Direct naar artikelinhoud
Verenigde Staten

Trump ontdekt plots de 'alt-left', maar bestaat die ook echt?

Protest in Charlottesville tegen neonazi's. De demonstranten zijn lid van de zogenaamde alt-left, volgens sommigen al even gevaarlijk als de alt-right.Beeld AFP

Volgens de Amerikaanse president Donald Trump waren de activisten van 'alt-left' in Charlottesville vorig weekend even erg als de 'alt-right'. Eh, de alt-left? Waar komt die vandaan? En bestaat die eigenlijk wel?

'Alt-left'. De term kwam vorige week ineens uit de lucht vallen. President Trump gebruikte hem tijdens een persconferentie in New York over de rellen in Charlottesville, Virginia. Daar raakten rond het standbeeld van de omstreden Zuidelijke generaal Robert E. Lee extreemrechtse demonstranten slaags met tegenstanders, waarbij een linkse activiste doelbewust werd doodgereden.

Trump zei dat weekend niets over het extreemrechtse geweld en distantieerde zich daarna schoorvoetend. Dinsdag besloot hij ineens uit een ander vaatje te tappen. Trof die extreemrechtse betogers wel alle blaam? "Hoe zit het met de alt-left die op de alt-right kwam afstormen? Voelen zij zich ook een beetje schuldig? Hoe zit het met het feit dat zij met knuppels in de hand kwamen aanstormen?" Ik denk dat beide zijden schuldig zijn, zei Trump.

Een klassieke Trump-tactiek, schreven analisten, in lijn met zijn beschuldigingen aan "Crooked Hillary", "fake news media" en "Mexicaanse verkrachters". De president probeerde de schuld voor de rellen in Charlottesville en de dood van activiste Heather Heyer te verleggen van de schuldigen - witte nationalisten en neonazi's - naar hun tegenstanders, de linkse antiracisten. Die beschouwt Trump als zijn ware vijanden.

Maar heeft Trump zijn nieuwe boeman, de 'alt-left', zelf uitgevonden? Allerminst, de term maakt al zeker een jaar opgang. En hij werd opmerkelijk genoeg bedacht in Democratische kring. Aanhangers van presidentskandidaat Hillary Clinton probeerden er rivalen ter linkerzijde mee in kwaad daglicht te stellen. De suggestie was dat de aanhang van anti-establishment-kandidaten Bernie Sanders en Jill Stein politiek even gevaarlijk was als de alt-right.

Het duurde niet lang voordat de term alt-left in extreemrechtse hoek werd omarmd. Inmiddels wordt hij in conservatief Republikeinse kringen en de omgeving van Trump steeds gretiger gebruikt.

In werkelijkheid bestaat er niet zoiets als 'de alt-left'. Anders dan alt-right - een naar verluidt door de extreemrechtse leider Richard Spencer gemunt eufemisme dat het racisme en antisemitisme van witte nationalisten en neonazi's een modern en onschuldiger imago moest geven - is het vooral een denigrerend etiket voor linkse tegenstanders.

Voornaamste mikpunt lijken de militant linkse groepen - communisten, socialisten en anarchisten - die onder de vlag van 'Antifa' (Anti-Fascistische Aktie) tegen racisme, rechtsextremisme en neonazisme ageren. Die Antifa's zouden in Charlottesville volgens de nieuwssite Slate andere antiracisten tegen geweld van extreemrechts hebben beschermd.

Voornaamste mikpunt lijken de militant linkse groepen - communisten, socialisten en anarchisten - die onder de vlag van 'Antifa' (Anti-Fascistische Aktie) tegen racisme, rechtsextremisme en neonazisme ageren

De internationale Antifa-beweging gaat terug tot het Europese antifascisme van de jaren 30, en heeft banden met de antiglobalisten van de jaren 90 en bewegingen als Occupy Wallstreet en Black Lives Matter. Aanhangers zijn tegen het westerse kapitalisme. Een deel is niet afkerig van gemaskerd 'black bloc'-geweld.

Maar het begrippenpaar alt-right/alt-left is politiek een valse gelijkstelling die lijkt voort te komen uit een soort diepe behoefte aan symmetrie. Zoals Sam Kriss schreef in het magazine Politico: "Als er een alt-right is, moet er, ergens, op een of andere manier, ook een alt-left bestaan, anders is het universum uit balans." En het gaat verder: als alt-right verdacht is, moet alt-left dat ook zijn.

In de woorden van Fox News-commentator Erick Erickson: "Antifa en witte nationalisten zijn twee kanten van dezelfde medaille." Volgens James Wolcott in het tijdschrift Vanity Fair hebben teleurstelling over het presidentschap van Barack Obama, weerzin tegen Hillary Clinton en verlangen naar een politieke revolutie geleid tot een toenadering tussen alt-right en alt-left. "Vrienden zijn het niet, maar ze zingen in verschillende toonsoorten dezelfde deuntjes."

Onschadelijk

Onschadelijk is de valse gelijkstelling niet. Door te doen of tegenstanders van racisten even verwerpelijk zijn als racisten, maak je die laatsten minder verwerpelijk. Daarom probeerde Trump doelbewust de gewelddadige witte nationalisten en neonazi's in Charlottesville onder een noemer te brengen met wie die tegen haat protesteerde.

De term alt-left is bedoeld om het verschil te verdonkeremanen tussen het antiracisme van links en het racisme en antisemitisme van rechts, stelt Sarah Jones in het magazine New Republic. En dat onderscheid is cruciaal. De tegenpool van een racist is geen racist. De zogenaamde alt-left is niet racistisch, antisemitisch en terroristisch, de alt-right is dat. Volgens het Cato Institute, een conservatieve denktank, zijn in de VS afgelopen 25 jaar twaalf keer meer doden en 36 keer meer gewonden gevallen bij extreemrechts dan bij extreemlinks geweld.

Als alt-right verdacht is, moet alt-left dat ook zijn, is het idee. Onschadelijk is de valse gelijkstelling niet