Mexico-Stad, 1 mei. Maskers van Enrique Peña Nieto (rechts) en voormalig president Felipe Calderon tijdens een mars op de Dag van de Arbeid © Marco Ugarte / AP / HH

Het leek de Mexicaanse regering wel een mooi idee: een grote demonstratie organiseren tegen Donald Trump als bewijs van de eenheid van Mexico. Nou, dat werd dus een zeperd. Niet alleen was de opkomst heel magertjes, veel van de mensen die wel kwamen droegen spandoeken en riepen leuzen tegen president Enrique Peña Nieto. Donald Trump was een bliksemafleider waar de dubieuze politici van Mexico en de rest van Latijns-Amerika niet van hadden durven dromen. Alles wat niet deugde was plotseling de schuld van de grote boze bovenbuurman. En mooi meegenomen was dat de wereld totaal niet meer geïnteresseerd leek in wat er intern in de landen van de regio gaande was.

Maar de nieuwigheid is eraf. ‘De muur’ die de Verenigde Staten moet beschermen tegen binnendringers uit het zuiden is er nog lang niet en het begint steeds waarschijnlijker te worden dat hij er ook niet zal komen. Trump heeft het Noord-Amerikaanse vrijhandelsverdrag Nafta niet, zoals beloofd, opgezegd, al komen er wel onderhandelingen over aanpassingen. Nu kan de aandacht zich weer richten op waar de Mexicanen zich werkelijk druk om moeten maken: het volledig leegplunderen van het land door de eigen politici. Want, zoals een actievoerder het kortweg verwoordde: ‘Vergeet niet dat wij in ons eigen huis worden beroofd.’

Nu is corruptie natuurlijk niets nieuws in deze contreien (of elders). Maar de kleptocratie heeft zich vervolmaakt. De aderlating is uitgegroeid tot een vergiet: het spat er aan alle kanten uit. Vroeger stalen de politici, met name op het niveau van de deelstaten, alles wat er was. Nu stelen ze behalve dat ook nog eens wat er niet is. Ze gaan torenhoge schulden bij de banken aan, waarvan het meeste geld na hun vertrek blijkt te zijn verdwenen. De staten blijven failliet en met een onbetaalbare schuld achter.

Onlangs hielden de gouverneurs van de 32 Mexicaanse staten in Jojutla hun jaarlijkse bijeenkomst. De keuze van dat kleine oord in de staat Morelos was op z’n zachtst gezegd ongepast. Precies op het moment van de vergadering werden niet ver van de zaal menselijke resten opgegraven uit een clandestien massagraf. Gouverneurs noch de aanwezige president maakten een woord vuil aan die gruwelijke vertoning. Wel poseerden ze, samen met de bevelhebbers van leger en marine, voor de fotograaf. Bij het zien van de foto vroegen vele Mexicanen zich hetzelfde af: hoeveel van deze mannen zitten over twee, drie jaar in een cel of zijn op de vlucht?

De meerderheid waarschijnlijk. Want ex-gouverneurs zijn de meest corrupte figuren in het corrupte Mexico. Zolang ze gouverneur zijn wordt ze geen strobreed in de weg gelegd, maar eenmaal vertrokken blijken ze ordinaire plunderaars te zijn geweest. De dag van zijn inauguratie op 1 december 2012 liet president Peña Nieto een officiële foto maken met alle gouverneurs van zijn Institutionele Revolutionaire Partij (pri). Velen van hen, zei de president, vertegenwoordigden de ‘moderne, nieuwe’ pri. Welnu, tien leden van die club moderne politici op de foto zijn inmiddels gearresteerd of worden gezocht.

Andere partijen laten zich evenmin onbetuigd. Zo’n twintig ex-gouverneurs hebben processen lopen wegens verduistering, witwassen en lidmaatschap van georganiseerde misdaad. Het gaat om ongekend forse bedragen, de meesten worden beschuldigd van het achteroverdrukken van honderden miljoenen euro’s. Behalve geld voor de verbetering van de infrastructuur, een gebruikelijke bron van corruptie overal ter wereld, verduisteren de bestuurders in de Mexicaanse staten vooral ook uit fondsen die bestemd zijn voor gezondheidszorg en onderwijs. Precaire schoolgebouwtjes in het hele land blijven zo verstoken van geld voor de aanleg van waterleiding of toiletten. Ziekenhuizen krijgen niet de benodigde apparatuur of medicijnen. In ziekenhuizen in Veracruz zouden kinderen met kanker in plaats van een reguliere chemokuur gewoon water in hun infuus hebben gekregen.

Maar de gouverneurs zijn niet de enige schuldigen. Achter elke corrupte gouverneur staat een corrupt parlement. De parlementen van de staten moeten immers de begrotingen en leningen van banken goedkeuren. César Duarte, tot vorig jaar gouverneur van Chihuahua en nu ondergedoken in de VS, kocht niet alleen voor zichzelf en zijn familie huizen, rancho’s en vee met het geld dat hij uit de staatskas ontvreemdde. Hij had parlementaire toestemming nodig voor het sluiten van een miljardenlening in zijn laatste jaar. Om dat voor elkaar te krijgen betaalde hij iedere voor stemmende diputado een miljoen pesos (vijftigduizend euro) in contanten die door zijn assistent met een koffertje werden thuisbezorgd.

Ook Javier Duarte, de ex-gouverneur van Veracruz die naar Guatemala vluchtte en daar op uitlevering wacht, kocht voor zo’n 150 miljoen pesos (7,5 miljoen euro) ten minste negentig parlementariërs om. Telkens wanneer er weer een wet of decreet moest worden goedgekeurd, kwamen de ‘chocolaatjes’, oftewel de stapeltjes bankbiljetten, uit de koffer. Duarte vroeg kort voor het beëindigen van zijn mandaat verlof en dook onder. Het federaal OM onderzoekt het verdwijnen van ruim 35 miljard pesos (1,7 miljard euro) aan publieke fondsen onder zijn bewind. Terzijde: tijdens zijn ambtstermijn zijn in Veracruz liefst twaalf journalisten vermoord, in geen enkel geval is een dader gevonden.

Naamgenoot César Duarte wordt ook beschuldigd van het doorsluizen van 250 miljoen pesos (12,5 miljoen euro) overheidsgeld naar de campagnes van pri-collega’s alleen al in 2016. Ook dat is een gebruikelijke praktijk van de corrupte regimes: publiek geld wordt doorgesluisd naar verkiezingscampagnes zodat uiteindelijk de burgers zelf met hun belastingcenten het aanblijven van corrupte politici financieren.

Verkiezingscampagnes in Mexico behoren tot de duurste ter wereld. Niet alleen betalen de kandidaten een fortuin aan propaganda, maar ook aan cadeautjes voor de potentiële kiezers: dat gaat van T-shirts tot ijskasten, wasmachines en creditcards. Ook de partij wordt niet vergeten. César Duarte en zijn medewerkers maakten in totaal tien miljard pesos (vijfhonderd miljoen euro) over naar de kas van de regeringspartij pri. Daarvoor werden ook de ambtenaren gebruikt: op hun salarissen werd elke maand tien procent ingehouden als ‘vrijwillige bijdrage’ aan de partij.

Overheidsgeld verdwijnt aan alle kanten met containerladingen tegelijk. De grootste politieke partijen van Mexico hebben een gezamenlijke schuld van omgerekend 650 miljoen euro aan banken, de belastingdienst en leveranciers. Ze krijgen jaarlijks honderden miljoenen aan belastinggeld aan subsidie, en die stroom is ondanks de schuldenlast niet opgedroogd.

Volgens de Mexicaanse Rekenkamer (asf) was in 2015 vijf miljard euro op de federale begroting niet verantwoord. Op het niveau van staatsbedrijven en gemeenten ontbrak de verantwoording voor ruim tien miljard euro. De Senaat had een begroting van 220 miljoen euro, maar kon een bedrag van zestig miljoen euro aan uitgaven niet verantwoorden. Dat is andere koek dan een verdwenen bonnetje of een gratis apk-keuring. En wat gebeurt er met al die rapportages? Een berichtje in de krant en verder niets. Er gaat geen dag voorbij zonder nieuwe onthullingen van de asf. De ene dag over het Huis van Afgevaardigden, de andere dag over de Senaat, over gouverneurs, gemeenten, staatsbedrijven. Volgend jaar zijn er presidents- en parlementsverkiezingen, waarna alle topfunctionarissen worden vervangen. Die moeten op dat moment de buit binnen hebben en dus wordt Mexico de komende twaalf maanden helemaal leeggeplunderd.

‘Een arme politicus is een zwakke politicus’, luidde het adagium van Carlos Hank González, in de tweede helft van de vorige eeuw een van de ‘dinosauriërs’ van de pri die de daad bij het woord voegde en zich schatrijk stal. De ironie wil dat de staten en gemeenten in Mexico voor het grootste deel van hun schulden in het krijt staan bij twee banken: die van de zoon en van de kleinzoon van diezelfde Hank González.

Kinderen met kanker zouden in plaats van een reguliere chemokuur gewoon water in hun infuus hebben gekregen

De staatsschuld blijft in hoog tempo stijgen, maar de federale overheid blijft gewoon doorlenen, voor de aanleg van een nieuw vliegveld in Mexico-Stad bijvoorbeeld, typisch zo’n project dat vraagt om steekpenningen. Vorig jaar betaalde Mexico 23 miljard euro aan rente en aflossingen. In 1982 ging het land failliet toen het zijn schulden niet meer kon betalen. Dat zou zomaar opnieuw kunnen gebeuren. Het staatsoliebedrijf Pemex, de voormalige melkkoe die voorheen de gaten in de begroting dekte, heeft een schuld van honderd miljard dollar en is nu zelf hulpbehoevend.

We moeten ons voorbereiden op het ergste, zegt de Mexicaanse regering, met de komst van de muur en het omvallen van het vrijhandelsverdrag. Alsof het ergste niet al lang is gearriveerd. Het land komt internationaal vrijwel alleen nog in het nieuws in verband met het onstuitbare geweld van wat eufemistisch de drugsoorlog heet: inmiddels ruim tweehonderdduizend doden, dertigduizend vermisten en het halve land bezaaid met illegale graven. Cynisch genoeg heeft de politiek er geen enkel belang bij een eind te maken aan het ongebreidelde geweld. Het leidt perfect de aandacht af van waar het echt om gaat: het leegroven van Mexico.

Geen land stak zich de afgelopen anderhalf jaar zo diep in de schulden als het Argentinië van president Mauricio Macri: ruim 45 miljard dollar. Een decreet uit mei maakt het mogelijk daar in de rest van het jaar nog eens twintig miljard bij te lenen. Samen met de schulden in pesos en de schuld aangegaan door de provincies en de bedrijven komt de totale schuld nu al op ruim tachtig miljard dollar.

In diezelfde anderhalf jaar Macri was er een kapitaalvlucht uit Argentinië van bijna vijftig miljard dollar. Argentinië betaalt zich als vanouds weer blauw aan rente en aflossingen. Waar moet dat geld vandaan komen? De overheid haalt het binnen met absurde verhogingen van de prijzen van gas, elektriciteit, openbaar vervoer. De consumenten betalen nu vier keer zo veel voor gas en licht als een jaar geleden.

In Argentinië zijn de ceo’s zelf aan de macht gekomen. De achterliggende gedachte was dat de superrijken als regeerders misschien fouten kunnen maken, maar dat ze niet stelen, omdat ze dat niet hoeven. Maar dat valt tegen. Zoals we ook in het Amerika van Trump kunnen zien.

Lijkt in de Verenigde Staten Goldman Sachs, de veroorzaker van de kredietcrisis van 2008, de financiële macht te hebben overgenomen, in Argentinië maakt JPMorgan Chase, de aloude bank van de familie Rockefeller, nu de dienst uit. De huidige minister van Financiën Luis Caputo werkte er, net als zijn in december ontslagen voorganger Alfonso Prat-Gay. Onder de hoogste financiële ambtenaren bevindt zich een tiental ex-werknemers van de bank. De draaideur werkt hier fantastisch: ook banken als Goldman Sachs en hsbc wisten voormalige werknemers in het staatsapparaat onder te brengen: 27 man op topfuncties, die vrijwel allemaal in Wall Street hebben gewerkt. Het verschil met voorgaande neoliberale regeringen: toen speelden de banken en multinationals een hoofdrol op de achtergrond, al waren zij de ware machthebbers. Nu zijn ze uit de schaduw getreden en maken direct deel uit van de diverse Argentijnse regeringen.

Goldman Sachs is ook mede-eigenaar van de Grupo Clarín, het grootste mediaconcern van Argentinië dat openlijk oorlog voerde tegen de vorige president Cristina Kirchner en dat nu Macri volledig steunt. De bank kocht eind 1999 achttien procent in het bedrijf dat de grootste krant, Clarín, uitgeeft, het grootste persbureau heeft, alsmede radio- en tv-zenders en kabelbedrijven. Natuurlijk was de bank ook verwikkeld in de opbouw van de staatsschuld die in 2001 tot het failliet van Argentinië leidde.

Buenos Aires, 19 juli. Protest tegen de Argentijnse president Mauricio Macri © Natacha Pisarenko / AP / HH

De biografie en de regeerstijl van Macri herinneren nogal eens aan die van zijn Amerikaanse collega Trump. Beiden zijn erfgenaam van een rijke vader die op dubieuze wijze zijn fortuin vergaarde. Beiden deugden niet echt voor zaken, maakten er een puinhoop van en belandden op curieuze wijze in de politiek. Mauricio Macri is de zoon van een Italiaanse immigrant die schatrijk werd. Vader Franco Macri bouwde zijn vermogen op in de donkere dagen van de militaire dictatuur. Zijn concern Sociedad Macri (Socma) omvatte in 1973 zeven bedrijven. Tien jaar later, aan het einde van de dictatuur, waren dat er 46. In 1982 nam de Centrale Bank onder leiding van de latere minister Domingo Cavallo alle privé-schulden over van bedrijven die met de dictatuur hadden samengewerkt, waaronder Socma. Deze aderlating van veertig miljard dollar was de eerste stap op weg naar de financiële ondergang van Argentinië in 2001.

Mauricio Macri was volgens zijn vader niet in de wieg gelegd voor zaken, noch voor iets anders, dus maakte hij hem voorzitter van Boca Juniors, de populairste voetbalclub van het land, en stelde hem later voor de politiek in te gaan. In 2007 werd Mauricio als de ‘antipoliticus’ verrassend gekozen tot burgemeester van Buenos Aires. Vier jaar later werd hij ondanks een eindeloze reeks schandalen herkozen. In 2015 versloeg hij bij de presidentsverkiezingen nipt de peronist Daniel Scioli, een zwakke kandidaat die na acht jaar Cristina Kirchner geen stemmentrekker bleek te zijn.

Macri tekent net als Trump het ene decreet na het andere met voorbijgaan aan het parlement. De schrijver Mempo Giardinelli spreekt over ‘de leugen als regeerstijl’ van Macri, omdat de Argentijnse president op zijn persconferenties de ene na de andere leugen opdist. Macri is volgens zijn critici ‘frivool en weinig intelligent’ (ook dat klinkt bekend) en rekruteert zijn medewerkers uit de kring van vrienden en ‘andere incompetenten’. Een voorbeeld. Op dit moment loopt een gerechtelijk onderzoek naar de door hem benoemde baas van de geheime dienst afi, Gustavo Arribas, die zeshonderdduizend dollar aan smeergeld van het beruchte Braziliaanse bouwconcern Odebrecht zou hebben aangepakt. Arribas’ benoeming was op zich al een schandaal: tot dat moment verdiende hij de kost als handelaar in Argentijnse en Braziliaanse voetballers. Echt een aanbeveling. ‘Zou het kunnen’, dreinde Giardinelli in een column, ‘dat ons land wordt geregeerd door een kudde psychopaten?’

Ook Macri heeft geen moeite met de vermenging van staatszaken en privé-business. Zo schold de president zijn eigen bedrijf een schuld van 1,2 miljard dollar (een miljard euro) kwijt: Correo Argentino, het nationale postbedrijf, werd in de jaren negentig geprivatiseerd en kwam in handen van Macri, maar die betaalde nooit voor de overname. Per decreet heeft president Macri de schuld domweg geannuleerd. Begin dit jaar verkocht hij zijn luchtvaartmaatschappij aan het Colombiaanse Avianca dat prompt een voorkeursbehandeling kreeg en het gerenationaliseerde Aerolíneas Argentinas dreigt weg te concurreren.

In juni liet een rechter de politie een inval doen bij bouwbedrijf iecsa op zoek naar documenten over omkoping door Odebrecht bij de aanleg van een treintunnel. iecsa was toen een bedrijf van Macri. Toen hij president werd, deed hij het officieel over aan een neef, die ook de dagelijkse leiding over het concern heeft.

Het vliegtuigje met 500 kilo cocaïne was opgestegen van de finca van het familiebedrijf van de minister van Landbouw

Vorig jaar raakte Macri al in een proces verwikkeld dat hem de bijnaam ‘offshore-president’ opleverde. Het Openbaar Ministerie is nog steeds bezig met het onderzoek naar mogelijk witwassen van 9,5 miljoen dollar door twee offshore-bedrijven waarvan hij samen met zijn vader eigenaar is. De affaire kwam aan het licht bij de publicatie van de Panama Papers. De president is al in staat van beschuldiging gesteld wegens opzettelijke nalatigheid: bij zijn belastingaangifte en bij zijn aantreden als staatshoofd ‘vergat’ hij te melden dat hij een paar bedrijven in belastingparadijzen had.

Ze mogen veel gemeen hebben, vrienden zijn de ongewone presidenten van Amerika en Argentinië niet. Tijdens de campagne sprak Macri openlijk zijn voorkeur uit voor Hillary. De ironie wil dat Macri, als veel anderen in de zakenwereld, door Trump werd belazerd en nooit meer zaken met hem wilde doen. In 1979 verkocht Trump vader Macri een stuk grond in Manhattan voor 150 miljoen dollar. Alle mooie plannen ten spijt gebeurde er niets mee, behalve dat de Argentijn alle bouwvergunningen regelde. Vijf jaar later hield Franco ermee op en liet het project achter in handen van Mauricio. Die meldde al snel: ‘Donald heeft ons terrein gekocht voor honderd miljoen!’

Brazilië spant voor het moment de kroon op het terrein van corrupte politici. Vrijwel de hele politieke klasse in Brazilië laat zich systematisch omkopen door grote bedrijven als Petrobras, Odebrecht en jsb. Maar daar is justitie tenminste bezig met een frontale tegenaanval. Aan de lopende band worden kopstukken opgepakt en ook daadwerkelijk veroordeeld. Zoals Eduardo Cunha, ex-voorzitter van het Huis van Afgevaardigden en de hoofdarchitect van het afzetten van president Dilma Rousseff. Cunha heeft inmiddels een straf van vijftien jaar aan zijn broek. Of Antonio Palocci, jarenlang de minister van Financiën en rechterhand van Rousseffs voorganger Lula, die onlangs tot twaalf jaar is veroordeeld wegens corruptie.

En het net rond ‘fake’-president Michel Temer sluit zich in hoog tempo. Net als in Mexico lopen in Brazilië toppolitici rond met koffertjes vol bankbiljetten. Onlangs werd ex-parlementariër en Temers naaste medewerker Ricardo Rocha Loures gearresteerd, nadat een video was opgedoken waarin hij verschijnt met een koffertje met een half miljoen real (150.000 dollar). Dat zou de wekelijkse betaling aan Temer zijn door jsb, de voedsel- en vleesgigant van Brazilië en het grootste vleesexportbedrijf ter wereld. ‘Temer is de leider van de gevaarlijkste criminele bende van Brazilië’, verklaarde jsb-eigenaar Joesley Batista. De bende bestaat volgens hem naast de president uit enkele ministers en oud-parlementsvoorzitter Cunha, allemaal vooraanstaande leden van de pmdb, de partij waar Temer tien jaar voorzitter van was.

Batista mag zich waarschijnlijk wereldrecordhouder politici omkopen noemen: hij beweert dat hij de afgelopen jaren zeker vijftienhonderd Braziliaanse politici heeft betaald. En dat het Temer persoonlijk was die altijd om geld kwam vragen. Batista heeft ook een opname aan justitie overhandigd waarop Temer akkoord zegt te gaan met het omkopen van een ex-parlementslid in de gevangenis om hem zijn mond te laten houden. De woordvoering van de president ontkende natuurlijk en noemde Batista op zijn beurt ‘de meest succesvolle bandiet in de geschiedenis van Brazilië’.

Overal in Latijns-Amerika zien we deze navolging van de methode Trump: de daders noemen zichzelf slachtoffer en openen de aanval op een ieder die hun praktijken onthult. Wanneer uitlekt dat de Mexicaanse regering met een geavanceerd hackersprogramma journalisten en mensenrechtenactivisten bespioneert, ontkent president Peña Nieto niet alleen, maar zegt hij dat hij zelf ook wordt bespioneerd. Temer reageerde op de officiële aanklacht tegen hem wegens corruptie met de suggestie dat de openbaar aanklager Rodrigo Janot zelf is omgekocht. Het aardige van de huidige gang van zaken is dat zo langzamerhand iedereen iedereen beschuldigt van corruptie en de modder zo van alle kanten komt bovendrijven. Elke dag duiken nieuwe bizarre details op, zoals dat het door de luchtmacht van Brazilië onderschepte vliegtuigje met vijfhonderd kilo cocaïne was opgestegen van de finca van het familiebedrijf van de minister van Landbouw Blairo Maggi.

Inmiddels heeft het almachtige mediaconcern O Globo, dat de parlementaire staatsgreep tegen Rousseff en de terugkeer van de verharde versie van het neoliberalisme hartstochtelijk verdedigde, zijn handen afgetrokken van Temer. Ook vanuit die hoek is de positie van de president onhoudbaar geworden. De doorslaggevende factor in die verbazingwekkende draai van het concern is dat Temer zijn taak heeft volbracht en kan ophoepelen. Wetten en budgetten zijn aangepast, iemand met een iets minder besmet blazoen mag het overnemen, al zal het moeilijk zijn zo iemand te vinden.

Het tijdperk Trump geeft in Latijns-Amerika ruim baan aan het neoliberalism reloaded, een term van de Braziliaanse econoom en historicus Marco Aurélio Garcia, jarenlang een voornaam raadgever van president Lula. In januari is in de VS het ‘extreem-kapitalisme’ aan de macht gekomen, een model dat inmiddels in Latijns-Amerika al werd uitgetest. Het nieuwe neoliberalisme is veel radicaler dan dat van de jaren negentig onder presidenten als Salinas (Mexico), Menem (Argentinië) of Collor de Mello (Brazilië). Garcia spreekt van ‘economisch geweld tegen meerderheden’. De rol van de staat wordt tot een minimum teruggebracht, arbeidskrachten worden steeds goedkoper gemaakt, sociale programma’s (woningbouw, gezondheidszorg, onderwijs, pensioenen) gekort of opgeheven, semi-staatsbedrijven ontmanteld. Het model is zo drastisch dat ‘geen enkele regering het kan uitvoeren binnen een volledig democratisch kader’, aldus Garcia.

In Brazilië heeft de regering-Temer de begrotingen voor onderwijs en gezondheidszorg voor twintig (!) jaar bevroren. Die wet is aangenomen door een parlement waarvan de meerderheid der leden in processen wegens corruptie is verwikkeld. De regering kwam ook met een drastisch voorstel voor de hervorming van de arbeidswetgeving met onder meer een verlenging van de werkdag van acht naar twaalf uur. Het voorstel haalde het op het nippertje niet, na de waarschuwing van de woordvoerder van de Arbeiderspartij: iedereen die hier vóór stemt raakt bij de volgende verkiezingen zijn zetel kwijt. Ook dat recept kennen we inmiddels uit het Amerikaanse Congres.

Hoe komt het dat tal van deelstaten in Mexico en Brazilië failliet zijn? Door de sociale programma’s, zoals de politici willen doen geloven? Of door het systematisch roven door diezelfde politici en bestuurders? Want er kan een hoop misgaan in dit deel van de wereld, maar dat roven is uitermate goed georganiseerd. ‘De overheid is de meest perfecte vorm van georganiseerde misdaad’, schreef een onbekende hand op een muur in Mexico-Stad. Korten en bezuinigen is het klassieke recept van de neoliberalen voor elk probleem. Misschien zou het zinniger zijn de woorden ter harte te nemen die een Argentijnse vakbondsleider sprak tijdens de financiële crisis en het failliet van zijn land in 2001: ‘Als we allemaal eens een maand niet stelen, dan is het land er meteen weer bovenop.’

Nederlandse betrokkenheid

Veel van de buit die de Mexicaanse gouverneurs maken tijdens hun ambtstermijn verdwijnt naar het buitenland, met name naar Amerika waar het geld wordt geïnvesteerd in onroerend goed. Maar ook Nederland speelt het spel met de politieke criminelen mee; de Mexicaanse en Spaanse media publiceerden er uitgebreid over.

Zo heeft de ex-gouverneur van de staat Sonora, Guillermo Padrés Elías, miljoenen dollars witgewassen via twee Nederlandse postbusfirma’s. Padrés zit nu in een gevangenis in Mexico-Stad. De Mexicaanse justitie zegt bewijzen te hebben dat hij tijdens zijn ambtstermijn (2009-2015) tenminste 8,8 miljoen dollar heeft gewit via de bedrijven Dolphinius C.V. en Tenerife C.V. Het zou gaan om fictieve firma’s die speciaal voor dit doel zijn opgericht en geregistreerd in Nederland. Volgens het OM zijn het steekpenningen van de georganiseerde misdaad en van ondernemers in ruil voor overheidsopdrachten.

De fondsen werden overgeboekt naar bankrekeningen van de firma’s in de VS en vervolgens teruggesluisd naar Mexicaanse bedrijven op Padrés’ naam of die van familieleden. Ook de zoon van de ex-gouverneur is opgepakt en tegen elf voormalige medewerkers lopen arrestatiebevelen.

Tijdens een groot corruptieonderzoek in Spanje ontdekte een rechter een rekening met zes miljoen dollar bij een bank in Andorra op naam van Óscar Lara Aréchiga, een voormalige minister van Financiën van de Mexicaanse staat Sinaloa, de thuisbasis van het gelijknamige drugskartel. De rechter is ervan overtuigd dat het gaat om het witwassen van geld van het kartel van El Chapo. Hij kwam er bovendien achter dat Lara Aréchiga nog eens 16,5 miljoen dollar heeft ondergebracht in Panama en op de Nederlandse Antillen. Hij deed dat via de bemiddeling van BK Group, een Nederlands financieel advieskantoor en ‘Tailor of Specialized Financial Services’, volgens de website van het in Amsterdam gevestigde bedrijf, dat bijkantoren heeft op Curaçao en in Luxemburg.

Lara Aréchiga werd multimiljonair toen hij minister van Financiën van Sinaloa was. In 2012 deed hij een vergeefse poging gouverneurskandidaat voor de PRI te worden. Hij is verre familie van Rodrigo Aréchiga, de leider van Los Antrax, een groep huurmoordenaars van het Sinaloa-kartel, die eind 2013 op Schiphol werd gearresteerd en aan de VS is uitgeleverd.