Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Politie, recht en criminaliteit

Paul Cliteur is getuige voor Wilders

Strafzaak Maandag begint de ‘minder, minder’-strafzaak. Volgens Cliteur moeten mensen als Wilders juist verdedigd worden tegen vervolging.

PVV-leider Geert Wilders moet maandag weer voor de rechter verschijnen om zijn ‘minder, minder’-uitspraak.
PVV-leider Geert Wilders moet maandag weer voor de rechter verschijnen om zijn ‘minder, minder’-uitspraak. Foto Bart Maat/ANP

De Haagse rechtbank heeft de hoogleraren Paul Cliteur en Tom Zwart opgeroepen om volgende week donderdag en vrijdag als getuige-deskundigen te worden gehoord in de strafzaak tegen Geert Wilders, partijleider van de PVV. Het horen van deze twee rechtsgeleerden als getuige à décharge is door Wilders zelf verzocht. Dit is door verscheidene bronnen bevestigd aan NRC.

Volgens de Leidse rechtsgeleerde en filosoof Paul Cliteur is de berechting van politicus Geert Wilders wegens discriminatie „zeer zorgwekkend” en te vergelijken met eerdere vervolgingen van actrice Brigitte Bardot en de schrijvers Oriana Fallaci en Michel Houellebecq. Volgens hem is er sprake van „een heel nieuw cultureel fenomeen” in het justitiële handelen ten aanzien van mensen zoals Wilders. Cliteur maakt zich naar eigen zeggen grote zorgen over het vervolgingsbeleid en zal daarover tijdens de strafzaak verklaren. Het proces Wilders begint maandag.

„Europese natiestaten zijn bezig met de vervolging van mensen die religiekritiek en vreemdelingenvrees hebben. Er zou eens goed over moeten worden nagedacht of dit eigenlijk wel moet gebeuren”, zegt Cliteur desgevraagd. Het is „maar zeer de vraag of het opportuun is mensen te vervolgen die ook al target zijn van terroristische organisaties”. Volgens hem past het de overheid juist mensen beter te beschermen die na gebruikmaking van de vrijheid van expressie ernstig worden bedreigd.

Met zijn getuigenverklaring neemt Cliteur een voorschot op de presentatie van zijn boek Bardot, Fallaci, Houellebecq en Wilders dat over twee weken verschijnt. Bardot werd veroordeeld voor discriminatie wegens het aanwakkeren van rassenhaat na kritiek op moslims. Fallaci werd ook vervolgd wegens kritiek op islamitisch extremisme. Houellebecq werd eveneens vervolgd na kritiek op de islam, en vrijgesproken.

De Haagse rechtbank zal volgende week nog een getuige-deskundige horen, Tom Zwart, hoogleraar mensenrechten in Utrecht. Hij liet tegenover Vrij Nederland al eerder weten van mening te zijn dat Wilders niet behoort te worden vervolgd wegens zijn opvattingen. „Strafrechtelijke binnendoortjes om Wilders te corrigeren zijn niet de oplossing”, aldus Zwart. Hij verwerpt de opvattingen van de PVV-leider, maar vindt dat het debat over diens meningen niet in de rechtszaal moet worden gevoerd. „We hebben gekozen voor een democratie en dat betekent dat je elkaar bestrijdt met woorden en argumenten en niet met dagvaardingen en pleitnota’s.”

Voor het proces zijn drie weken uitgetrokken. Het Openbaar Ministerie begint met het requisitoir op maandag 14 november. Het OM heeft de rechtbank geadviseerd de financiële claims van ieder 500 euro die een veertigtal mensen tegen Wilders als slachtoffer hebben ingediend, af te wijzen. De rechtbank had justitie om advies gevraagd. Het OM meent dat schadevergoeding alleen kan worden toegewezen aan mensen die „rechtstreeks schade” hebben geleden. Het moet dan gaan om discriminatoire uitlatingen die direct tot een persoon zijn gericht. Het beledigen van Marokkanen geeft niet alle Marokkanen het recht een claim in te dienen.

De rechtbank hoeft het advies niet te volgen. Eerder deze maand heeft de Haagse rechtbank alle zogeheten preliminaire verweren afgewezen die advocaat Geert-Jan Knoops aanvoerde tegen het houden van een proces. De rechtbank meent dat aan „volksvertegenwoordigers een ruime uitingsvrijheid moet worden gegund”, maar dat politici ook gezien hun „belangrijke maatschappelijke functie moeten vermijden in hun openbare uitingen intolerantie te voeden”. Het vonnis volgt waarschijnlijk half december.