Direct naar artikelinhoud
Column

Zijn ze in de grachtengordel echt blij als zoonlief thuiskomt met een diepgelovige vriendin?

Zijn ze in de grachtengordel echt blij als zoonlief thuiskomt met een diepgelovige vriendin?

Rotterdam maakt zich sterk voor de vrije partnerkeuze. De stad onderstreept dat met een aantal posters die her en der de boodschap uitdragen: ‘In Nederland kies je je partner zelf.’ Ook in andere plaatsen schijnt er al belangstelling voor te zijn. Een moreel opbeurende boodschap dragen we graag uit.

We zien op die posters een viertal stelletjes van verschillende achtergrond verwikkeld in een intieme kus. Een joodse jongen met een moslima. Een zwarte man met een – zo te zien – hindoestaans meisje. Een andere moslima met wat tot voor kort een autochtoon heette. En twee meisjes onderling, allebei blank, dat wel. Het is een hartverwarmende campagne, vol aanstekelijke ruimdenkendheid die op alle posters culmineert in de uitdagende gewetensvraag: ‘Voel jij je vrij om te kiezen?’ Voor wie het nog niet begrepen had, hebben de posters de moraal alvast uitgespeld.

Zijn ze in de grachtengordel echt blij als zoonlief thuiskomt met een diepgelovige vriendin?

Het is een móóie moraal – maar ik mis iets. Ik mis een foto van een keurig meisje ‘met parelketting’, zoenend met een skinhead met neo-nazisymbolen. Of van een jongen uit de grachtengordel in innige omstrengeling met een langgerokte schone uit de bible-belt. Toegegeven: het zijn onwaarschijnlijke combinaties. Waarschijnlijk net zo onwaarschijnlijk als die van de joodse jongen en het moslimmeisje.

Maar deze posters vragen niet naar waarschijnlijkheid. Ze doen een appel op ons morele gehalte. Niet met de vraag: ‘Deugen wij eigenlijk wel?’ – want die is bij voorbaat beantwoord. Natuurlijk deugen wij. Daarom vinden wij dit een prachtige, verkwikkende en verheffende campagne. Deze posters vragen eerder: ‘Deugen de anderen wel?’

‘Kind, je nieuwe vriendje is fascist – wat léuk!’
Zou er in Wassenaar geïnteresseerd worden geluisterd naar een kaalgeschoren indringer met schoonzoon-aspiraties?

Archetypische bekeerling

Niet toevallig zijn de afgebeelde tegenstellingen precies die welke weldenkend Nederland nog maar kort achter zich heeft gelaten als zaken waar de duivel tussen slaapt. Ras, geloof en gelijk geslacht: een, twee, hoogstens drie generaties geleden had vrijwel heel Nederland er ernstige huwelijksbezwaren in gezien. We zijn nog maar nauwelijks bekomen van onze eigen omslag – en precies daarom dragen we hem uit met de blijmoedige nadruk van de archetypische bekeerling. Misschien niet eens zozeer omdat wij onze eigen demonen in onszelf nog moeten onderdrukken. Maar omdat iedere recent omhelsde overtuiging het nu eenmaal wil uitjubelen. Dat is in de hele geschiedenis nooit anders geweest, om welk idee, geloof, inzicht of gevoel het ook ging.

Maar zouden ze ter hoogte van, pak weg, de kruising tussen de Herengracht en de Leidsegracht werkelijk in grote vreugde uitbarsten wanneer zoonlief thuiskwam met een diepgelovig vriendinnetje uit de provincie? Zou er in Wassenaar met geïnteresseerd enthousiasme worden geluisterd naar de meningen van een kaalgeschoren en getatoeëerde indringer met schoonzoon-aspiraties? ‘Kind, je nieuwe vriendje is fascist – wat léuk!’

Ik kan mij vergissen, maar zie dat niet zo snel gebeuren. Wat ik wèl voor me zie is een indringend gesprek van ouders met zoon- of dochterlief, waarin hun gevraagd wordt of ze wel weten wat ze doen of - iets minder subtiel - of ze nu helemáál van de pot gerukt zijn. En dat de ouders, onder hartelijke steun van de rest van de familie, alles in het werk zullen stellen om déze vrijage op een mislukking te laten uitdraaien. In Nederland kies je partner zelf. Natuurlijk, wat u zegt – maar nu even niet. Het moet tenslotte niet gekker worden.

De openbare ruimte is de belijdenisplek geworden van een moraal waaraan ieder letterlijk geloven moet.
Ger Groot

Publieke moraal

Hebben die ouders ongelijk? Waarschijnlijk niet – maar daar gaat het hier niet om. Het gaat wel om de vanzelfsprekendheid waarmee de openbare ruimte de plek is geworden waarin steeds luider een publieke moraal wordt gepredikt – die nog zo verlicht niet mag zijn of ze draagt haar eigen hypocrisie met zich mee. Het wonderlijke gevolg van de uitentreuren uitgekreten scheiding van kerk en staat is dat de overheden zelf zich steeds meer gaan gedragen als een seculiere kerk die geen ketterijen tolereert. De openbare ruimte is de belijdenisplek geworden van een moraal waaraan ieder letterlijk geloven moet.

Het zou komisch zijn als het niet zo bedenkelijk was. Uit naam van de tolerantie is Nederland almaar minder bereid opvattingen en gedragingen te accepteren die het merendeel van zijn bevolking niet lust. Uit naam van de veelkleurigheid wordt de natie almaar uniformer, onder een moraal die zichzelf niet alleen graag als verlicht maar ook als verplicht zou zien – gedekt door wetten en bepalingen. Uitgedragen wordt ze door slagzinnen en posters, als nieuwe kruiswegstaties in de openbare getuigenisruimte – waar niemand iets merkt van de bigotte pekelzonden in de binnenkamers van de vromen.