Direct naar artikelinhoud

Aantal vrouwen voor de klas blijft stijgen

Aantal vrouwen voor de klas blijft stijgen
Beeld ANP

Het aandeel vrouwen in het basisonderwijs blijft stijgen, en daarmee het aantal deeltijdbanen. Dat wringt met het oog op het lerarentekort.

Het aandeel vrouwen in het basisonderwijs stijgt nog verder, blijkt uit de nieuwe ‘Onderwijsatlas primair onderwijs’. Vorig jaar was 84 procent van het personeel vrouw, drie jaar eerder was dat 82 procent. Ook het aantal deeltijdbanen loopt verder op: ruim de helft van het basisschoolpersoneel werkt vier dagen of minder. Vooral vrouwen tussen de 35 en 55 jaar werken in deeltijd (zie grafiek).

Dat veel vrouwen kiezen voor een deeltijdbaan, wijt Ton Groot Zwaaftink deels aan de hoge werkdruk. “Het is best zwaar”, zegt de voorzitter van Arbeidsmarktplatform PO, de organisatie die de atlas maakt. In zijn optiek mag het niet zo zijn dat mensen minder gaan werken vanwege de te hoge werkdruk. 

Het grote aantal deeltijdbanen in het basisonderwijs wringt met het oog op het oplopende lerarentekort. Doordat er minder afgestudeerden van de Pabo komen en veel oudere leraren de komende jaren met pensioen gaan, loopt het tekort volgens de Onderwijsatlas op tot zo’n 6000 voltijdsbanen in 2022. De grootste problemen dreigen te ontstaan in de Randstad, de Gelderse Vallei en Groningen.

Een halve dag extra

Het lerarentekort is in theorie op te lossen als alle basisschoolleraren gemiddeld een halve dag extra zouden werken, zegt Frank Cörvers, hoogleraar onderwijsarbeidsmarkt aan de Universiteit Tilburg. Maar om leraren daartoe te verleiden ‘moet je er flink tegenaan’. "Een oplossing kan zijn om de uren van de vijfde dag met vijftig procent meer salaris te honoreren. Zo compenseer je enerzijds de fulltimers voor de hoge werkdruk, anderzijds verleid je mensen om meer te gaan werken.”

De PO-raad, de koepelorganisatie van basisscholen, noemt het een ‘illusie’ dat het lerarentekort verdwijnt door deeltijdwerkers te vragen om meer uren te maken. “Dat is vooral een kortetermijnoplossing”, zegt een woordvoerder. “Het is belangrijk om ook te kijken naar langetermijnoplossingen. We zullen het vak aantrekkelijker moeten maken. Dat kan onder meer door de salarissen te verhogen en te zorgen voor minder werkdruk.”

Meer mannen

Met een hoger salaris komen er ook meer mannen voor de klas, denkt Cörvers. Het stijgende aantal vrouwen in het basisonderwijs komt volgens hem ook doordat een hoog salaris voor hen vaak minder belangrijk is. “Mannen bluffen meer en kunnen harder onderhandelen. Vrouwen moeten zich niet te bescheiden opstellen. Het is stereotype, maar wie zijn de roergangers van PO in Actie (organisatie achter de lerarenstaking, red)? Juist, twee mannen. Dat is geen toeval.”

In de Randstad hebben mannen meer mogelijkheden om buiten het onderwijs een baan te vinden
Frank Cörvers

Om diezelfde reden is het volgens Cörvers geen toeval dat in Noord- en Zuid-Holland relatief de meeste vrouwen voor de klas staan (ruim 88 procent). “In de Randstad hebben mannen meer mogelijkheden om buiten het onderwijs een baan te vinden”, zegt hij. “In het basisonderwijs verschillen de salarissen tussen mannen en vrouwen niet zo, maar in andere sectoren krijg mannen vaak beter betaald. Mannen hebben dus meer te winnen bij een overstap."

Voor de kinderen en de kwaliteit van het onderwijs maakt het overigens niets uit dat er zoveel meer vrouwen in het onderwijs werken dan mannen, benadrukt hij. "Het lijkt tegenwoordig een maatschappelijke voorkeur dat we een evenwichtige verdeling van mannen en vrouwen in alle beroepsgroepen moeten hebben. Ik maak me daar niet zo druk over, omdat er geen bewijs is dat vrouwelijke docenten niet goed zouden zijn."