Opinie

Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Politiek

Bent u een ‘gewone Nederlander’?

schrijft wekelijks over de taal die ze om zich heen hoort. Deze week: de ‘gewone Nederlander’ van Sybrand Buma.

Japke-d. Bouma

Zelf heb ik, denk ik, voor het laatst in 1978 een normale Nederlander gezien, maar CDA-leider Sybrand van Haersma Buma sprak deze week over „normale Nederlanders” of hij ze allemaal kent en weet wat hen drijft. In de H.J. Schoo-lezing die hij maandag hield zei hij dat „de boze burger een gewone Nederlander is die telkens tegen een muur oploopt” omdat de samenleving als gevolg van globalisering en immigratie onherkenbaar is veranderd. Hij had begrip voor hun boosheid, want „de gewone Nederlanders raakten iets kwijt: hun gemeenschap en identiteit, het gevoel thuis en geborgen te zijn”.

De gewone Nederlander? Bedoelt hij Nederlanders met een Marokkaanse achtergrond die zich hier niet thuisvoelen? Of Groningse Nederlanders wier huis is verzakt door gaswinning? Buma zei het er niet bij. Een beetje hetzelfde als met Mark Rutte destijds die zei dat we ‘normaal’ moeten doen. Wat is normaal, wat is ‘gewoon’?

Geert Wilders is duidelijker als hij de gewone Nederlander adresseert. Hij noemt ze Henk en Ingrid. Dan weet je waar je moet zoeken. Bij Buma weten we dat niet. Je zag dat ook terug aan de reacties op de tweet die het CDA over de lezing stuurde. Vele daarvan luidden: ‘wie is die gewone Nederlander, wat is de definitie?’ Niemand kreeg antwoord.

Lees ook de column van Tom-Jan Meeus over de gewone Nederlander van Buma

Een christen als Buma moet zich niet alleen om boze, gewone Nederlanders bekommeren, maar ook om bijzondere, vriendelijke Nederlanders. En om boze bijzondere Nederlanders. En om gewone vriendelijke Nederlanders. Maar ik vind het woord ‘gewoon’ ook niet zo sterk. Ik denk dan bijvoorbeeld aan ‘gewoontjes’, wat zelden een compliment is, maar ik gebruik ‘gewoon’ ook vaak als ik me ergens vanaf wil maken.

Als puber zei ik het bijvoorbeeld wel eens als mijn moeder vroeg hoe het op school was geweest. ‘Gewoon!!’ Dan ben je er vanaf. Dat is natuurlijk ook wat Buma heeft gedaan: de knuppel in het hoenderhok gooien. Maar als hij juist extra specifiek moet worden, schiet hij in de nukkige puberstand.

Maar het woord ‘gewoon’ wordt ook vaak gebruikt als iets in de samenleving gekomen is wat we misschien niet hadden moeten accepteren. Scheuren in spijkerbroeken bijvoorbeeld, of doodsbedreigingen op Twitter, ik noem maar wat. Vroeger had je dat niet, nu vinden we dat al heel ‘gewoon’. In dit geval: de boze Nederlander is al ‘gewoon’ geworden.

Maar je kan ‘gewoon’ ook gebruiken als je het niet helemaal precies weet. Als mijn dochter bijvoorbeeld vraagt waarom de aarde om de zon draait of waarom we niks doen aan de klimaatverandering dan begin ik een verhaal, iets met de zwaartekracht of met Trump en Parijs, en als ik dan vastloop, zeg ik ‘nou ja, gewoon’. Er zit een heel verhaal achter, maar ik weet niet precies hoe ik het moet oplossen. Ik denk dat dat bij Buma ook wel een beetje speelt.

Want de boze, gewone Nederlander ís natuurlijk ook een heel ingewikkeld verhaal. Gevormd door decennia van christelijke kabinetten die zorgden voor meer marktwerking, die juichend ‘gastarbeiders’ verwelkomden en de verzorgingsstaat opbouwden en weer afbraken. En nu de gewone Nederlanders boos zijn, zegt Sybrand Buma dat hij ze begrijpt, maar geen oplossingen heeft.

Als we wisten wie die gewone Nederlanders waren, konden we ze vragen wat ze daarvan vinden.

Taaltips via Twitter @Japked