De eerste moderne mens was een Marokkaan

Reconstructie van de schedel van de eerste moderne mens, 315.000 jaar oud, uit delen van verschillende fossielen. © Philipp Gunz

De oudste moderne mens, Homo sapiens, leefde zo’n 315.000 jaar geleden. Tot nu dacht men dat hij 195.000 jaar geleden ontstaan was.

Pieter Van Dooren

Een Duits-Marokkaans team heeft de oudste mens ter wereld ontdekt in Jebel Irhoud, Marokko. De mens die nu degradeert tot de ‘op één na oudste’, komt eveneens uit het noorden van Afrika: uit Omo Kibish, Ethiopië. En nummer drie, 160.000 jaar oud, komt ook al uit Ethiopië, uit Herto.

Hoewel er ruim 300.000 jaar geleden al mensachtigen buiten Afrika leefden, waren dat geen moderne mensen (Homo sapiens). Die ontstonden in Afrika, en veroverden – heroverden – vandaar de wereld, ten koste van de oudere soorten. Daar zijn de geleerden het over eens. Net zoals ze het er grotendeels over eens zijn dat de wieg van de moderne mens in Oost-Afrika moet hebben gestaan. Al kan dat ook komen doordat de Riftvallei, een enorme en diepe scheur die door zowat heel Oost-Afrika loopt, hen daar een veel betere toegang tot fossielen biedt dan elders ter wereld.

‘Lang voordat de moderne mens Afrika verliet, moet hij zich al over dat hele continent verspreid hebben’, concludeerde Jean-Jacques Hublin, van het gereputeerde Max Planck Instituut in Leipzig. Hij leidde, samen met Abdelouahed Ben-Ncer van het Marokkaans Instituut voor Archeologie, het onderzoek van Jebel Irhoud. Hun twintigkoppige ploeg stelt zijn resultaten voor in twee artikels in Nature.

Thermoluminescentie

In Jebel Irhoud wordt al sinds de jaren zestig gegraven, maar de vondsten waren nooit goed dateerbaar. De bijbehorende stenen werktuigen deden denken aan neanderthalers

van zo’n 40.000 jaar oud. In 2004 startte een nieuwe campagne, die botten opleverde van ten minste vijf individuen, samen met hun stenen werktuigen. Die werktuigen konden deze keer wel gedateerd worden. Met thermoluminescentie, een techniek die meet hoeveel licht kwarts uitstraalt als je het verhit. Die hoeveelheid hangt af van hoe lang het geleden is dat de steen nog eens verhit geweest is, bijvoorbeeld in een kampvuur. Resultaat: ergens tussen 280.000 en 350.000 jaar geleden. Betere technieken voor datering van gesteente en een tand leverden bovendien een vergelijkbare datum.

Moderne mensen

Volgende stap was een analyse van de fossielen. Dat ze mensachtig waren, was duidelijk. Maar hoe mensachtig? Waar pasten ze in onze stamboom? Gezicht, wenkbrauwen, kaak en tanden leken op die van de huidige mensen, maar de hersenpan was langgerekter en wat platter. Dat wees dan weer op een antiekere soort, zoals Homo erectus. De onderkaak van een kind liet alvast zien dat het gebit zich traag ontwikkelde, zoals bij ons en in tegenstelling tot de antiekere mensensoorten. Een volwassen onderkaak was dan weer groter dan vandaag.

Lang en gedetailleerd studiewerk kwam uiteindelijk uit bij een ‘vroege moderne mens’ waarin de hersenen zich nog aan het ontwikkelen waren tot hun hedendaagse vorm. Donald Trump en Filip Dewinter zullen het niet graag horen, maar de eerste moderne mens was dus een Marokkaan. Meteen viel ook een bizar stukje schedeldak uit Florisbad, Zuid-Afrika, op zijn plaats. Dat was 260.000 jaar oud. Te oud voor een moderne mens, dacht men, maar desondanks met een moderne bolling. Nu onze geboortedatum naar voren geschoven is, past het wel.

Al bij al: Homo sapiens splitste zich een heel stuk vroeger af van zijn voorganger Homo erectus dan we tot nu toe dachten, en hij was al over heel Afrika uitgewaaierd voor hij de oversteek naar Azië en Europa waagde. De nieuwe datering past ook beter bij de analyse van fossiel DNA, dat erop lijkt te wijzen dat de neanderthalers zich al zo’n 500.000 jaar geleden afgesplitst hebben van onze lijn, zo merkt een commentaarstuk in Nature op. (Dat stuk heet, met een knipoog naar Darwin: ‘Over het ontstaan van onze soort’.)

Werktuigen

Samen met de menselijke botten werden in Jebel Irhoud ook houtskool en botten van gazellen gevonden, met sporen die wijzen op jacht en slacht. De stenen werktuigen die de mensen daarvoor gebruikten, waren van een gevorderd type, onder archeologen bekend als Levallois. Daarbij wordt een dun mes (of een pijlpunt) afgeslagen van een grotere steen, die eerst rondom in vorm is gebracht, zodat de afslag meteen overal scherp is. De klassieke vuistbijlen waren de bewoners van Jebel Irhoud duidelijk te min.