Volgens de aanklager heeft Linschoten ''op kosten van de samenleving" jarenlang boven zijn stand geleefd. ''In plaats van belasting af te dragen, bedeelde hij zichzelf en zijn echtgenote van een royaal inkomen", zei ze. ''Zijn portemonnee was belangrijker dan het meebetalen aan publieke voorzieningen."
De aanklager vond dat Linschoten ervan doordrongen had moeten zijn dat hij een voorbeeldfunctie had en heeft. ''Waarom zou een ondernemer zich aan allerlei verplichtingen houden als een voormalig staatssecretaris dat niet doet?"
Linschoten zou de staat tussen 2010 en eind 2012 voor ruim honderdduizend euro hebben benadeeld door te weinig omzetbelasting af te dragen.
Volgens de aanklager kreeg de voormalige VVD-politicus over die jaren keer op keer signalen van zijn boekhoudkantoor dat hij stukken moest opsturen, maar negeerde hij die volkomen. ''Hij vertrouwde op de professionaliteit van zijn boekhoudkantoor, zegt hij. Maar als het kantoor zo professioneel was, waarom nam hij het dan niet serieus?"
Professioneel
Linschoten zei vrijdagochtend dat hij zich nooit met zijn administratie bezig heeft gehouden. "Ik was blij dat ik mijn boekhouding aan een professionele club had overgedragen en me met mijn opdrachten kon bezighouden. Ik heb me nooit gerealiseerd hoe onverstandig dat was."
Volgens Linschoten had hij de zaken overgedragen aan een administratiekantoor in Breda, dat al meer dan tien jaar ''naar volle tevredenheid" zijn boekhouding deed en zijn fiscale zaken behartigde. ''Ik ging ervan uit dat het goed was." Pas na een gesprek met de officier van justitie ''ging het lampje echt branden".
Het boekhoudkantoor wijst de kritiek van de hand, bleek uit verklaringen die de rechter voorlas. Linschoten zou ondanks talloze verzoeken structureel niet met stukken over de brug zijn gekomen.
Schikkingsvoorstel
Het Openbaar Ministerie (OM) besloot Linschoten te vervolgen nadat hij een schikkingsvoorstel van de hand wees. De partijen waren toen al geruime tijd met elkaar in gesprek.
De vervolging werd daadwerkelijk doorgezet nadat lopende fiscale verplichtingen ook onder de hoede van een nieuw kantoor dat hij in 2014 in de arm nam niet of moeizaam werden vervuld, zei de aanklaagster. ''Toen rees de overtuiging: we hebben te maken met iemand die niet wil. Niet met iemand die niet kan."