Direct naar artikelinhoud

Criminelen in Banne Buiksloot: intimidatie, terreur en roof vanuit ouderlijk huis

Een groep jonge criminelen terroriseerde de Banne Buiksloot in Noord. Brutaal, intimiderend en zonder scrupules, tot ze ten onder gingen aan hun eigen falen. Wie zijn zij?

en
Voor ouderen uit het Eduard Douwes Dekkerhuis werd elke brommer een reden tot angstBeeld Rink Hof

Tussen de chaos in haar overhoopgehaalde flat ziet de bewoonster van de Banne Buiksloot de lijstjes met foto's van haar kinderen zorgvuldig op een rijtje geplaatst op de bank. De inbrekers hebben ze gerangschikt: haar oudste links, de jongste rechts. Naast de foto van het jongste kind ligt een groot mes.

Het is een nieuw dieptepunt in de cynische intimidatie van de buurt door een groep van enkele tientallen jongens en jonge mannen.

Voor de kick
Als vermoed inbreker Redouane T. (18) uiteindelijk in het verdachtenbankje zit, begrijpt de rechtbankvoorzitter maar niet waarom de jongens zoiets deden bij de uitbaatster van het buurtwinkeltje waar ze zelf klant waren. "Ik vind het ziek. Het is heel begrijpelijk dat die mevrouw heel bang is geworden. Snap je dat? Als ik dit allemaal lees, denk ik: dit méén je niet."

Redouane geeft geen sjoege, ook niet als de brief van de vrouw is voorgelezen waarin ze vertelt nog wakker te liggen. Anderen deden het, zegt hij. Hij was er alleen voor de kick. Nee, hij noemt geen namen. Hij is geen verrader. Zo gaat het steeds als met hem een hele trits grotere en kleinere misdrijven wordt doorgenomen. Drugshandel, een gewelddadige straatroof, mishandelingen, nog een inbraakpoging.

De Banne Buiksloot is niet zo mondain als de De Pijp of opkomend als de Baarsjes. Er zijn geen musea of broedplaatsen voor creatieven, maar het is niettemin een echte Amsterdamse wijk.

Precaire balans
Ouderen worden er verzorgd in het Eduard Douwes Dekkerhuis en kinderen gaan naar basisschool de Driemaster. Er is een sportclub, een bibliotheek. Supermarkten, restaurants, buurtwinkeltjes. Flats en laagbouw, koophuizen en sociale woningbouw wisselen elkaar af.

Aan de rand van de wijk ligt een opvang van de Volksbond voor drugsverslaafden en daklozen die hoop houden op een nieuw leven.

Vorig jaar werd de toch al precaire balans in de volkswijk aan het wankelen gebracht door een groep straatjongens die in korte tijd velerlei misdrijven pleegden. Van het lukraak in elkaar slaan van klanten van de Dirk van den Broek en Albert Heijn tot een poging in te breken bij het Indische winkeltje. Ruiten werden ingegooid en bejaarden belaagd. Er waren onderlinge vechtpartijen, berovingen en drugshandel.

Bob en Ronnie
Inmiddels is de rust weergekeerd, maar pas nadat politie, justitie, stadsdeel Noord en een reeks instanties stevig hadden ingegrepen.

Wie zijn die heel jonge criminelen, die in korte tijd zoveel misdrijven pleegden die de buurt ontwrichtten?

Bob en Ronnie heten ze. Althans, zo stonden ze bekend onder de daklozen bij de opvang van de Volksbond. In werkelijkheid heten ze Redouane, Salaheddine, Karani, Yusuf, Ersin en Mohammed, maar op de briefjes die ze begin vorig jaar uitdeelden aan de verslaafden stond een telefoonnummer en 'Bob' of 'Ronnie'.

Armlastige junks
Voor alle bestellingen heroïne en cocaïne in kleine hoeveelheden, die te betalen zijn voor armlastige junks. Voor een tientje ('een donnie') of 'poffertjes': drugs op afbetaling.

Vorig jaar werd de toch al precaire balans in de volkswijk aan het wankelen gebracht door een groep straatjongens

De jongens achter de handel, waarin Redouane T., Salaheddine O. en Karani C. de grootste rol wordt toegedicht, komen uit de buurt. Ze wonen nog bij hun ouders, samen met kleine broertjes en zusjes. Ze hangen op straat, vooral rond de bankjes bij het bejaardenhuis.

Rond de harde kern van een handvol leiders, onder wie jongemannen uit de Top 600 van gewelddadige criminelen, hangen zo'n veertig jonge meelopers. Ze cultiveren een straatcultuur: hard zijn, geld verdienen, niet over je heen laten lopen, de juiste merken dragen, veel blowen, naar niemand luisteren. Banne Cité noemen ze zich, vrij naar de uitzichtloze Franse banlieues.

Onthutsend beeld
De drugshandel valt op, helemaal doordat de groep op straat vervelend is. Als de politie de leiders van dichtbij volgt, geeft dat een onthutsend beeld van jonge levens die vrijwel alleen op criminaliteit en eigen gewin zijn gericht.

Groepsleider Redouane T., ziet zichzelf als een soldaat. Hij intimideert de jongens om hem heen en slaat en schopt ook een buurtbewoner die hem bij de supermarktkassa verkeerd aankijkt. "Je kankermoeder, kom een-op-een dan." Hij woont nog bij zijn moeder, maar op straat zijn de andere jongens bang van hem.

T. staat bekend als Barry. Samen met zijn maatje Salaheddine O. heeft hij een drugshandeltje opgezet. 'Salah' O. (20) wordt vanwege zijn postuur ook wel 'Panda' genoemd. Hij had een moeizame kindertijd. O. zat al eens in de jeugdgevangenis vanwege inbraken, zijn broer wacht op berechting voor een overval. Hun ouders werken hard, maar kampen met torenhoge schulden.

Betalen in natura
De politie luistert mee als de nieuwbakken drugshandelaren bellen over bestellingen. De voorraad bewaren ze in een huis dat O. toegewezen heeft gekregen in een begeleidwonenproject. De junks kunnen lang niet altijd afrekenen. Zeker eenmaal laat een van de jongens een verslaafde vrouw betalen in natura: met seks.

Omdat ouders hun criminele kinderen hun gang lieten gaan, werden van twee families de woningen gesloten.Beeld Mats van Soolingen

Het leven van Redouane T. en Salaheddine O. wordt gekenmerkt door opportunistische criminaliteit. Even een schroevendraaier tussen de deur van het Indische winkeltje. Met een ­moker de deur van een coffeeshop inslaan en vluchten zonder buit.

Volgens justitie breken O. en T. samen in bij een vriendje met wie ze ruzie hebben. Ze stelen twee televisies die in hun slaapkamers terechtkomen. 'Ik heb de hele nacht niet geslapen, mijn nieuwe tv is zo vet,' stuurt de een naar de ander. 'Mijne is ook dik,' antwoordt die.

Handelaar met enkelband
Min of meer parallel aan het groepje ontwikkelt zich een tweede clubje drugsdealers rond de broers Karani (21) en Esari (18) C., van Turkse komaf. Ook zij wonen bij hun ouders. De slaapkamer delen ze met hun kleine broertje en zusje (dat het overigens wél goed doet op school).

De broers drijven vanuit huis handel in 'boven en onder': codenamen voor cocaïne en heroïne. Jongens uit de buurt verspreiden de drugs in de klantenkring. Als een van hen wordt gepakt, gaat hij na zijn vrijlating met enkelband verder met de handel. De broers C. zijn de leiders: wordt een van hen gearresteerd, dan neemt de ander het over.

Intussen heeft Karani C. meer bezigheden. Hij chanteert zijn ex-vriendinnetje met naaktfoto's en bedreigt haar: "Luister, als je niet wil, ga ik je kankermoer helemaal de grond in timmeren. Je gaat nu met mij praten of ik snij je kankerkeel open. Ga nooit ergens alleen naartoe, want je gaat de kofferbak in." Enzovoort. Het meisje durft niets tegen haar ouders te zeggen. De schande zou groot zijn.

Schaamtecultuur
Die schaamtecultuur is van grote invloed op het leven van de jongens. Het drijft ze ertoe op straat het beeld in stand te houden dat ze alles onder controle hebben, terwijl ze in werkelijkheid in alles falen. Ook de ouders laten zich leiden door schaamte. Toegeven dat er een probleem is met hun zoon betekent gezichtsverlies.
Wegkijken van onverklaarbare dure spullen en overduidelijke misdrijven is het alternatief.

De groepen die op straat zo intimiderend overkomen, beginnen op enig moment toch barstjes te vertonen. Redouane T. berooft met wat hulpjes een groepslid van zijn telefoon, waarbij het slachtoffer harde klappen krijgt. Daags na de straatroof valt hij het slachtoffer weer lastig: T.'s schoudertasje is bij de straatroof gescheurd en dat moet het slachtoffer vergoeden. Opnieuw slaat een groepje de jongen in elkaar.

Niet lang daarna worden T. en Salaheddine O. gearresteerd, maar hun detentie maakt geen indruk. Vanuit de gevangenis bedreigen ze buurtgenoten die met de politie zouden hebben gepraat. Gevangenistelefoons worden uiteraard afgeluisterd. Te horen is hoe Redouane T. een vriendje instrueert: "Je moet zeggen: je wilt namen noemen bij de scotoe (politie, red.), toch? Dan moet je hem vol geven. Vechten, vechten."

Als een van hen wordt gepakt, gaat hij na zijn vrijlating met enkelband verder met de handel

De hoofdrolspelers

De rechtbank veroordeelt de hoofdrolspelers uiteindelijk tot serieuze straffen.

- Redouane T. (18): 22 maanden cel plus een gebiedsverbod.
- Salaheddine O. (20): 18 maanden, waarvan 6 voorwaardelijk plus een gebiedsverbod.
- Karani C. (21): 10 maanden, waarvan 2 voorwaardelijk en een gebiedsverbod.
- Esari C. (18): 16 maanden, waarvan 4 voorwaardelijk en een gebiedsverbod.

De woningen van de families T. en C. zijn gesloten.