Direct naar artikelinhoud
Recensie

Een spannende mix van fictie en harde nazi-realiteit

Een spannende mix van fictie en harde nazi-realiteit
Beeld RV

De twaalfde historische thriller met Bernie Gunther als hoofdspeurder speelt zich af in Hitlers huis in de Alpen.

Berchtesgaden, april 1939. Het is niet alleen de vooravond van de Duitse inval in Polen, maar ook een week voor de vijftigste verjaardag van Adolf Hitler, die hier zijn buitenverblijf heeft. De Führer staat op het punt naar deze favoriete plek in de Beierse Alpen af te reizen. En dan wordt, enkele dagen voor zijn komst, een ingenieur neergeknald op het terras van Hitlers privéwoning De Berghof. Dood, dader onbekend. Paniek bij Martin Bormann, een van Hitlers allernaaste medewerkers, die verantwoordelijk is voor dit beruchte nazi-verblijf.

Is het hier zo onveilig, kan Hitler dan wel komen?

Bormann vraagt de Berlijnse politiechef Heydrich - ook al geen lekkere jongen - om met grote spoed zijn beste politieman in het geheim naar Berchtesgaden te sturen. Die moet, nog voor Hitler arriveert, de dader hebben opgespoord. Hitler mag er niet van horen want dan zwaait er wat, vreest Bormann.

De kenners van de gewaagde thrillers van de Britse auteur Philip Kerr weten al wie deze superspeurder zal zijn: Bernie Gunther. Dit is alweer de twaalfde historische thriller van Kerr met deze cynische, vrouw-onvriendelijke, sombere maar toch ook weer o zo aimabele agent in de hoofdrol. Hij verveelt vanwege zijn scherpe observeringen van de grootste schurken aller tijden nog allerminst. Als Gunther in Heydrichs kantoor wordt geroepen, dan nog in Berlijn, schrijft Kerr: “De duivel droeg een uniform in dezelfde kleur als zijn hart: zwart.”

Oordeel: spannende mix van fictie en harde nazi-realiteit

Beeldspraak

De situering op die nazi-berg maakt het direct spannend. Gunther haat de nazi’s en probeert tijdens zijn speurtocht nog enige fatsoensnorm te handhaven. Niet dat hij zelf vrij van zonden is. Maar zoals Gunther het verwoordt: “Zelfs in de besten onder ons huist natuurlijk het kwaad, maar in de slechtsten onder ons misschien toch een klein beetje meer.”

Kerrs fameuze mix van goed gerechercheerde, gruwelijke realiteit mét fictie werkt in dit boek wederom uitstekend. Welke schrijver waagt het om zijn hoofdpersoon intrek te laten nemen tegenover de studeerkamer van Hitler zelf? Deze geschiedenis begint overigens in een andere tijd, oktober 1956, waarmee het voortgaat op zijn vorige boek ‘de schaduw van de stilte’. De twee tijden - 1939 en 1956 - weeft hij organisch door elkaar.

Toegegeven: de auteur is wel eens te breedsprakig. Maar zijn rake beeldspraak en zijn humor maken dat meer dan goed. Hopen maar dat Kerr niet op het onzalige idee komt te stoppen met detective Bernie Gunther.

Philip kerr
Pruisisch blauw
Vertl. Jan Pott. Boekerij; 558 blz. €19,99