Direct naar artikelinhoud

Uitstoot zware industrie nauwelijks verminderd, in 12 jaar maar 4 procent minder broeikasgassen

De zware industrie in Nederland stoot nagenoeg evenveel broeikasgassen uit als in 2005. In dat jaar werd een begin gemaakt met het Europese systeem van emissierechten voor broeikasgassen. Doel van dat systeem, het EU Emission Trading System (ETS), was bedrijven te laten betalen voor het uitstoten van broeikasgassen waardoor ze die uitstoot vanzelf zouden verlagen. Dat is nauwelijks gebeurd.

De voormalige Hoogovens in Velsen-Noord.Beeld Joost van den Broek / de Volkskrant

Alleen de honderd bedrijven die de meeste energie gebruiken, zoals raffinaderijen, staalfabrieken, energiecentrales, een paar kassenbedrijven en glasfabrieken, zijn verplicht aan het systeem deel te nemen. Deze bedrijven stootten vorig jaar omgerekend 94 megaton uit, net 4 procent minder dan twaalf jaar geleden, zo meldde de Nederlandse Emissie Autoriteit (NEA) onlangs. Die 94 megaton is zelfs weer enkele procenten hoger dan in 2012.

Het cijfer van de NEA zegt vooral veel over de energiemaatschappijen. Zij hebben een paar enorme kolencentrales geopend en zijn daardoor veel meer CO2 gaan uitstoten. Ook bij de prestaties van de rest van de zware industrie kunnen forse vraagtekens worden gezet.

Kornelis Blok, hoogleraar energiesystemen aan de TU Delft, ziet meerdere oorzaken voor de trage verbetering van de bedrijven. 'Ik denk dat de Nederlandse industrie in 2005, toen het ETS-systeem begon, al vrij efficiënt was. Wat al goed is, is moeilijk te verbeteren. In andere landen was het makkelijker om vooruitgang te boeken.'

Blok ziet ook dat bedrijven niet snel investeren om de uitstoot van broeikasgas te verminderen. De honderd ETS-bedrijven hebben zich in een convenant met de overheid verplicht om dergelijke investeringen te doen als die binnen vijf jaar kunnen worden terugverdiend.

Ik denk dat de Nederlandse industrie al vrij efficiënt was. Wat al goed is, is moeilijk te verbeteren
Hoogleraar Kornelis Blok

Blok denkt dat de meeste bedrijven een andere norm hanteren: 'Veel bedrijven doen pas dergelijke investeringen als die in twee jaar kunnen worden terugverdiend.' Ter vergelijking: zonnepanelen worden particuliere huishoudens aangepraat omdat die al in zeven tot tien jaar terugverdiend kunnen worden. Blok: 'Er is veel laaghangend fruit dat niet wordt geplukt.'

Installaties in de zware industrie gaan vaak heel lang mee en fundamentele verbeteringen kunnen pas worden doorgevoerd als een nieuwe installatie wordt gebouwd. Zo neemt glasbedrijf Libbey in Leerdam vandaag een nieuwe oven in gebruik die 55 procent minder CO2 uitstoot dan de configuratie die hij vervangt. Deze oven zal weer vijftien jaar meegaan. Maar een hoogoven zoals bij Tata Steel gaat vele tientallen jaren mee.

De Hoogovens van staalproducent Tata Steel gezien vanaf de Noordzee.Beeld anp

Lees meer

Besparen bij ruim 1.400 graden - dat doen ze met de nieuwe 'groene' glasoven in Leerdam
De hoge-temperaturen-industrie heeft het moeilijk met de overstap naar duurzame energie. Maar een glasfabriek in Leerdam lukt het om met een slimme truc opvallend weinig CO2 uit te stoten. Kan de rest volgen? (+)

De groene revolutie
De overgang naar een duurzame economie in Nederland is nu echt ingezet. We volgen het vallen en opstaan van pioniers en andere aanjagers op de voet. Want dat die groene revolutie er moet komen, daarvan zijn de meesten wel overtuigd. De grote vraag is alleen: hoe?