Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Terrorisme

Via Syrië drijft Vladimir Poetin een wig in Europa

Het oogmerk van het Kremlin in Syrië lijkt steeds te verschuiven. Maar het destabiliseren van Europa speelt zeker een rol.

In het zuidwestelijke district is de Russische krijgsmacht bezig met grootscheepse oefeningen. Leger, vloot en luchtmacht zijn deze week in de driehoek tussen Volgograd, Krim, Zwarte Zee en Kaspische Zee begonnen met manoeuvres om de „volledige paraatheid” van grondtroepen, marinebases, luchtlandingstroepen, transportvliegtuigen, afweer en satellieten te testen. „Het is noodzakelijk het hele spectrum aan taken af te werken”, zei minister Sergej Sjoigoe van Defensie.

Waarom? Om het hoofd te bieden aan „terroristische dreigingen, natuurrampen en industriële catastrofes”, aldus Sjoigoe in Moskou. In Kiev en Ankara denken ze er het hunne van. Oekraïne heeft al ervaring. Turkije heeft vorige week nota genomen van de Russische aanklacht dat Ankara een militaire invasie in Syrië voorbereidt.

In de serieuze krant Nezavisimaja Gazeta werd dinsdag een omineuze analogie uitgewerkt. Turkije zou in Syrië willen doen wat Georgië in 2008 in Zuid-Ossetië poogde: een militaire overval. President Erdogan is een „provocateur van wereldformaat”. Anders dan de Georgiër Micheil Saakasjvili heeft de Turkse president geen „operetteleger met geel schoeisel en camouflagepakken” maar beschikt hij volgens de krant over het op een na grootste leger van Europa en wordt hij gedekt door artikel 5 (een aanval op één is aanval op allen) van de NAVO.

Tegelijkertijd is de Russische luchtmacht nu al ruim een week bezig de raketaanvallen op de stellingen van de Syrische oppositie rond Aleppo op te voeren, een van de redenen dat het vredesberaad in Genève al naar een paar dagen ontplofte. Op de harde en bijna emotionele kritiek van bondskanselier Angela Merkel dat Rusland het op Syrische burgers heeft gemunt, kaatste het Kremlin dinsdag de bal terug. „Twee, drie jaar geleden hoorden we van niemand over de barbaarse acties van de terroristen die de legitieme macht in Syrië aanvielen.” Merkel heeft geen aanwijzingen dat Rusland burgers bombardeert. Ze moet zich dus „behoedzamer en verantwoordelijker” uiten, doceerde woordvoerder Dmitri Peskov.

Poetins perspectief verschuift steeds

Waarmee de Russische krijgsmacht wél bezig is, liet Peskov in het midden. Dat is een beproefde methode. Het Kremlin blijft zo een enigma. Het lijkt erop dat het Russisch perspectief in Syrië steeds verschuift.

Tijdens de top van de G20 in Sint-Petersburg in september 2013 ging het Poetin erom dat het Westen niet op eigen houtje zou ingrijpen in Syrië ten gunste van de (seculiere) anti-Assad-krachten. Poetin mobiliseerde daar met succes tegen president Barack Obama c.s.

Sinds september vorig jaar intervenieert Rusland zelf. Op 7 oktober, op de 63ste verjaardag van Poetin, vuurde het de eerste kruisraketten af op Syrische doelen. De theorie was toen dat Poetin zich aan de mondiale onderhandelingstafel wilde bombarderen. Die hypothese was voorbarig. Met de dag wordt zichtbaarder wat het primaire doelwit is van Moskou: niet Islamitische Staat (IS) en soortgelijke jihadistische milities, maar de (seculiere) oppositiestellingen die tegen het bewind van Assad vechten.

Sinds een week is de redenering dat het Kremlin een zwart-witscenario in petto heeft. Alleen IS en Assad moeten overblijven, zodat voor het Westen geen alternatieven overblijven. De migrantenstroom via Turkije naar Europa is een bijkomend effect. De vluchtelingen gaan immers niet naar Rusland, dat zelfs voor gastarbeiders ook steeds minder aantrekkelijk is, en destabiliseren Europa, dat al met de handen in het haar zit als het gaat om Oekraïne.

Geen vastomlijnd plan

In Europa een wig drijven is een kernstrategie. Of het Kremlin een vastomlijnd plan heeft, staat ondertussen niet vast. Decennialang had Rusland een eminente Midden-Oostenexpert: Jevgeni Primakov, die als minister van Buitenlandse Zaken de basis heeft gelegd voor het buitenlands beleid. Eind juni vorig jaar is Primakov overleden. Qua kennis en invloed heeft hij in Moskou een gat achtergelaten. Denkbaar is dus dat Poetin bij gebrek aan coherent idee nu vooral tactisch improviseert.

Terwijl de Soechoi-gevechtsvliegtuigen boven Syrië hun bombardementen uitvoeren, worstelt Rusland intussen met een economische crisis die steeds dieper wordt. Hand in hand met de olieprijs daalt de roebel in waarde, met gevolgen voor de inflatie en het investeringsklimaat en dus ook voor de koopkracht en werkgelegenheid van de bevolking. In Moskou circuleerde eerder daarom een cynische redenering over het eigenlijke doel van de interventie in Syrië: het Kremlin gaat net zolang door totdat de olieprijs weer 100 dollar per vat is, zo luidt de sarcastische grap. Tot nu toe gebeurt veeleer het omgekeerde.

Die economische crisis is het gesprek van de dag in Moskou. Maar dat staat vooralsnog niet op het conto van Poetin. Het is premier Dmitri Medvedev die de kastanjes uit het vuur moet halen, althans op televisie.