Het aantal gewonden dat daarbij viel is juist met 21 procent gedaald. Dat blijkt zaterdag uit een analyse van de politie, het Verbond van Verzekeraars en verkeerskundig ict-bureau VIA op basis van politieregistraties.
Volgens de betrokken organisaties vinden in werkelijkheid meer ongelukken plaats, vooral met fietsers. Zij spreken mede daarom van een "zeer zorgelijke trend".
In de eerste helft van 2017 waren ruim 3.000 kinderen tussen de 4 en 18 jaar betrokken bij een ongeval, van wie er 1.150 gewond raakten. In de eerste helft van 2014 waren er ruim 2.600 ongelukken, maar vielen wel 1.460 slachtoffers.
Het gaat om kinderen en tieners die zelfstandig deelnemen aan het verkeer als voetganger, fietser of bromfietser. De cijfers zijn op basis van politieregistraties.
Woonplaats
Tussen begin 2014 en eind augustus van dit jaar waren ruim 20.000 kinderen betrokken bij een ongeval. Daarvan liepen 9.500 jongeren letsel op, van hen overleed 1 procent. Meer dan de helft van de jonge betrokkenen zat op een bromfiets, vooral jongens van 16 en 17 jaar.
De meeste ongelukken waarbij kinderen betrokken zijn, gebeuren op schooldagen: bijna drie keer zo vaak als in het weekend. Scholieren, die niet op de brommer gaan, verongelukken vooral in hun eigen woonplaats rond schooltijden.
De onderzoekers noemen het opvallend dat een kwart van de ongevallen plaatsvindt in 30-kilometerzones. Bijna twee derde van de ongevallen gebeurt op een 50-kilometerweg. De politie en de verzekeraars pleiten daarom voor gericht verkeerstoezicht en verbetering van de verkeersvoorzieningen op 30- en 50-kilometerwegen.