Volgens hem is door de inzet van de ordediensten 'het illegale referendum onmogelijk gemaakt'. Millo haalde wel uit naar de Catalaanse politie, de Mossos d’Esquadra, omdat die ondanks een bevel uit Madrid toch niet waren tussengekomen om stembureaus te sluiten.

'Het enige doel was om te verzekeren dat het illegale referendum niet zou plaatsvinden en dat het Spaanse en Catalaanse volk zouden kunnen blijven samenleven, in vrede en vrijheid, zoals de afgelopen veertig jaar (...) Het referendum heeft niet plaatsgevonden. We zullen niet aanvaarden dat een regering die door een radicale minderheid gegijzeld wordt, zijn ideeën aan de samenleving oplegt'. Het Grondwettelijk Hof had eerder al de organisatie van het referendum in Catalonië verboden.

Bij de start van het referendum omstreeks 9 uur doken op sociale media beelden op van Spaanse agenten in gevechtsuitrusting die op verschillende plaatsen in Barcelona, en in Girona, stembussen in beslag namen en kiezers verhinderden om de stemlokalen binnen te gaan. Maar de Catalaanse politie, de Mossos d’Esquadra, hield zich opvallend afzijdig, ondanks de orders die ze hadden gekregen om de opening van de stembureaus te verhinderen.

Omstreeks 11 uur doken dan de eerste beelden op over rellen en de inzet van rubberen kogels door de politie. Volgens Millo viseert die 'het stemmateriaal en niet de mensen'.

Ook de Catalaanse regering kreeg ervan langs van Millo: hij verweet hen 'ongelofelijke onverantwoordelijkheid'. Hij hekelde ook het feit dat de separatisten de spelregels nog op het laatste moment hebben gewijzigd, door de Catalanen toe te laten overal te gaan stemmen en niet alleen in het bureau dat op hun stembrief staat.