Direct naar artikelinhoud
Interview

Werkpact ouderenzorg: mooi, maar kwetsbaar

Staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten als vrijwilliger in het verzorgingstehuis De Strijp, in het kader van NL DOET.Beeld Werry Crone

Met meer geld voor de ouderenzorg is het personeelstekort niet plots opgelost, stelt hoogleraar Ton Wilthagen.

Personeel in de ouderenzorg wacht mooie tijden. Werkgevers, bonden en het kabinet beloven werkzekerheid, meer collega's en minder werkdruk. Maar kunnen ze het waar maken?

"De rode loper wordt uitgerold voor elke professional", schrijven de drie partijen in hun Arbeidsmarktagenda 2023, die ze deze week naar buiten brachten. Alles om een dreigend tekort aan zorgpersoneel af te wenden. Want als er niets gebeurt, loopt dat in 2022 op tot tussen de 100.000 en 125.000 mensen, berekenen ze.

Na de verhalen over plascontracten en een zwarte lijst van verpleeghuizen die ondermaats presteerden, besloot Den Haag fors meer geld uit te trekken voor de ouderenzorg. Begin dit jaar kwam de overheid bovendien met nieuwe kwaliteitsnormen. 

Om daaraan te voldoen, heeft de ouderenzorg meer personeel nodig. "Alle goede elementen zitten in die arbeidsmarktagenda", zegt de Tilburgse hoogleraar arbeidsmarkt Ton Wilthagen, "maar het heeft ook iets triests. Dat het nu alle hens aan dek is, is omdat de overheid de arbeidsmarkt in de zorg de afgelopen jaren heeft laten verslonzen."

WW-grootleverancier

In 2013, brengt hij in herinnering, was de zorg de grootste leverancier van WW'ers. Het was crisis, het geld was op. "De overheid bezuinigt nu eenmaal het makkelijkst op publieke sectoren als zorg en onderwijs. Niet dat er minder vraag naar zorg was, maar de geldkraan ging dicht. De overgebleven krachten moesten harder werken." 

Logisch dus dat er in 2014 maar weinig studenten voor de verpleging kozen, zegt Wilthagen. "Dat heeft al het imago van vies werk, billen wassen en steunkousen aantrekken. Nu kwamen daar nog werkdruk en ontslagen bij." Het kleine clubje nieuwelingen van 2014 studeert volgend jaar af en komt dan de arbeidsmarkt op. Ze zijn met te weinig om de gaten te vullen. Dat er dit schooljaar 3500 studenten extra aan verpleegkunde beginnen is mooi, zegt Wilthagen, maar biedt pas in 2021 soelaas.

Verpleging heeft al het imago van vies werk, billen wassen en steunkousen aantrekken. Nu kwamen daar nog werkdruk en ontslagen bij
Ton Wilthagen

Vandaar die rode loper voor zorgprofessionals; er is partijen veel aan gelegen om de mensen die nu in de zorg werken vast te houden. Uitbreiding van hun aantal uren moet een einde maken aan de verafschuwde gebroken diensten - 's morgens een paar uur werken, een paar uur vrij en aan het einde van de middag weer aan de bak - en er wordt ze scholing in het vooruitzicht gesteld. Bovendien beloven werkgevers en vakbonden 'toe te werken naar werkzekerheid'.

Werkzekerheid

Dat is dus niet de belofte dat niemand wordt ontslagen, benadrukt Wilthagen. "Die is niet waar te maken." Werkzekerheid betekent dat wie in de wijkverpleging niet meer terechtkan, overstapt naar een ziekenhuis dat vacatures heeft, een verpleeghuis of de gehandicaptenzorg. 

Een prachtig idee, vindt Wilthagen, dat wel vereist dat zorginstellingen samenwerken. "In de zorg zie je veel eigen-toko-eerst-gedrag. Daar zit de kwetsbaarheid in dit verhaal." Wil dit slagen, zegt hij, dan moeten instellingen regionaal de koppen bij elkaar steken en niet blind gaan voor hun eigen belang en personeel bij elkaar wegkopen, zoals nu wel gebeurt.

En er is nog een kwetsbaarheid. Als de Brexit, een onverwachte beweging van president Poetin of het protectionisme van president Trump de Nederlandse economie weer in crisis stort, houdt dit verhaal dan stand? "Het verleden stemt niet hoopvol. Er is nooit een soort streep: hoger dan dit mag de werkdruk niet oplopen, dus verder kan er niet worden bezuinigd. Dan dreigt weer die zwabberkoers."