Direct naar artikelinhoud

De politie is bij lange na nog geen afspiegeling van de samenleving

De politie is bij lange na nog geen afspiegeling van de samenleving

Eind 2018 moet 25 procent van de instroom van aspiranten bij de politie een migratie-achtergrond hebben. Dat cijfer wordt nog lang niet gehaald, maar de politie slaagt er wel steeds vaker in mensen met een dubbele culturele achtergrond binnen te halen.

Dat blijkt uit de vandaag gepubliceerde jaarcijfers van de Nationale Politie over 2016. De instroom van aspirant-agenten met een migratieachtergrond was vorig jaar 19,5 procent, waarvan 8,9 met een westerse achtergrond en 10,6 procent met een niet-westerse. Dat is nog altijd ver verwijderd van de norm voor 2018, maar ten opzichte van 2013 is sprake van een bijna verdubbeling. In dat jaar ging het om 10,2 procent aspiranten met een dubbele culturele achtergrond waarvan 6,4 procent niet-westers.

De hoogste instroom van agenten met een migratie-achtergrond is bij de eenheid Amsterdam. Het gaat dan om 39,5 procent waarvan 20,2 procent westers en 19,4 procent niet-westers. Een vergelijkbaar hoog percentage wordt alleen gezien bij de landelijke eenheid (33,3 procent totaal). Opvallend is dat de totale instroom in Den Haag met 15,1 procent ver achter blijft. Juist in deze stad kreeg de politie de afgelopen jaren te horen geen aansluiting te vinden bij niet-westerse bevolkingsgroepen.

Rotterdam nestelt zich met 23,8 procent tussen Amsterdam en Den Haag. De toename van de diversiteit in de eenheden is het laagst bij de eenheden Noord en Midden Nederland, respectievelijk 12,7 en 14,9 procent.

Vrijwillige registratie

De cijfers over de instroom zeggen weinig over de diversiteit van de politie. Er wordt bij binnenkomst van de aspirant gevraagd om aan te geven of een van de ouders een migratie achtergrond heeft. Dat gegeven moet uit het dossier worden verwijderd als de aspirant slaagt. De politie mag niet op etniciteit registreren.

De politie wil in nauw contact blijven met alle groepen in de samenleving

Het is de politie er veel aan gelegen het korps te vullen met mensen met een andere achtergrond. De politie wil in nauw contact blijven met alle groepen in de samenleving teneinde misdrijven sneller op te lossen en escalaties van conflicten te voorkomen. Die noodzaak werd vooral gevoeld na de fatale arrestatie van de Arubaan Mitch Henriquez in 2015 en de daarop volgende rellen in de Haagse Schilderswijk. Alle politie-eenheden kunnen inmiddels terugvallen op collega’s met kennis op het gebied van verschillende culturen en leefstijlen.

In de contacten met de samenleving is de functie van wijkagent essentieel. De Politiewet schrijft voor dat elke eenheid één wijkagent moet hebben op 5000 inwoners. Dat cijfer wordt vrijwel nergens in Nederland gehaald. Er waren eind vorig jaar 3125 wijkagenten in Nederland en daarmee is de formatie van wijkagenten met 92 procent ingevuld.

Het gemis aan wijkagenten wordt niet over het hele land in gelijke mate gevoeld. Amsterdam ligt met een bezetting aan wijkagenten van 110 procent zelfs boven de norm, maar Noord Holland en Oost-Nederland, met respectievelijk 82 en 86 procent halen de norm bij lange na nog niet.