"Die eerste jaren waren zo druk dat ik uiteindelijk van niets genoten heb", zegt Wauters in gesprek met Humo.
"Een sneltrein die maar blééf voortrazen: je kon niet even uitstappen om het allemaal eens van op een afstand te bekijken. Oude beelden terugzien is surreëel: dat ben ík niet, die daar staat te zingen. Het is een jonge gast, en hij lijkt op mij. Maar ik ben het niet."
Met name een optreden in Nederland staat in het geheugen van Wauters gegrift: "In Groningen speelden we eens een optreden waarbij per minuut gemiddeld één meisje flauwviel. Negentig minuten lang. De frontstage bestond toen nog niet: er was geen fysieke afstand tussen ons en het publiek, en dus werden al die meisjes afgevoerd óver het podium, tussen de bassist en de gitarist door!"
Afschermen
Door de niet te bedwingen populariteit werd de band gedwongen zich af te schermen van de fans en de publieke opinie. Dat ging de band parten spelen.
"Op den duur praatten we alleen nog met elkaar. Dag in, dag uit zaten wij op elkaars lip", aldus Wauters.
"We ontwikkelden een eigen taaltje, een gevoel voor humor waar niemand nog iets van begreep. (…) Maar uit de cocon stappen was geen optie. Op een ochtend trok ik mijn gordijnen open en zag ik de tenten van de meisjes die op mijn gazon hadden overnacht. (...) En dan dat voortdurende commentaar op alles wat je doet of zegt: verwarrend, hoor. Op den duur twijfel je aan alles."