun onverzoenlijke instelling groot gemaakt'
Beeld Sjoerd van Leeuwen

Ik heb spijt van de stem die ik op 15 maart uitbracht. Voor het eerst van mijn leven stemde ik op de Partij voor de Dieren. Niet omdat ik een sentimentele poezengek ben, maar omdat ik vond dat het milieubeleid, ook dat van GroenLinks, wel wat peper in de reet kon ­gebruiken en ik daartoe wou aansporen.

Zo ­redeneren veel mensen: ze stemmen op de SP omdat de PvdA niet links genoeg is, op de ChristenUnie omdat bij het CDA het christelijk gedachtegoed verwaterde, op de PVV om Rutte te pressen paal en perk te stellen aan de immigratie.

Verkiezingen lijken een gelegenheid geworden om eens even stevig te zeggen waar het ­volgens jou op staat en om de hoge heren in Den Haag een poepje te laten ruiken.

Daardoor krijgen de antisysteempartijen de wind in de rug en blijft er voor het midden weinig over. Te weinig, zoals we nu zien, om een regering te vormen met een groot en stabiel draagvlak in de volksvertegenwoordiging.

GroenLinks buitenspel
Mijn stem ging min of meer verloren. Dat GroenLinks er helemaal niet aan te pas zou ­komen, had ik niet voorzien. Aan de eerder ­gesloten akkoorden die de kabinetten-Rutte redden, deed GroenLinks loyaal mee, en dat verwachtte ik opnieuw.

Maar Jesse Klaver zette zijn partij buitenspel en staat nu aan de zijlijn te roepen dat 'rechts Nederland zijn vingers aflikt' bij het kabinet-Rutte III, dat er niet is 'voor gewone mensen', maar 'voor het grote geld'. Dat klinkt als het grote gelijk en niet alsof zijn partij zich opnieuw coöperatief zal opstellen. 

Sinds het verzaken van GroenLinks was er nog maar één optie: een centrumrechtse coalitie van vier partijen. Zo bekeken is het nog een wonder wat ze aan regeerakkoord bij elkaar ­gespijkerd hebben. Maar de toon van het electoraat is meteen al vijandig.

Zelfs in het oer­katholieke Tubbergen, waar driekwart van de inwoners op de nieuwe coalitie stemde, spreken ze volgens de Volkskrant alweer grimmig van 'te veel plakwerk' en 'een samengeraapt zooitje'. Het voordeel van de twijfel wordt ­politici vandaag niet meer gegund. 

Het besef van een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid ontbreekt: wij hebben als burgers met ons collectieve stemgedrag deze toestand immers zelf geschapen. We hebben de flankpartijen met hun onverzoenlijke instelling groot gemaakt en de gematigde middenpartijen allengs laten verpieteren. En nu zitten we met de gebakken peren. 

Afgelopen weekeinde publiceerde Maurice de Hond een onderzoek, waaruit blijkt hoe massaal (met Noord-Koreaans aandoende percentages van tegen de 100) de aanhang van PVV, SP, 50Plus en Forum voor Democratie gekant is tegen allerlei beleidsvoornemens van het aanstaande kabinet.

De meeste van die maatregelen hebben volgens I&O Research de instemming van een kwart van de bevolking. Het midden kan de toekomst niet in vol vertrouwen tegemoet zien.

Gespeelde woede
Toch moeten we het daarvan hebben: van partijen die bereid zijn verantwoordelijkheid te dragen en daartoe water bij de wijn te doen. De retoriek van Thierry Baudet en de gespeelde woede van Henk Krol mogen aantrekkelijk zijn, voor het behartigen van het landsbelang schiet je er niets mee op. Op onverzoenlijkheid lijdt onze samenleving nog eens schipbreuk.

John Jansen van Galen is schrijver en journalist.Beeld anp

Het is hoog tijd voor eerherstel van het midden. Daartoe moeten allereerst de politici die zich daar positioneren fier de cultuur van het overleg en het daaruit voortvloeiende compromis uitdragen en verdedigen. 

Maar bovendien dienen de commentatoren en beschouwers van het politieke bedrijf zich te realiseren dat zij de toon zetten voor het klimaat waarin het publiek dit beoordeelt. 

Beetje saai
Te vaak hoor je men in de media smalend doen over het 'compromisme' (volgens Ewald Engelen) en het 'gepolder', waarmee men in Den Haag tot gezamenlijk beleid tracht te komen. Zelden, ook nu niet, oogst men daar lof voor het feit dat men ondanks alle tegenstellingen tot elkaar wist te komen. 

De stemmen uit het persvak noemen het toch 'slappe was', of 'valse pretenties', zoals Tom-Jan Meeus in NRC.

En ja, dan moet ik mijzelf ook voornemen de volgende keer op een weinig romantische, liefst een beetje saaie partij te stemmen die in het algemeen belang haar eigen bestaan op het spel durft te zetten, bijvoorbeeld door deelname aan Rutte III.

Lees ook: Dit zijn de belangrijkste punten uit het regeerakkoord

Zelden, ook nu niet, oogst men lof voor het feit dat men tot elkaar wist te komen ondanks alle tegenstellingen