Eind 2013 werd de looneis van vakbond FNV van 3 procent door de werkgevers in het midden- en kleinbedrijf nog weggezet als "cynisch".
Met de "torenhoge kosten" voor ondernemers kon loonsverhoging van die proporties bedrijven wel eens over de rand duwen, zo klonk het.
Amper een jaar later kreeg de PvdA de handen ook niet op elkaar in de Kamer met een pleidooi voor meer salaris. De VVD vond een gematigde loonontwikkeling destijds juist gunstig voor de concurrentiepositie van Nederland.
De timing was ook riskant. Nederland was nog maar net bekomen van de crisis, bedrijven moesten eerst financieel gezond worden en hun financiële buffers aanvullen.
Maar naarmate de economische groei verder aantrok, werd de roep om loonsverhoging steeds luider. Met de PvdA en de vakbonden kwam die roep alleen lang uit de voorspelbare hoek.
Omslag
Dat veranderde in het najaar van 2016 toen de Rabobank een rapport publiceerde over de loonontwikkeling in deze eeuw.
De bank keek daarbij specifiek naar welk deel van de economie naar de lonen van werknemers en zelfstandigen gaat: de arbeidsinkomensquote, of aiq.
De Rabobank becijferde dat sinds 2000 de arbeidsproductiviteit sneller is gestegen dan het loon. Met andere woorden: de waarde die werknemers per uur toevoegen, is harder gestegen dan de arbeidskosten per uur voor werkgevers.
Er is sprake van een "langjarig achterblijvende beloning van werknemers" en dat kan ruim 5 procent hogere lonen opleveren, concludeerde de Rabobank.
Dat was tegen het zere been van de werkgevers, maar koren op de molen voor werknemersorganisaties.
Bovendien konden de vakbonden in de lonendiscussie inmiddels rekenen op steun van Jeroen Dijsselbloem (scheidend minister van Financiën), Klaas Knot (De Nederlandse Bank) en Christine Lagarde (Internationaal Monetair Fonds). Zo groeide the usual suspects uit tot een gerenommeerd gezelschap.
Ruimte
Het Centraal Planbureau - ook al pleitbezorger voor meer salaris - onderbouwde in zijn jongste raming dat de loonontwikkeling in Nederland gematigd blijft. De stijging van de contractlonen komt dit jaar uit op 1,6 procent en loopt volgend jaar op tot 2,2 procent.
Het planbureau keek eveneens naar de eerdergenoemde aiq. Die noemen de rekenmeesters met 72,5 procent voor dit jaar historisch laag.
Feitelijk komt het erop neer dat van iedere euro die door bedrijven in de marktsector dit jaar wordt verdiend, er 72,5 cent naar werknemers en zelfstandigen als inkomen gaat. Dat is een verlaging ten opzichte van vorig jaar en voor 2018 wordt een kleine stijging verwacht.
Het CPB zoekt gezien de florerende economische cijfers naar antwoorden op de vraag waarom de loonontwikkeling maar matig van de grond komt.
Want met een daling van de aiq en een verwachte stijging van de arbeidsproductiviteit van bedrijven tussen 2015 en 2018 "ontbreekt het niet aan ruimte voor reële loonstijging", stelt het planbureau.
Zijn de werkgeverslasten dan gestegen? Ook dat valt mee. Het CPB zag sinds 2000 in ieder geen systematische toename.
Poen
Bij de FNV omarmen ze deze cijfers en gelijkgestemden begrijpelijkerwijs. "We willen waardering in poen, niet in complimenten", zegt Zakaria Boufangacha, arbeidsvoorwaardencoördinator bij de grootste vakbond van het land.
De FNV formuleerde begin deze week haar looneis van minimaal 3,5 procent. "We hebben het momentum", weet Boufangacha. "De werkgever moet anno 2017 van goede huizen komen om die eis naast zich neer te leggen met een goed draaiende economie."
Hoe anders is het geluid bij de werkgevers. MKB-Nederland-voorzitter Michaël van Straalen ergert zich groen en geel dat het complete land om meer salaris vraagt.
"Van links tot rechts is er een platte oproep om loonsverhoging. Natuurlijk willen ook mkb-ondernemers dat werknemers meer te besteden hebben, maar er is meer aan de hand", zegt de werkgeversvoorman. Bovendien stijgen de lonen dit en volgend jaar ook, benadrukt hij.
"Met dat ongenuanceerde geroeptoeter zijn mkb'ers helemaal niet blij. Ondernemers hebben een verantwoordelijkheid, namelijk de continuïteit van hun bedrijf. Zij moeten hun vermogenspositie verbeteren gezien de crisis waar we net uit komen, investeren in producten en nieuw personeel aannemen", aldus Van Straalen.
Zo staan werkgevers en werknemers weer op de klassieke wijze tegenover elkaar. Waar Van Straalen waarschuwt dat sommige sectoren nog helemaal niet zijn bekomen van de economische crisis, noemt Boufangacha dat krokodillentranen want in veel mkb-bedrijven worden goede winsten gemaakten. Hij pleit voor een loonimpuls om een inhaalslag te maken.
Slagkracht
De vakbonden kampen alleen wel met een gestaag dalend aantal leden sinds de eeuwwisseling. Dat gaat ten koste van je slagkracht aan de onderhandelingstafel. DNB-president Knot noemt het teruglopend aantal vakbondsleden één van de oorzaken dat de ruimte bij bedrijven om de lonen te verhogen niet optimaal wordt benut.
Boufangacha erkent die analyse wel. "Daar waar we sterk georganiseerd zijn, zoals in de metaalsector, lukt het wel. Waar dat niet aan de orde is, is het lastiger de gewenste loonsverhoging te krijgen."
Uiteindelijk moeten deze partijen het eens worden wat betreft de lonen, want de politiek gaat er niet over. De overheid is wel de grootste werkgever van het land, maar de publieke sector volgt meestal het voorbeeld van de private sector, niet andersom.
De werknemers zien hun achterban dan misschien slinken, ze kregen deze week wel steun uit onverwachte hoek. Eerst was daar VVD-leider Mark Rutte. "Wij moeten zorgen dat alle groepen zoveel mogelijk profiteren", zei de premier. "Maar er ligt natuurlijk ook een verantwoordelijkheid bij de werkgevers en de werknemers. Nu het beter gaat, moet dat ook in de loonstijging voelbaarder worden dat Nederland er beter voorstaat."
3 procent?
Vervolgens was daar VNO-NCW-voorzitter Hans de Boer. In een gesprek met NPO Radio 1 zei hij dat je er altijd goed aan doet om de loonontwikkeling in de pas te laten lopen met de economische groei. En als die volgend jaar uitkomt op 3 procent, vroeg de presentator. De Boer antwoordde bevestigend: "Zo'n 3 procent. Door de bank genomen."
Gaf VNO-NCW hier bij monde van de voorzitter groen licht om de lonen met 3 procent te verhogen? Niet helemaal, want De Boer houdt wel een slag om de arm: de ene sector kan wat meer hebben dan de ander.
Ook een woordvoerder van de werkgeversorganisatie haastte zich te zeggen dat 3 procent loonsverhoging voor alle werknemers "kolder" is. Vanuit de werkgevers wordt er immers nooit een centrale loonsverhoging geformuleerd, maar bekijken ze de situatie per sector.
Of hier nu sprake is van een slip of the tongue of niet, met zulke 'vijanden' in de polder heb je geen vrienden meer nodig, moeten de werknemers hebben gedacht.
Lees meer achtergrondverhalen in NUweekend