De regio rond de Libische hoofdstad Tripoli geldt al geruime tijd als hét grote vertrekpunt van vluchtelingen die -vaak onder erbarmelijke omstandigheden- de Middellandse Zee proberen over te steken om in Europa een toevluchtsoord te vinden.

De voorbije weken kwamen echter fors minder vluchtelingen aan in Italië vanuit Noord-Afrika, de voornaamste route die door mensensmokkelaars gebruikt wordt. In juli daalde het aantal maar liefst met 50 procent ten opzichte van een jaar eerder. Voor augustus lijkt het aantal nog verder te dalen. Normaliter arriveren in deze maanden de meeste vluchtelingen, omdat de condities op zee het gunstigst zijn.

Gewapende groep

De enorme daling zou onder meer te maken hebben met een gewapende groep die sinds enige tijd in Sabratha, een stad gelegen op zo’n 70 kilometer ten westen van Tripoli, vluchtelingenbootjes belet om te water te gaan. Dat meldt Reuters op basis van verschillende bronnen in Libië. De groep bestaat uit honderden “burgers, politiemensen en militairen” en zou in het leven zijn geroepen door een voormalig maffiabaas, aldus een inwoner van Sabratha.

Volgens een tweede bron gaat de groepering op grote schaal te werk. Leden gaan massaal naar het strand waar ze vertrekkende bootjes tegenhouden en vluchtelingen vastzetten in een detentiecentrum voor migranten. De groep zou nu officieel erkend willen worden door Tripoli en financiële steun van de stad willen ontvangen.

Vluchtelingen die onlangs werd gered op de Middellandse Zee bevestigden dat de omstandigheden in Sabratha drastisch zijn veranderd de afgelopen tijd. “Ze zeiden dat het zeer lastig is om nog vanuit Sabratha te vertrekken”, aldus een woordvoerder van de Internationale Organisatie voor Migratie.