Opinie

Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Zomer

Illustratie Martien ter Veen

Het was een broeierige zomer. Zo’n zomer waarin nazi’s uit hun holen kruipen. Je weet dat ze er zijn, toch is het schrikken als je ze ziet rondmarcheren. Evengoed is het handig om te weten hoeveel het er zijn. Bovendien kwamen ze niet onverwacht. De lokroep was zelfs voor niet-nazi’s hoorbaar. Ze vertonen zich pas in het daglicht als ze weten dat er grond is om op te groeien.

Die is er. We zagen ze in Charlottesville, waar ze tot de tanden toe bewapend rond konden lopen als één van ‘vele kanten’. Trump heeft in de aanloop naar zijn presidentschap en in zijn tijd als tv kijkende president kundig licht ontvlambare chaos uitgebraakt over een reeds smeulend landschap. In Nederland worden ze gelokt door rond te strooien met ‘Minder Marokkanen’, ‘Dobbernegers’, KUTMOCROS, of kankerzwarten. Op een of andere manier sterkt het mensen met nazisympathieën om met die sympathieën naar buiten te komen.

Maar kom daar niet mee aan bij dobbernegerroeppers. Die uitten gewoon een mening. Een gevoel. Dat je een hekel hebt aan tyfusmoslims, bijvoorbeeld. Dat wil je wel even kunnen delen in een krant. Moet kunnen.

Ze vertonen zich pas in het daglicht als ze weten dat er grond is om op te groeien

Er is ook veel satire. Een prettige kunstvorm waarin je je maatschappijkritiek kunt vermommen door het in een geinig jasje te steken. Altijd leuk als mensen in een satirisch artikel trappen. Zoiets moet je vernuftig aanpakken. Daarom brengt men bij Powned tegenwoordig daadwerkelijk nieuws als satire. Het lucht blijkbaar verschrikkelijk op om met het gevoel dat vluchtelingen voortdurend je dag verpesten iets kunstigs te doen. Als er dan een kind verdrinkt moet je niet te lang nadenken. Voor je het weet ga je deugen.

Deugmensen, de brokjes kaas waar nazi’s mee uit hun holen gelokt zijn. Deugmensen, de verzonnen mensen, de gezamenlijke vijand van de ‘andersdenkenden’. Om die gezamenlijke vijand écht te maken moet je ze boos maken, die deugmensen, met dobbernegers dus, of dooie kinderen. Dan zie je de deugmensen als één mens steigeren en noem je ze hypocriet. Twee kampen zijn geboren. Aan wie het kamp met de dobbernegers te gortig wordt – want ze zijn toch geen racist? Wij hebben NIETS met nazi’s te maken! Ik begrijp niet waarom deugmensen zoiets denken! – wordt een alternatief geboden. Boven dampende bitterballen rept men van ‘cultuurmarxisme’ en ‘homeopathische verdunning’.

Spreek de heren erop aan dat ze een bedje uitrollen – ja, het zijn doorgaans mannen – en ze vallen daarna je inbox binnen met ‘Huh? Ik heb werkelijk geen idee waar je het over hebt!!’ of complimenteren je met je werk voor dieren en verzoeken het vrouwtje verder de mond te houden. Gewiekst en subtiel worden de stennismakers uit hun holen gelokt om het vuile werk op te knappen. Het leverde hier een slingertje nazi’s op een meubelboulevard op.

Maar nu iedereen buiten is, is het tijd voor een zeer ongemakkelijk en écht gesprek. Een barbecue met many sides. Maar misschien is het deugmenswensdenken dat je onderbuiken leeg krijgt als je er iets anders instopt.