Dat stelt de NVM woensdag voorafgaand aan een rondetafelgesprek over starters op de woningmarkt in de Tweede Kamer.
De woonlasten voor een huurwoning zijn volgens de makelaarsvereniging ruim 85 procent hoger dan kooplasten. Ook zijn de inkomenseisen voor een huurwoning vaak hoog.
Salariseisen tot 4,5 keer de maandhuur zijn geen uitzondering. "De gedachte dat starters eerst kunnen huren om straks te kunnen kopen, is daarmee een illusie", aldus de NVM.
Minder starterswoningen
Ook bij koopwoningen heeft de starter het niet makkelijk. Dat heeft er onder meer mee te maken dat er steeds minder koopwoningen in het starterssegment worden toegevoegd. Nieuwbouw richt zich vooral op het duurdere segment en corporaties kiezen minder vaak voor de verkoop van huurwoningen.
Ook beleggers die woningen opkopen, maken het lastiger voor de starter om een huis te vinden. Daarnaast zouden verschillende maatregelen de financieringsmogelijkheden beperken.
Eigen geld
Starters moeten bijvoorbeeld meer eigen geld meenemen, terwijl doorstromers de overwaarde van hun huidige woning kunnen inzetten. Ook zou een studieschuld de leencapaciteit van starters kunnen beperken.
Volgens de NVM zijn er inmiddels gebieden in Nederland waar starters nauwelijks meer kunnen wonen. Hun inkomen ligt boven de grens voor sociale huur, ze kunnen een koopwoning niet financieren en kunnen door het beperkte aanbod en de hoge maandlasten geen huis in de vrije sector huren.
Geen verbetering
In de nabije toekomst voorziet de NVM geen verbeteringen. Met name in stedelijke gebieden van de Randstand, in Eindhoven en in Groningen is sprake van een zeer overspannen woningmarkt. In krappe gebieden heeft een starter keuze uit gemiddeld 2,6 woningen.
De enige oplossing die de NVM ziet, is zorgen dat er snel meer woningaanbod komt. Deels door meer koopwoningen voor starters, maar ook door meer te bouwen voor doorstromers, zodat bestaande starterswoningen vrijkomen. De NVM betwijfelt "of de huidige inzet daarvoor voldoende is".