"Niemand houdt van stress, maar als je dit beroep hebt, dan zoek je dat toch iedere keer weer op", aldus Gesink, die afgelopen winter al samen met zijn ploeg Lotto-Jumbo besloot dat hij zich in de Ronde van Frankrijk zal richten op het winnen van een etappe.
"Als je een maand lang geen koers rijdt, dan maak je die ene intervaltraining waarin je heel diep moet gaan zo belangrijk dat je toch weer zenuwachtig wordt. Dat hoort bij topsport, dat is de kick die we elke keer weer zoeken."
"Dus ik zal me deze Tour ontzettend opnaaien voor de dagen waarop ik wil proberen een rit te winnen. Dat hoort erbij, is ook de enige manier waarop het echt werkt. Ik heb nog nooit goed gereden wanneer ik heel relaxed was."
Gesink, die zes (berg)ritten heeft aangemerkt als goede kansen voor een ritzege, houdt er wel rekening mee dat deze Tour wat "saaier" kan worden voor hem.
"Ik heb namelijk nu niet elke dag wat te doen", zegt hij met een glimlach. "Het kan twee kanten opgaan, maar dat hangt ook van het succes van de ploeg af."
Tijdverlies
De grootste omschakeling voor Gesink wordt misschien wel dat hij deze Tour bewust tijd moet gaan verliezen in de eerste week, zodat hij later in de ronde de ruimte zal krijgen om in ontsnappingen mee te zitten.
"Misschien zal dat wat tegennatuurlijk zijn, maar ik moet die natuur nu maar een keer loslaten. Uiteindelijk zal het wel lukken. Als ik woensdag in de bergrit met aankomst op La Planche des Belles Filles niet te hard op de pedalen trap, dan verlies ik vanzelf genoeg tijd."
Gesink, die in 2009 vierde en in 2015 zesde werd in de Tour, vormt de komende drie weken samen met de Nieuw-Zeelander George Bennett en de Sloveen Primoz Roglic (beiden 27) de afdeling klimmers van Lotto-Jumbo, de ploeg die verder vooral om sprinter Dylan Groenewegen is gebouwd.
De 104e editie van de Tour de France begint zaterdag met een tijdrit van 14 kilometer in het Duitse Düsseldorf.