Interview

Neder-Turkse jongeren in het ongewisse na de diplomatieke rel afgelopen maart

25-05-2017 10:42

Na de rel tussen Nederland en Turkije afgelopen maart is de kwestie over de identiteit en loyaliteit van Neder-Turken meer zichtbaar. Er kwam talloze vraagstukken weer boven rond de Turkse gemeenschap. Zijn ze alleen maar Turken of zijn ze Nederlanders? Mogen ze wel of niet beide identiteiten hebben? Deze, en nog meer vragen.

Iedereen had een mening over hen: politici, journalisten, academici, enzovoorts. Ze hebben allemaal hun opvattingen gedeeld over deze kwestie die al decennialang duurt.

Maar wat denkt Neder-Turkse jongeren over deze alle discussies? Wat denken ze over de rel tussen twee landen? En hoe zien ze de toekomst?

K., die zowel een Nederlands als Turks paspoort heeft, is een van die jongeren die op zoek is naar zijn eigen antwoorden op deze vragen.

K. is in de twintig. Na het behalen van zijn diploma is hij zonder aarzeling vertrokken naar Turkije. Momenteel verblijft hij in een klein plaatsje.

Zijn ouders komen van het platteland in het midden van Turkije. Doorgaans is hij twee tot drie maanden van elk jaar in Turkije. De laatste keer dat hij naar Turkije is gegaan, is vijf maanden geleden. Sindsdien is hij niet teruggekeerd naar Nederland. Momenteel is K. aan het kijken naar mogelijkheden om in Turkije te werken. Hij onderzoekt wat hij in Turkije met zijn diploma kan. Hij gelooft dat er mooie kansen voor hem liggen. Het probleem is alleen dat hij niet zeker is over de toekomst. Mocht hij ooit spijt krijgen, wil hij graag terugkeren naar zijn geboorteland, Nederland.

K. spreekt zowel vloeiend Nederlands als Turks en heeft kennis van de beide culturen. Dit merk je meteen als je met hem begint te praten. Dat maakt ideeën over de rel tussen de beide landen relevant; beide landen vormen duidelijk zijn identiteit:

“Gezien het feit dat zowel Turkije als Nederland een aantal regels hebben overschreden, kan gezegd worden dat beide kanten schuld hebben”, zegt hij, en hij vervolgt met meer details over zijn teleurstelling over de rel:

“Nederland staat altijd sterk achter haar visie. Daar ben ik als Turkse Nederlander en Nederlandse Turk ook trots op. Ik ben het echter niet gewend dat we in Nederland zo omgaan met gasten. De diplomaten zijn met geweld behandeld en er zijn conflicten geweest tussen de politie en demonstranten. Het doet me werkelijk verdriet om te zien dat Nederlandse gastvrijheid steeds meer plaats maakt voor intolerantie. Die intolerantie wordt naar mijn mening gevormd door bezorgdheid en onbegrip. Hierop reageerden de Turkse overheid en de Turkse Nederlanders fel en gefrustreerd. Het feit dat het ‘nee’-kamp wel de vrijheid kreeg om campagne te voeren in Nederland hielp ook niet mee. Wat dit betreft had ik een sterkere boodschap verwacht van Turkse diplomaten die Turkse Nederlanders oproept om kalm te blijven. Jammer genoeg hebben beide kanten ervoor gekozen om de incidenten te gebruiken voor hun campagne. Het resultaat is dat het volk is blijven zitten met de gebakken peren en het gebeten achterwerk.”

Zijn Neder-Turkse vrienden hebben hem verteld dat de kans om een mooie start aan zijn carrière te maken in Nederland aanzienlijk kleiner is geworden na deze rel. Hij ligt er zelf niet wakker van, maar die zorgen ziet hij bij zijn studiegenoten wel steeds groter worden. Rekening houdend met al deze omstandigheden heeft Kemal besloten om zijn kans te zoeken in Turkije.

Tijdens het wereldbekende referendum van 16 april was K. in Turkije. Hij heeft alle discussies en het verloop van het referendum op de voet gevolgd. Volgens hem is dit resultaat noch een overwinning voor Recep Tayyip Erdoğan en de ‘ja’-gezinde oppositieleider Devlet Bahçeli, noch een verlies voor de andere partijen die ‘nee’ hebben gestemd. Dit is een beslissing van het Turkse volk en een overwinning van de democratie, volgens hem, en de uitslag dient hoe dan ook gerespecteerd te worden.

Trouwens, hij heeft zelf niet gestemd. Hij heeft geen ‘nee’ gestemd, omdat het duidelijk is dat het huidige systeem niet werkt voor Turkije. Hij heeft geen ‘ja’ gestemd, omdat de veranderingen de kloof tussen Turkije en de Europese Unie zouden vergroten. Maar uiteindelijk is hij toch wel blij dat het Turkse volk ‘ja’ heeft gezegd.

K. verklaart waarom hij toch wel blij is over de uitslag van het referendum. “Zelf ben ik van mening dat het nieuwe systeem voor een sterker economie zal zorgen” zegt hij.

“In het verleden heeft onenigheid tussen president en premier vaker voor crisis en aanhoudende instabiliteit gezorgd. Geforceerde coalities zijn te vaak aanleiding geweest voor onzekerheid en stagnerende economie. Het nieuwe systeem belooft in ieder geval deze situaties te voorkomen. Bovendien zal de strijd tegen terreur effectiever gevoerd kunnen worden.”

Maar nieuwe presidentschapssysteem van Turkije heeft ook een nadeel, volgens hem:

“Aan de andere kant zullen de ‘verliezers’ van de verkiezingen in 2019 minder sterk vertegenwoordigd worden door de regering. Dit wordt degelijk gecompenseerd door verlaging van de kiesdrempel naar 7%. Aanhangers van kleinere partijen zullen hierdoor minder snel strategisch gaan stemmen. Ik hoop dat degene die verkozen wordt, hier rekening mee gaat houden.”

Het is wereldwijd bekend dat de toezichthoudende organisatie ‘YSK’ van Turkije tijdens het referendum besloten heeft om ook stembiljetten zonder stempel mee te tellen. Met als als gevolg dat er veel meldingen waren over dat er bij stemlocaties ongestempelde biljetten werden gegeven. Dit geeft inderdaad aanleiding voor twijfel over de legitimiteit van het resultaat.

Wat denkt K. daarover?

Hij denkt niet dat men hiermee het verschil van 2.5 miljoen stemmen kan vervalsen. Vooral, omdat elk partij wordt vertegenwoordigd bij iedere stemlocatie:

“Bovendien heeft de YSK hetzelfde besluit in meerdere voorgaande verkiezingen genomen. Dezelfde partijen die nu wel klagen,  hadden toen niks te zeggen hierover” zegt hij en benadrukt dat “de seculiere oppositiepartij CHP na vrijwel elke verkiezing klaagt, waardoor hun geloofwaardigheid ook in het geding is gekomen.”

K. is in het ongewisse en zoekt zijn eigen innerlijke rust. Hij hoopt momenteel om de rust in Turkije te vinden maar hij sluit niet uit dat zijn wonderland op een dag Nederland mag zijn. Als een twintiger met een dubbele identiteit zoekt hij wanhopig zijn plaats in deze wereld. En hij geeft blijkbaar niet op. K. heeft nog hoop dat er weer een vreedzame sfeer tussen twee landen zal ontstaan. Daarom heeft hij boodschappen zowel aan Nederland als aan Turkije:

“Turken en Nederlanders hebben veel overeenkomsten en een lange, mooie gedeelde geschiedenis. Nederland is een prachtig land om in te leven. Dit zouden we met z’n allen moeten koesteren. Beide overheden moeten milder omgaan met elkaar en opbouwende dialoog voeren. Probeer elkaar te begrijpen door je in te leven in de ander. Zorg ervoor dat de kranten vaker positieve nieuws kunnen delen over de diversiteit van onze samenleving.”