Het gaat om een schedel, kaakbot, enkele ribben en klauwen die zijn gevonden in een met water gevuld zinkgat op het schiereiland Yucatan.
De botten zijn afkomstig van een nog onbekende soort reuzenluiaard die ongeveer 10.000 jaar geleden leefde op het Noord-Amerikaanse continent.
Dat meldt het Mexicaans Nationaal Instituut voor Antropologie en Archeologie.
Megatharium
Reuzenluiaards worden aangeduid met de geslachtsnaam Megatherium. De dieren leefden aan het einde van het Pleistoceen (een geologisch tijdvak dat 11.000 jaar geleden ten einde kwam). Ze konden tot wel vijfhonderd keer zo groot worden als moderne luiaards en wogen rond de 3,8 ton.
Het skelet in Mexico is nog niet volledig opgegraven. Het resterende deel van de botten ligt nog op ongeveer 50 meter diepte in het zinkgat, diep onderwater. Aan de schedel en het kaakbot is echter al te zien dat het gaat om een nog onbekende soort.
“De archeologen zijn op dit moment bezig om de stukjes van het skelet als een soort puzzel in elkaar te leggen”, aldus woordvoerder Arturo Mendez.
Val
De botten bieden niet alleen aanwijzingen over het uiterlijk van Megatherium, maar ook over de manier waarop het prehistorische dier aan zijn einde is gekomen. De positie van het skelet suggereert dat de luiaard is omgekomen na een val in het gat.
Mogelijk was het dier op zoek naar voedsel. Van prehistorische reuzenluiaards is namelijk bekend dat ze soms rare capriolen uithaalden om eten te bemachtigen. Uit eerder ontdekte voetsporen blijkt dat de dieren soms op twee poten stonden om hoog hangende bladeren te kunnen bemachtigen. De luiaards gebruikten dan waarschijnlijk hun gespierde staart om balans te houden.