Direct naar artikelinhoud

Radicalisering maakt plaats voor frustratie

Leden van de anti-terreureenheid in 2013 aan het werk in Rotterdam.Beeld Hollandse Hoogte / Peter Hilz

Voormalig 'radicaal' Engin Baydar waarschuwt: naar Syrië uitreizen is niet zo gemakkelijk meer. Maar de voedingsbodem is niet weg. Ondertussen klinkt er in Den Haag de roep om extra anti-terreurmaatregelen.

"Extreme jongeren die geweld willen gebruiken tegen de Nederlandse staat ben ik niet vaak tegengekomen. Ik zie wel frustratie. Dat heeft niets met radicalisering te maken, maar met het klimaat in Nederland."

Engin Baydar, geboren en getogen Amsterdammer met een Turks-Bosnische achtergrond, stond ooit op het punt naar Syrië te vertrekken. Nu adviseert hij jongerenwerkers en ambtenaren over radicalisering. Met het toneelstuk 'Extreem Gelijk', waaraan hij zelf meeschreef, gaat hij langs middelbare scholen.

Op zijn zeventiende bekeerde Baydar, van huis uit ongelovig, zich tot de islam. "Ik werd 'radicaal'. Ik wilde geen mensen doden of opblazen, maar strijden voor mijn geloof." Woedend volgde hij de oorlog in Syrië. "Ik zag de beelden van verkrachte vrouwen, mannen die werden vernederd en opgehangen. Als moslims worden aangevallen, voelt het alsof het je broer is."

Baydar zat in een netwerk van uitreizigers. Sommigen zijn nu 'terugreizigers': gedesillusioneerd, worstelend met de reclassering en op zoek naar een plek in de maatschappij die ze de rug toekeerden. Eén ding hebben ze gemeen, zegt Baydar: bij vertrek waren het geen 'gevaarlijke idioten', maar naïeve, gefrustreerde pubers. "Sommigen waren 14 of 15 jaar en vertrokken impulsief. Nederland wilde hen niet, dachten ze. Syrië was perfect. Je krijgt een vrouw, misschien vier, een huis en een wapen. Dáár ben je strijder."

Onder de grote stroom van uitreizigers in 2011 en 2013 was IS 'hot'. Maar er waren ook uitreizigers die voor andere partijen wilden strijden. Bij wie je je moest aansluiten, wisten veel jongeren niet. "Je ging gewoon en hoopte goed uit te komen."

Waarom hij wel en ik niet, in mijn land

Witte woede

Vertrekken was toen nog vrij gemakkelijk, zegt Baydar. Soldaten kon je omkopen met geld in een sigarettenpakje. Dan stak je de Turkse grens over. Nu reist niemand meer uit. "De Turkse grenzen zijn dicht. Al die gefrustreerde jongeren blijven nu thuis. Dat is misschien nog wel gevaarlijker voor Nederland."

De toegang tot 'paradijs Syrië' mag dan gesloten zijn, het klimaat dat jongeren tot hun reisplan bracht, is niet weg. Integendeel, zegt Baydar. "Na de aanslag in Londen, toen een witte man met een busje op moskeegangers inreed, schreef iemand op sociale media: 'Eén dode maar? Slechte chauffeur'. Hij kreeg honderden likes. Columniste Ebru Umar verdedigde zelfs de dader: je kon het hem niet kwalijk nemen."

Nederland zit volgens Baydar vol met dit soort mensen. Die 'witte woede' ziet hij ook in zijn eigen buurt. "Als ik in Amsterdam-Noord in een goede auto rijd, zeggen witte buurtgenoten: 'Waarom hij wel en ik niet, in mijn land'. Mijn land! Blijkbaar is dit mijn land niet."

Je werd al uitgesloten, maar nu hoor je er officieel niet meer bij

De aanpak van de overheid werkt averechts, zegt Baydar. Neem het 'signaleringsbeleid' waarmee gemeenten radicale jongeren in kaart brengen. "Jongens met een lange baard en een gewaad worden 'gesignaleerd'. Vroeger had ik zelf een lange baard. Geregeld stond er politie voor de deur. Toen mijn bezoek eens vertrok, een jongen met lange baard, wilden ze weten wie hij was en waarom hij bij mij was. Op straat stapten agenten soms af op jongens met lange baard en gewaad. 'Ben je salafist?' werd dan gevraagd. Dat werkt toch niet!"

De overheid is de vijand

Dit soort jongeren krijgt volgens Baydar vervolgens de AIVD op hun dak. "Er komt een melding, ze worden 'in kaart gebracht'. Hun omgeving wordt uitgekamd. Er volgen maatregelen." Zo mag de overheid bij 'vermoedens van radicalisering' het paspoort afpakken. "Ik ken al zes jongens bij wie dat is gebeurd."

"Steeds ten onrechte. Sommigen hebben misschien ideeën die voor Nederland niet wenselijk zijn, maar uitreizen zullen ze niet. Moet je nagaan hoe extreem dit voelt. Je werd al uitgesloten, maar nu hoor je er officieel niet meer bij. Als je als woedende jongere met radicale gevoelens kampt, zijn dit soort voorvallen de trigger."

De overheid is voor veel jongeren de vijand, zegt Baydar. Ze zoeken antwoord in complottheorieën, want 'wit' Nederland vertrouwen ze niet. Ze kampen met andere problemen, zoals werkloosheid, armoede, of het criminele pad dat lonkt.

Luister naar de jongeren

Van het huidige de-radicaliseringswerk van gemeenten heeft hij ook geen hoge pet op. "Het is een industrie waarin veel bedrijfjes een flinke boterham verdienen. De jongeren om wie het gaat, bereiken ze niet." Gemeenten moeten meer investeren in jongerenwerk. "Praat met de jongeren. Het zijn geen ideologische gekken. Luister naar ze."

In december spreekt hij op een congres over radicalisering en terrorisme. Dat is voorlopig het laatste dat hij doet. Hij is er klaar mee. De camera moet nu maar eens ergens anders op gericht worden. Zoals op extreem-rechts dat groeit, op de moslimhaat en racisme. "De echte slachtoffers vanaf de war on terror zijn de moslims."