De 9-jarige Salam was nog maar pas in Nederland toen ze via de basisschool zwemles kreeg in zwembad 't Gastland. Ze sprak geen Nederlands en kon niet zwemmen.
De ouders stelden de school en het zwembad aansprakelijk voor de dood van hun dochter. Het OM houdt drie medewerkers van het zwembad en twee leerkrachten verantwoordelijk. Volgens justitie hielden ze alle vijf te weinig toezicht op het meisje en hadden ze betere afspraken moeten maken.
Ook laat de zaak ook zien "hoe ver de zorgplicht van leerkrachten reikt", aldus het OM dinsdag in de rechtszaal in Utrecht. Bij de strafmaat is geen onderscheid gemaakt tussen de vijf toezichthouders.
Salam kreeg tijdens de zwemles met een ander kind les in het ondiepe bad, maar kwam tijdens het vrij zwemmen toch in het diepe bad terecht, zonder zwemkurken. Ongeveer een kwartier na de zwemles werd ze door een bezoekster gezien op de bodem van het zwembad. De andere kinderen waren toen al aangekleed. Het meisje werd naar het ziekenhuis gebracht en gereanimeerd, maar bleek al overleden.
Duikplank
Het is onduidelijk hoe het kind precies in het diepe water terecht kon komen en waarom niemand haar opmerkte. Badmeester Jos H. verklaarde maandag in de rechtszaal dat hij het meisje verbood het diepe water in te gaan.
H. zei ook dat hij niet speciaal op Salam had gelet tijdens het vrij zwemmen. Twee badjuffrouwen die toezicht hielden in het diepe bad wisten wel dat twee kinderen in de groep niet konden zwemmen, maar niet wie dat waren. Het OM vindt dat H. zijn collega's explicieter had moeten informeren.
Volgens het OM hielden de medewerkers te veel toezicht op de hele groep en niet op de afzonderlijke kinderen. Salam had volgens de officier van justitie wel extra toezicht nodig. Meerdere kinderen verklaarden dat ze Salam tijdens het vrij zwemmen bij de duikplank zagen en dat ze vanaf de startblokken het water in sprong.
Wateroppervlak
Twee leerkrachten van de Ericaschool hadden tijdens het vrij zwemmen eveneens toezicht moeten houden op de kinderen, aldus het zwembadprotocol. Zij verklaarden maandag dat ze hiervan niet speciaal op de hoogte waren. Volgens het OM hadden ze direct na het zwemmen de kinderen moeten tellen en zo kunnen constateren dat Salam ontbrak.
Daarnaast zeggen de badjuffen dat ze bij de gezamenlijke controle constateerden dat er geen kinderen in het zwembad waren achtergebleven. Door het onrustige wateroppervlak was het zicht op de bodem echter moeilijk. Kinderen zeggen daarentegen dat ze al bij het douchen hadden gezien dat Salam er niet was.
Woensdag komen de advocaten van de vijf verdachten aan het woord in de rechtszaal. De rechter doet op 6 juni uitspraak.