Beroep Israëlische militair die gewonde Palestijn doodschoot afgewezen

Een militair gerechtshof in Israël heeft het beroep verworpen van de Israëlische militair die vorig jaar een gewonde Palestijnse man doodschoot. De militair, Elor Azaria, schoot de Palestijn door zijn hoofd toen hij zwaargewond op straat lag in Hebron. De man had kort daarvoor samen met een ander geprobeerd militairen neer te steken.

Azaria werd begin dit jaar veroordeeld tot 18 maanden cel. Tegen hem was 3 tot 5 jaar cel geëist. Met de afwijzing van het hof blijft de straf van anderhalf jaar in stand.

De zaak maakte veel los in Israël: veel mensen vonden de straf te licht, maar even zo veel vonden dat Azaria juist had gehandeld. Ook premier Netanyahu vindt dat de rechtbank de militair gratie moet verlenen. Hij herhaalde dat vandaag op Twitter.

De Israëlische minister van Defensie, Avigdor Lieberman, heeft de familie van Azaria in een verklaring gevraagd om niet opnieuw in beroep te gaan. Hij spreekt van een moeilijke dag. Lieberman hoopt dat de familie de stafchef van het leger om gratie vraagt. "Ik twijfel er niet aan dat hij de moeilijke omstandigheden in zijn overweging meeneemt."

Heftige discussie

Op het moment dat de Palestijn de militairen probeerde neer te steken en Azaria hem doodschoot, werden in Israël regelmatig aanslagen gepleegd door Palestijnen. In de vijf maanden voor het incident waren daarbij 29 Israëliërs gedood.

De zaak van de sergeant was aanleiding voor een heftige discussie over het geweld dat Israëlische militairen mogen gebruiken. Hoge militairen waren van mening dat Azaria de regels had geschonden, omdat hij alleen in levensbedreigende situaties zou mogen schieten. Anderen vreesden dat de zaak ertoe zou leiden dat militairen in de toekomst zullen aarzelen om op terroristen te schieten.

De rechter die het beroep van de militair heeft afgewezen, sluit zich aan bij de hoge militairen. "Met zijn actie heeft de militair belangrijke waarden geschonden. Dit was een verboden en immorele daad."

Belangrijke boodschap

Mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch is tevreden over de beslissing van het gerechtshof. "Het in stand houden van het vonnis tegen een soldaat die is veroordeeld voor het doodschieten van iemand van wie geen enkele dreiging meer uitging, is een belangrijke boodschap over de beperkingen op dodelijk geweld."