Een functionaris van het Amerikaanse ministerie van Binnenlandse Veiligheid, Jeanette Manfra, heeft tegenover een senaatscommissie gezegd dat er geen bewijs is dat Rusland tijdens de presidentsverkiezingen in 2016 stemmen heeft gemanipuleerd.
Manfra, assistent-onderminister voor cybersecurity bij het Amerikaanse ministerie van Binnenlandse Veiligheid, heeft weliswaar gezegd dat er geen bewijs is dat er met daadwerkelijke stemmen is geknoeid, maar volgens haar hebben Russische hackers wel geprobeerd de verkiezingssystemen van 21 verschillende Amerikaanse staten te hacken. Bij een klein deel van de verkiezingssystemen en -netwerken zouden de hackpogingen daadwerkelijk zijn geslaagd. Manfra wilde niet zeggen welke 21 staten het betreft. Vorig jaar gaven Arizona en Illinois al aan dat hun stemregistratiesystemen doelwit waren van hackers.
Ondanks de hacks heeft Manfra nog altijd vertrouwen in de verkiezingen en stelt ze dat ze vrij goed bestand zijn tegen hacks, omdat de verkiezingen veelal gedecentraliseerd plaatsvinden op lokaal niveau, vrij grootschalig zijn en de gebruikte systemen veelal losstaan van die uit andere staten. Manfra zei dat de eigenaren van de verkiezingssystemen, vaak de staten, op de hoogte zijn van de hackpogingen, maar dat geldt wellicht niet voor de lokale beheerders die de systemen daadwerkelijk hebben gebruikt.
In januari hebben verschillende Amerikaanse inlichtingendiensten een rapport vrijgegeven waarin ze uiteenzetten hoe Russische hackers de Amerikaanse verkiezingen hebben beïnvloed. Het rapport, opgesteld door de CIA, FBI en NSA, spreekt over een grootschalige ondermijning van de Amerikaanse democratie. In het rapport wordt onder meer gesproken over een hacker met het pseudoniem Guccifer 2.0, die door de Russische militaire inlichtingendienst GROe is ingezet om in te breken bij de Amerikaanse Democratische Partij.