De relatie tussen Turkije en de Europese Unie is de afgelopen jaren flink bekoeld. Erdogan had ruzie met onder meer Duitsland - over een satirisch gedicht van komiek Jan Böhermann - en Nederland, toen twee ministers dit voorjaar geen campagne mochten voeren voor het omstreden referendum.
De Turkse president lijkt steeds meer lak te hebben aan belangrijke waarden als persvrijheid of mensenrechten, zaken die Europa hoog in het vaandel heeft staan. Toch lijkt Turkije nog steeds te mikken op een EU-lidmaatschap.
Donderdag gaf het Europees Parlement te kennen in 2019, als de omstreden wetswijziging die Erdogan veel meer macht geeft ingaat, de officiële gesprekken over toetreding stop te willen zetten. Turkije reageerde direct als door een adder gebeten: van stopzetten van het traject, dat al ruim een halve eeuw duurt, kon absolúút geen sprake zijn.
Anti-Europees sentiment
Gelooft Turkije daadwerkelijk nog een kans te maken tot een plekje in de Europese Unie? Nee, antwoorden meerdere experts zonder enig voorbehoud. "Hoewel het land tot op het bot verdeeld is, is het anti-Europese sentiment in Turkije de laatste jaren flink toegenomen", stelt hoogleraar Erik-Jan Zürcher van de Universiteit Leiden.
"Maar het is niet in het belang van Ankara om zelf de stekker uit dat proces te trekken. Erdogan kan er propaganda-technisch prima garen bij spinnen als hij Europa deze zwarte piet straks toe kan spelen."
Erdogan heeft Europa in dat opzicht niet meer nodig
De relatie tussen Europa en Turkije was de afgelopen decennia aan heel veel veranderingen onderhevig. "Pakweg vijftien jaar geleden werd lidmaatschap van de unie nog serieus gezien als een manier om Turkije vooruit te helpen en te moderniseren en democratiseren", legt de Turkije-deskundige uit.
De AKP, de partij van Erdogan, zag toenadering tot Europa toen als een handige manier om de macht van het leger in te perken. "Maar dat is inmiddels gelukt, dus Erdogan heeft Europa in dat opzicht niet meer nodig."
Flinke hobbels
Een ander probleem is ook dat Turkije een groot land is. "Het toevoegen van grote landen in de unie is altijd een stuk lastiger dan kleine staatjes als Slovenië of Malta", legt oud-Europarlementariër Joost Lagendijk uit. Hij werkt onder meer als docent in Istanbul. "Grote landen als het Verenigd Koninkrijk, Spanje of Polen moesten ook flinke hobbels nemen."
Malta heeft het overheidsapparaat van een flinke gemeente. Maar in Turkije wonen meer dan 80 miljoen mensen, rekent Lagendijk voor. "Dat betekent véél meer neuzen die je dezelfde kant op moet krijgen. En probeer je eens voor te stellen hoeveel tijd, energie en geld het kost om iets relatief simpels als de Europese milieurichtlijnen in het hele land te implementeren."
Koude Oorlog
Turkije deed de eerste toenaderingspoging tot de Europese Unie eind jaren vijftig; de unie was toen nog een louter economisch samenwerkingsverband. "Het was hartje Koude Oorlog", schetst Zürcher. "Er was Europa en de NAVO heel veel aan gelegen om Turkije in hun kamp te krijgen. Het is mede door de ligging militair-strategisch gezien een heel belangrijk bastion. En Turkije zag vooral kansen om zichzelf economisch te versterken."
In 1963 werd een verdrag gesloten dat uit ging van drie fasen tot een toetreding: ontwikkelingshulp, het aanpassen aan de Europese waarden van de Turkse wetten en regelgeving en daarna het daadwerkelijke lidmaatschap. De eerste officiële aanvraag tot toetreding deed Turkije in 1987.
"De tijden waren echter veranderd”, legt de Leidse hoogleraar uit. "De Koude Oorlog was voorbij. En Europa ging meer waarde hechten aan haar grotere ambities: de unie moest méér worden dan een economisch samenwerkingsverband. Opeens leek Turkije veel minder bij Europa te passen dan altijd maar werd aangenomen."
Werkgroepen
De oorlog die in die periode woedde tussen het Turkse leger en de Koerden maakte van Turkije ook geen erg gewenste partner in de unie. Door al dat dralen in die periode heeft Europa bij Ankara en de bevolking echter veel goodwill verspild. "Het is geen rare gedachte dat het allemaal heel anders was gelopen als de Europese Unie in die periode wat toeschietelijker was geweest."
Op dit moment wordt de relatie tussen Europa en Turkije alleen maar belast door het schemergebied waarin de toetredingsaanvraag maar blijft hangen. Er vinden in werkgroepen nog wel onderhandelingsgesprekken plaats, maar iedereen weet dat dit effectief nergens toe zal leiden.
Goede buren
"Het zou heel gezond zijn als beide partijen zouden erkennen dat dit gewoon niet werkt", stelt Zürcher. "Dan kunnen ze gaan werken aan een goede burenrelatie in plaats van deze onhandige constructie waardoor iedereen in een permanente staat van teleurstelling verkeert. Turkije gaat op korte termijn niet democratischer worden, en Europa gaat zijn kritiek op Erdogan echt niet voor zich houden."
De Europese landen denken dan het laatste flintertje invloed op Turkije te verliezen.
Het enige belang dat Turkije op dit moment in Europa heeft. is economisch. "De Turkse economie kan niet groeien zonder hechte banden met Europa", legt analyticus Lagendijk uit. "Ik denk dat beide partijen er baat bij zouden hebben als ze deze situatie omzetten in een duidelijk economisch samenwerkingsverband. Een modernisering van de douane-unie die de EU en Turkije in 1996 hebben gesloten, zou daarvoor de ideale basis kunnen vormen. Binnen de EU groeit de steun voor zo’n constructie ook."
Laatste flintertje
Het Europese Parlement kan overigens de onderhandelingen over een mogelijke toetreding niet stopzetten; dat moet de Europese Raad doen. Die heeft er op dit moment geen enkel belang bij. "De Europese landen denken dan het laatste flintertje invloed op Turkije te verliezen. Bovendien is het land op dit moment een belangrijke partner tegen wil en dank in het oplossen van het vluchtelingenprobleem."
En wie garandeert dat Erdogan er nog tien jaar zit? Lagendijk durft die weddenschap niet aan te gaan. "Hij lijkt nu heel stevig in het zadel te zitten. Maar de marginale winst bij het referendum toont aan dat zijn achterban zeker geen ruime meerderheid vormt. Er zijn heel veel onvoorspelbare factoren die ervoor kunnen zorgen dat de kaarten in 2019 heel anders op tafel liggen."