Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Politiek

Minister Hennis op de valreep wellicht nog in de problemen

Vredesmissie Mali Eerdere incidenten bij de krijgsmacht brachten minister Hennis nooit in de problemen. Maar dit keer kan het anders aflopen.

Minister van Defensie Jeanine Hennis-Plasschaert tijdens een bezoek in februari dit jaar aan de Nederlandse troepen in Mali.
Minister van Defensie Jeanine Hennis-Plasschaert tijdens een bezoek in februari dit jaar aan de Nederlandse troepen in Mali. Foto Evert-Jan Daniels/ANP

Het rapport is „hard aangekomen” bij Jeanine Hennis-Plasschaert, maar aan opstappen denkt de minister van Defensie absoluut niet. „Het zou makkelijk zijn om te denken: na mij de zondvloed.”

Vijf jaar lang wist Hennis (VVD) zich staande te houden op een van de lastigste departementen aan het Binnenhof. Het ministerie van Defensie kraakt onder decennialange bezuinigingen en staat bekend om de eigenzinnige, moeilijk te veranderen bedrijfscultuur. De reputatie van menig politicus ging er aan gruzelementen.

Hennis bleef al die jaren overeind, maar een paar weken voor het einde van de kabinetsformatie kan ze alsnog in serieuze politieke problemen komen. Donderdag velde de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) een snoeihard oordeel over een mortierincident in Mali: vorig jaar kostte een voortijdig ontplofte granaat twee Nederlandse militairen bij de VN-missie aldaar het leven. Volgende week moet Hennis zich erover verantwoorden in een debat met de Tweede Kamer.

Volgens de OVV is Defensie „ernstig tekortgeschoten”, zowel wat de veiligheid van granaten als de zorg voor militairen betreft. Het rapport stelt dat „het belang van munitieveiligheid en goede medische voorzieningen ondergeschikt is geraakt aan de voortgang van de missie in Mali.” De falende mortieren werden door Defensie in gebruik genomen ondanks een negatief advies van een expert. Bovendien voldeed een Togolees VN-ziekenhuis in Mali waar een gewonde militair werd verzorgd, „niet aan de Nederlandse militaire richtlijnen.”

Lees ook: OVV: Defensie schoot “ernstig tekort” bij incident Mali

Hennis onderschrijft niet alle conclusies van de OVV. Volgens haar is het niet waar „dat er ondeugdelijke mortiergranaten naar Mali zijn gestuurd die niet beproefd waren, we hebben in Afghanistan meer dan 25.000 mortieren verschoten zonder noemenswaardige problemen”. Ze deelt wel „de grote zorgen over het veiligheidsbewustzijn” van militairen en neemt de aanbevelingen van de OVV over.

Pang pang pang

Het is niet de eerste keer dat Hennis geconfronteerd wordt met de tekortschietende veiligheid in haar organisatie. Vorig jaar kwam een sergeant om het leven bij een ongeluk op een schietbaan in Ossendrecht. Defensie worstelt ook al jaren met problemen rond materieel. Symbolisch daarvoor werden de woorden ‘pang pang pang’: volgens een vakbond moeten soldaten wegens gebrek aan munitie bij schietoefeningen zelf hun knalgeluiden simuleren.

Lees ook het interview met OVV-voorzitter Tjibbe Joustra: ‘Voortgang missie in Mali woog zwaarder dan veiligheid militairen’

In de afgelopen vijf jaar kwamen er meer gevoelige kwesties op Hennis’ pad. Denk aan het gebruik van de kankerverwekkende Chroom 6-verf bij de krijgsmacht en de loslippigheid van haar collega-minister Ronald Plasterk over het verzamelen van metadata door de veiligheidsdiensten. Steeds wist Hennis de politieke schade te beperken dankzij een combinatie van behoedzaamheid en charme.

De ‘kwestie-Mali’ is anders. Deze keer valt het ongeluk met de granaat volledig onder haar verantwoordelijkeid, benadrukt ook de OVV. De missie in Mali was weliswaar een wens van het ministerie van Buitenlandse Zaken, maar werd opgetuigd door Defensie. Hennis had op de rem kunnen trappen als ze haar organisatie niet in staat had geacht tot zo’n operatie.

Vernietigende onderzoeken zijn politiek gezien altijd ongewenst, maar het rapport van de OVV treft Hennis op een ongelukkig moment. Ze geldt binnen de VVD als een oogappel van premier Rutte, misschien zelfs wel als toekomstig partijleider. Dat ze opnieuw minister wordt in het aanstaande kabinet-Rutte III, lijkt al sinds het begin van de kabinetsformatie een uitgemaakte zaak. Onlangs zei Hennis op de radio: „Het zou me verbazen als het niet zo is.” Volgens betrokkenen zou ze haar oog hebben laten vallen op Buitenlandse Zaken.

Niet aftreden maar optreden

Net nu de formerende partijen toekomen aan het verdelen van de kabinetsposten, kan Hennis een lelijke kras oplopen. Er zijn nog geen signalen dat de toekomstige coalitiepartners CDA, D66 en ChristenUnie haar zullen laten vallen, al was het maar omdat zoiets de verhoudingen in de aanstaande coalitie danig zou verstoren. Maar ook een oppositie die de vertrouwensvraag stelt in een stekelig debat, kan haar positie verzwakken.

Zover is het nog niet. Premier Rutte laat weten Hennis volledig te steunen. Zelf haalde ze een politieke klassieker van stal: ze wil „niet aftreden maar optreden”.