Dat zei Zeid Ra'ad Al Hussein, de hoge commissaris voor de mensenrechten van de Verenigde Naties, dinsdag tijdens de VN-mensenrechtenraad in Genève.
Leden van de door de Congolese regering gesteunde Bana Mura-militie zouden zich de afgelopen maanden schuldig hebben gemaakt aan gruwelijk, etnisch gemotiveerd geweld in Kasaï, in Centraal-Congo. Het zou onder meer gaan om het afsnijden van ledematen bij peuters en het opensnijden van zwangere vrouwen.
Jonge kinderen
"Vluchtelingen uit meerdere dorpen in de regio Kamonya zeiden getuige te zijn geweest van talloze moorden en verminkingen, en van de verwoesting van hele dorpen", aldus Al Hussein. "Mijn team zag kinderen van amper twee jaar oud waarvan ledematen waren afgehakt, talrijke baby's met wonden van kapmessen en ernstige brandwonden.''
De VN-commissaris roept nu dus op tot een onafhankelijk internationaal onderzoek, omdat de Congolese regering de gestelde deadline voor het opzetten van een gezamenlijke inspectie zou hebben gemist. De Congolese minister van Justitie gaf begin deze week al aan dat de Congolese regering een dergelijk onafhankelijk onderzoek niet zal steunen.
Onrust
De onrust in Kasaï begon in augustus vorig jaar, toen veiligheidsdiensten de leider van de militiegroep Kamuina Nsapu doodden. Eind maart werden twee VN-medewerkers gedood, en in april vonden VN-onderzoekers er zeventien massagraven. Dinsdag maakte de rooms-katholieke kerk in de DRC bekend dat er in Kasaï sinds oktober 2016 meer dan 3300 burgers zijn gedood bij gevechten tussen Congolese veiligheidstroepen en Kamuina Nsapu.