Direct naar artikelinhoud

In deze roerige tijden kun je maar beter niemand met een nazi vergelijken

Column

column

Ik had net een hele column klaar over Thierry Baudet en zijn gedachtengoed toen ook mij het nieuws bereikte dat zijn voordeur was beklad door een of andere antifascistische vrouwenbrigade. Het was een goeie column. Relatief dan. Voor mijn doen. Maar na de laffe poging om Baudet te intimideren, wist ik even niet zo goed wat ik ermee moest.

Op zich veranderde de verf op zijn voordeur niets aan het feit dat hij en de mannen van het Forum voor Democratie heel rare theorieën verspreiden. Omvolkingstheorieën. Samenzweringstheorieën, soms antisemitisch. Ze strijden volop tegen een niet-bestaand 'cultuurmarxisme', zonder dat daarbij vaak de naam Anders Breivik valt, of de term 'Kulturbolschewismus', zoals hetzelfde vroeger heette.

De theorieën verklaren volgens Baudet hoe de elite ons probeert te ondermijnen tot in het diepst van onze biologie. Doelbewust worden stromen vreemdelingen aangevoerd, zodat het volk 'homeopathisch zal verdunnen', en de westerse mens zal veranderen in een gedweeë, verzwakte figuur die alleen nog maar op de PvdA kan stemmen.

Er bestaan genoeg goedkope termen om dit type denken te beschrijven, maar laten we onder de omstandigheden maar voor 'evolutionair-humanisme' kiezen, het duurste woord dat ze in de jaren dertig konden vinden voor het idee dat ons ras zal degenereren als wij het met andere rassen gaan lopen vermengen.

Ik zag Baudet na zijn uitspraken in een talkshow. Zijn woorden, zei hij, waren misschien een heel klein beetje ongelukkig uit zijn mond gekomen. Hij had het heel druk gehad die dag, hij was heel moe geweest, vandaar.

Ik kon het niet zo goed geloven. Zelf was mij zoiets nog nooit gebeurd. Ik was nog nooit zo moe geweest dat er ogenschijnlijk uit het niets, maar feitelijk dus door de vermoeidheid, een hoofdstuk uit Mein Kampf uit mijn mond kwam gerold. En dat mijn vriendin dan zei: 'Nou vadertje, ik hoor het al. Naar bed, naar bed!'

Ik ben nooit zo moe geweest dat er, ogenschijnlijk uit het niets, een hoofdstuk uit Mein Kampf uit mijn mond kwam gerold

Want als vermoeidheid in een mensenlichaam echt ongemerkt in rassentheorie kan worden omgezet, zou je bij de eerste gelegenheid toch roepen dat het misschien wat ongeloofwaardig klinkt, maar dat het echt even helemaal verkeerd is gegaan - normaal gesproken ben jij juist iemand, mits uitgerust, die zulke troep verre van zich werpt.

Baudet, viel me op, wilde zijn woorden niet herhalen, maar nam er tegelijkertijd geen enkele van terug, zodat het even leek alsof er een moreel middenterrein bestond, tussen de nazi's en hun slachtoffers in, waarin je je schouders kon ophalen en zeggen dat je ze eerlijk gezegd allebei wel een beetje begreep.

Nou ja, zoiets had ik willen schrijven, had ik eigenlijk al geschreven. Het was goed, heel overtuigend. Na de column had niemand er meer anders over gedacht. Maar nu is de voordeur van Baudet beklad, en dat verandert de hele zaak natuurlijk wezenlijk.

Je wil niet demoniseren, zoals het heet, want dat is gevaarlijk. In deze roerige tijden kun je maar beter niemand meer met een nazi vergelijken, al staat hij in het desbetreffende uniform van dichtbij Duits tegen je praten.

Baudet, viel me op, wilde zijn woorden niet herhalen, maar nam er tegelijkertijd geen enkele van terug