Direct naar artikelinhoud

Moet de patiënt de antibioticakuur nou afmaken of niet?

Moet de patiënt de antibioticakuur nou afmaken of niet?
Beeld Thinkstock

Het idee dat je resistente bacteriën kweekt als je je antibioticakuur niet afmaakt, is achterhaald, betoogden Britse artsen. In veel gevallen zou het raadzaam zijn de kuur juist niet af te maken. Wat moeten huisarts en patiënt met dit pleidooi?

Als je je kuur niet afmaakt blijven de sterkste ziekteverwekkers in leven en geef je bacteriën de kans resistent te worden tegen antibiotica. Dat is ons altijd ingeprent, en het wordt nog steeds verkondigd door de Wereldgezondheidsorganisatie WHO.

In Nederland is het antibioticagebruik per hoofd van de bevolking een kwart van wat gebruikelijk is in Europa.

"Daar zijn wij het niet mee eens", zegt prof. Jaap van Dissel, directeur van Centrum Infectieziektebestrijding van het RIVM en hoogleraar in Leiden. "De Britse artsen stellen dit terecht aan de kaak; dat verband klopt niet. Een kuur moet je afmaken, niet om resistentie te voorkomen maar om de infectie die je hebt afdoende te bestrijden. Voortijdig stoppen met een kuur vergroot het gevaar van resistentie niet, maar kan wel de infectie en de klachten doen terugkomen." Voor dat doel, het bestrijden van de infectie, kun je in veel gevallen volstaan met kortere kuren dan nu worden voorgeschreven, zeggen de Britten.

Dat gaat op voor Groot-Brittannië, zegt Van Dissel, en voor veel landen  op het Europese continent, maar niet voor Nederland. Het antibioticagebruik is hier per hoofd van de bevolking een kwart van wat gebruikelijk is in Europa. En de richtlijnen zijn terughoudend. 

De meest voorkomende infectieziekten zijn longontsteking en ontstekingen aan urinewegen en nierbekken. Voor die infecties worden in Nederland kuren voorgeschreven die tweemaal korter zijn dan wat in andere landen gebruikelijk is. Voor longontsteking werd voorheen een kuur van een of twee weken voorgeschreven. Uit klinisch onderzoek bleek dat het met veel minder kon; een kuur van vijf dagen is nu de richtlijn voor de meest voorkomende vorm.

Dat is wat de Nederlandse richtlijn zegt, maar is het ook wat de huisartsen doen?

Ja, zegt Van Dissel, de richtlijnen worden behoorlijk goed gevolgd. Wel komt het nog voor dat huisartsen antibiotica voorschrijven terwijl ze niet zeker weten of de boosdoener inderdaad een bacterie is. Het zou ook een virus kunnen zijn, daar hebben antibiotica geen vat op.

Valt er in Nederland dan niets te verbeteren?

Jawel. De totale hoeveelheid antibiotica die de mensheid in omloop brengt is ook in Nederland een zorg. Je zou die kunnen verminderen door preciezer voor te schrijven, zegt Van Dissel. Antibiotica helpen de afweer van het lichaam in zijn strijd tegen een infectie. Hoeveel hulp je nodig hebt hangt af van de conditie van je afweer. Een arts zou zijn recept daarop moeten afstemmen. Maar die verfijnde afstemming vergt nog veel wetenschappelijk onderzoek.

Kan de patiënt niet een paar vuistregels meekrijgen? Zoals: als de pijn wegtrekt en de koorts zakt, kun je stoppen met de kuur.

Lastig, zegt Van Dissel. Voor sommige infecties zou dat kunnen, maar voor andere juist niet, omdat de infectie langer aanhoudt dan de klachten van de patiënt. Keelontsteking door bacteriën is een voorbeeld. De Nederlandse richtlijn schrijft tenminste zeven dagen antibiotica voor. Zo lang houden de klachten zelden aan, maar er zijn zeldzame complicaties bekend die kunnen optreden als die termijn niet wordt aangehouden. De kuur moet dus worden afgemaakt, ook al zijn de klachten verdwenen.