Direct naar artikelinhoud

Verwijderen beelden uit slaventijdperk stuit op boos, wit Amerika

Verwijderen beelden uit slaventijdperk stuit op boos, wit Amerika

Meerdere Amerikaanse steden halen monumenten die herinneren aan de slaventijd weg en veranderen omstreden namen. Terwijl velen opgelucht zijn, komt boos, wit Amerika in het geweer.

Zo snel mogelijk werd vorige week een standbeeld weggehaald uit de binnenstad van New Orleans. Aan de ene kant van het monument dromden witte mannen samen, aan de andere kant stonden vooral zwarte demonstranten. De werkkrachten droegen kogelvrije vesten en maskers.

Zwarte activisten strijden tot de laatste herinnering aan de confederatie uit het straatbeeld is verdwenen

Het ongewone tableau had zich geschaard om een standbeeld van Beauregard, een toonaangevende generaal van de Geconfedereerde Staten van Amerika. Dat verbond van zuidelijke staten was de verliezende partij in de vier jaar durende Amerikaanse Burgeroorlog (1861-1865). In het Zuiden van toen waren witten superieur en zwarten slaaf.

Volgens de voornamelijk zwarte activisten van Take 'Em Down Nola, telt New Orleans zo'n honderd monumenten die controversiële sleutelfiguren uit het slaventijdperk gedenken. Ook heel wat namen van scholen, straten en ziekenhuizen kunnen volgens het collectief niet door de beugel. Het wil blijven strijden tot de laatste herinnering aan de confederatie uit het straatbeeld is verdwenen. "Het witte racistische establishment in New Orleans probeert met deze monumenten te tonen dat het witte ras nog steeds overheerst", klinkt het bij de actievoerders.

Het protest lijkt te helpen, want de burgemeester van Louisiana's grootste stad besliste dat er meer dan 150 jaar na het einde van de oorlog geen plek meer is voor standbeelden uit de Geconfedereerde Staten.

Het beeld van Beauregard was al het derde dat in evenveel weken verwijderd werd. Twee weken geleden werd een buste van Jefferson Davis, de eerste en enige president van de confederatie, verwijderd. Opperbevelhebber Robert E. Lee is deze week aan de beurt.

Tekst loopt door onder afbeelding

Voor- en tegenstanders van het neerhalen van het Beauregard Monument in New Orleans verzamelen zich op 16 mei in de buurt van het standbeeld. Kort daarna ging het tegen de grond.

Discussie

Maar de opschoning gaat niet zonder slag of stoot. Uit rechtse hoek is er heel wat protest. Velen onder hen beschouwen de beelden als belangrijk erfgoed en onderdeel van de 'rijke Amerikaanse geschiedenis'. Voor voorstanders van sloop zijn de beelden overblijfselen van slavernij en racisme.

Voor witte nationalisten zijn de monumenten belangrijk geworden. Ze voelen zich onderdrukt

Het is een discussie die niet enkel in New Orleans gevoerd wordt. Sinds Dylann Roof in 2015 negen kerkgangers doodschoot in een historisch belangrijke zwarte kerk in Charleston, South Carolina, sloop de kwestie de politiek binnen. Roof poseerde geregeld op foto's met de Rebel Flag (de vlag van de Confederatie), en liet zich inspireren door racistische websites.

Gemeentebesturen in heel Amerika plaatsen de laatste jaren vraagtekens bij de aanwezigheid van confederale monumenten. Diverse andere steden besloten net als New Orleans actie te ondernemen door controversiële namen te veranderen en monumenten weg te halen. Memorabilia van de confederatie kunnen best in musea en geschiedenisboeken, maar niet in de publieke ruimte, klinkt het vaak.

Toch zijn deze beslissingen volgens Matthew Hughey, hoogleraar Amerikaanse Studies aan de Universiteit van Connecticut, niet nieuw. "Het gebeurde twintig jaar geleden ook al. De echte reden waarom er nu zoveel commotie rond is, is het massale verzet ertegen. Voor witte nationalisten zijn de monumenten ook erg belangrijk geworden. Ze voelen zich onderdrukt."

Dat kwam vorige week nog tot uiting. Toen verzamelden in Charlottesville, Virginia, een honderdtal extreemrechtse demonstranten zich in het Lee Park, waarvan de gemeente de naam wil veranderen. De actievoerders droegen fakkels en scandeerden nationalistische boodschappen zoals 'You will not replace us'.

Tekst loopt door onder afbeelding

Rechts Amerika legt zich niet meer zonder meer neer bij het verwijderen van beelden uit het slaventijdperk.

Ku Klux Klan

"Het dragen van fakkels is geen toeval", zegt Hughey. "Het is een van de meest herkenbare kenmerken van de Ku Klux Klan. De nieuwe rechtse demonstranten zullen niet snel zeggen dat ze de Klan hoog hebben zitten, maar laten dat eerder blijken door hun symbolen en gewoonten over te nemen", aldus de hoogleraar.

Met Trump hebben we eindelijk iemand die onze taal spreekt

Aan het hoofd van de demonstratie in Charlottesville stond Richard B. Spencer, icoon voor witte nationalisten en voorman van de zogenoemde alt-right beweging, een verzameling antidemocraten, racisten en voormalige leden van de Ku Klux Klan.

Spencer werd internationaal berucht toen hij tijdens een met nazisme doorspekte speech na de verkiezingsoverwinning van Donald Trump massaal werd aangemoedigd met de Hitlergroet. "Met Trump hebben we eindelijk iemand die onze taal spreekt", klonk het toen. De president heeft zich nog niet uitgesproken over de kwestie, maar volgens Hughey voelen witte nationalisten zich wel gesterkt en gesteund door hem.

Maar daarnaast zijn ook een heleboel mensen blij dat de herinneringen aan de heersers uit het slaventijdperk eindelijk worden weggenomen. Toen Beauregard van zijn voetstuk werd gehaald, stond tegenover de nationalisten een grotere groep feestvierende demonstranten.

Op het ritme van een fanfarekorps zwaaide een etnisch diverse groep opgelucht met Amerikaanse vlaggen. De Democratische burgemeester van New Orleans, Mitch Landrieu, stond er trots tussen: "Vandaag zetten we een nieuwe stap richting een stad die zich niet laat leiden door de duistere kanten van haar verleden, maar door haar hoopvolle toekomst."