Volgens de rechtbank konden de ouders van Van der Vlis van tevoren niet weten dat hun zoon een gevaar voor anderen zou zijn, maakt de rechtbank in Den Haag woensdag bekend.
Een groep van dertien slachtoffers stelde de ouders van Van der Vlis medeaansprakelijk voor de dodelijke schietpartij. Ze waren van mening dat de ouders eerder hadden moeten ingrijpen toen bleek dat hij, ondanks zware psychische problemen, een wapenvergunning had gekregen.
De rechtbank oordeelde woensdag dat de ouders van Van der Vlis erop mochten vertrouwen dat de politie op de hoogte was van zijn problemen, en dit zou meewegen bij het verstrekken van een wapenvergunning.
Op 9 april 2011 schoot de 24-jarige Van der Vlis vijf mensen dood in winkelcentum Ridderhof, hij verwondde er zeventien en pleegde vervolgens zelfmoord.
Verzekering
In dezelfde zaak werden ook de verzekeringsmaatschappijen van de ouders van Van der Vlis gedaagd. De rechtbank heeft geoordeeld dat hier een vervolgprocedure over moet plaatsvinden, omdat de polis van Van der Vlis ontbreekt. De verzekeraar moet de ontbrekende informatie binnen vier weken aanleveren.
De rechtbank is ervan uitgegaan dat Van der Vlis, die ten tijde van de schietpartij thuis woonde, via zijn ouders meeverzekerd was. Als dit inderdaad het geval blijkt, moet via een nieuwe procedure worden bepaald of de verzekeringsmaatschappijen dekking moeten verlenen.
Beroep
De advocaat van de slachtoffers laat weten dat ze "teleurgesteld" zijn in het vonnis. "Wij zijn nog altijd overtuigd dat de ouders van Tristan wel meer wisten."
Tijdens de behandeling van de zaak had hij meerdere keren verzocht de ouders te horen, maar de rechtbank wees die verzoeken af. De ouders hadden ook aangegeven dat ze dat psychisch niet aankunnen.
Of de slachtoffers in beroep gaan, is nog onbekend.