Direct naar artikelinhoud
Column

Reli-stress: welke cursus mag je wel en niet volgen van armoedegeld?

Reli-stress: welke cursus mag je wel en niet volgen van armoedegeld?
Beeld anp

Het was een mooie warme dag geweest en ik had mij via verschillende terrassen en gezelschappen naar het einde van de avond toe gewerkt. 

Reli-stress: welke cursus mag je wel en niet volgen van armoedegeld?
Beeld Sander Soewargana

Biertje hier, wijntje daar, afgewisseld met zomerse gesprekken over gereformeerd-vrijgemaakt versus zwarte-kousen, de doem van de predestinatie en de transmissie in de zen-traditie. Laat het maar aan mij over om de sfeer een beetje luchtig te houden.

Bij het eten aan de oever van het IJ zat ik tegenover een oud-hoofdredacteur van een regionale krant, die deze week de status van zen-leraar ten deel zou vallen – vandaar die ‘transmissie’. Dat hem dat op 76-jarige leeftijd nog stond te gebeuren ervoer hij als een groot geschenk. Hij vertelde dat zen hem dichterbij het christendom van zijn jeugd had gebracht, en terwijl de zon zich gracieus terugtrok, kwamen we te spreken over de voors en tegens van het idee van een ‘persoonlijke God’. Heerlijk.

In de trein naar huis checkte ik het nieuws. Mijn oog bleef haken bij een bericht uit Het Parool: ophef in de Amsterdamse gemeenteraad over een column van wethouder Arjan Vliegenthart. De gereformeerde SP-politicus had woensdag in het Nederlands Dagblad geschreven dat in de raad ‘onbegrip, en misschien ook wel ongemak’ heerste over het feit dat er onder Amsterdammers nog zoveel geloof gevonden wordt. ‘In de gemeenteraad zijn ongelovige Amsterdammers een overgrote meerderheid, terwijl dat in de Amsterdamse samenleving niet geldt.’

De Amsterdamse gemeenteraad verordonneerde dat alles oké was, behalve godsdienstles

Godsdienstles

Zijn waarneming deed me denken aan wat ik jaren geleden hoorde, toen ik bij Het Parool ging werken. Ooit had die krant een redacteur gehad die over geloofszaken schreef, maar die portefeuille was afgeschaft. “God bestaat niet en wij schrijven niet over dingen die niet bestaan”, luidde de verklaring. Je zou het een vorm van wegkijken kunnen noemen. Of een journalistieke doodzonde.

Intussen vond ik de kwestie waar Vliegenthart over schreef nog niet zo eenvoudig. Het ging om het ‘armoedegeld’ dat ‘minimagezinnen’ (wat een rottermen) krijgen om hun kinderen mee te laten doen aan culturele of sportieve activiteiten: voetbal, natuurklassen, filosofiecursussen, balletles. Naar believen. Totdat bleek dat sommige ouders hun kinderen van dat geld naar de moskee stuurden voor koranles. De gemeenteraad kreeg daar de zenuwen van en verordonneerde dat alles oké was, behalve godsdienstles. 

Een typisch geval van reli-stress, volgens Vliegenthart. Waarom wel filosofie of ballet, maar geen Bijbel of Koran? Bepaalt de overheid wat van belang is in het leven? Natuurlijk speelt hier op de achtergrond de angst voor de radicale islam, en die begrijp ik. Net zo goed als ik me kan voorstellen dat mensen niet willen dat kinderen met overheidsgeld naar de pinkstergemeente gaan. Maar zolang de wet niet wordt overtreden, is de burger vrij, dat zou ook hier moeten gelden. Aan mijn eigen ‘koranlessen’ – waarin de Heidelbergse catechismus centraal stond – bewaar ik de slechtste herinneringen, maar ik zou niet willen dat de staat mij daartegen had beschermd.

Lees hier meer columns van Stevo Akkerman.