De fatale aanvallen van vrijdag 25 augustus worden door het leger meteen beantwoord met vergeldingsacties. Foto's van ernstig toegetakelde kinderen verschijnen op verschillende online platformen en volgens de Verenigde Naties (VN) is het leger schuldig aan het stelselmatig verkrachten van vrouwen, het platbranden van dorpen en het massaal uitmoorden van de Rohingya.
Als gevolg proberen tienduizenden moslims vanuit Myanmar te vluchten naar buurland Bangladesh. Honderdduizenden Rohingya weten naar het land te vluchten waar zij, net zoals in Myanmar, stateloos zijn. Ook zitten nog eens duizenden Rohingya vast in "niemandsland", een strook tussen Bangladesh en Myanmar.
In deze strook zitten de vluchtelingen tussen twee vuren en worden ze onder erbarmelijke omstandigheden opgevangen in kampen. Vooral vrouwen en kinderen slaan op de vlucht voor het geweld. "Ik wil mijn kinderen niet meer meenemen naar het hol van de leeuw, ik zie geen hoop meer", vertelt een vluchteling die vastzit tussen de twee grenzen aan CNN.
Voor de Rohingya-moslims is het geweld niet nieuw. De VN noemde in 2009 de Rohingya al "het volk met de minste vrienden" en stelde in een rapport vast dat de Rohingya het meest vervolgde volk ter wereld zijn. De groep van ruim een miljoen moslims lijkt al tijden nergens heen te kunnen.
'Indringers'
Inwoners van Rakhine, een deelstaat van Myanmar waar de meeste Rohingya wonen, zien de moslims als "indringers uit Bangladesh". Ze worden daar al jaren onderdrukt en de regering heeft de burgerrechten van de stateloze burgers langzaam afgepakt. Maar ook in Bangladesh zijn de Rohingya niet welkom.
Er zijn meerdere theorieën over waar de Rohingya oorspronkelijk vandaan komen. Volgens verschillende historici en de Rohingya zelf zijn zij de oorspronkelijke inwoners van de Rakhine-staat in Myanmar. Maar volgens de regering van Myanmar komen de Rohingya oorspronkelijk uit Bangladesh en zijn het illegale immigranten die na de onafhankelijkheidsoorlog van Bangladesh in 1971 in het land zijn komen wonen.
Kritiek
Ondertussen groeit vanuit het buitenland de kritiek op de regering van Myanmar. Oud-VN-secretaris-generaal Kofi Annan, die een onderzoek leidt naar de situatie in Myanmar, riep regeringsleider Aung San Suu Kyi onlangs op om de Rohingya burgerrechten te geven, en geen buitensporig geweld te gebruiken. Hij waarschuwt voor een verdere escalatie. Daarnaast heeft de VN het geweld van de regeringstroepen onlangs sterk veroordeeld.
Ook de kritiek op de eerder geroemde Nobelprijswinnaar Suu Kyi groeit. Eerdere loyalisten noemen de regeringsleider "besluiteloos", en veroordelen haar voor het negeren van het buitensporige geweld en het niet toelaten van journalisten in het land.
Zo vond onlangs een belangrijke omslag plaats toen grote voorstander Ma Thida ook geen goede woorden meer bleek over te hebben voor Suu Kyi. Thida, bekend mensenrechtenactivist en auteur, noemde Suu Kyi eerder haar mentor en plaatste haar in rijtje met Gandhi en Mandela. "We kunnen niet van haar verwachten het hele land in anderhalf jaar te veranderen, maar het ontbreekt haar aan een focus op mensenrechten", aldus Thida.
Suu Kyi heeft onlangs na een lange periode van stilte zich uitgelaten over de situatie met de Rohingya. "Het is niet de bedoeling van de Myanmarese regering om schuld toe te wijzen of van verantwoordelijkheid af te zien." Volgens Suu Kyi zijn er "beschuldigingen en tegenbeschuldigingen", die allemaal moeten worden bekeken, maar zal iedereen die misdaden heeft begaan worden vervolgd.