OM: celstraf voor schijnrelatie om aan verblijfsvergunning te komen

Archieffoto
Archieffoto
DEN HAAG - Hoewel ze elkaars taal niet spreken, stellen een man uit Libië en een vrouw uit Hongarije dat ze twee jaar hebben samengewoond in Den Haag. Daarom vinden ze dat hij recht heeft op een verblijfsvergunning. Een ongeloofwaardig verhaal, vindt het Openbaar Ministerie. De officier van justitie wil dat ze allebei de gevangenis in gaan.
Tegen de 40-jarige Libiër is drie maanden cel geëist, tegen de 29-jarige Hongaarse tien weken. De twee worden verdacht van poging tot oplichting van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) en valsheid in geschrifte.
Hun verhaal rammelt volgens de officier aan alle kanten. Zo beweren de buren van de Libiër dat zij de Hongaarse nog nooit hebben gezien. Ook verklaren de verdachten tegenstrijdig over aan welke kant van het bed ze sliepen, naar eigen zeggen omdat ze het bed steeds hebben verplaatst in de slaapkamer.

Duurzame relatie

Toch hebben de twee een verklaring naar de IND gestuurd waarin staat dat ze een duurzame relatie onderhielden en een gezamenlijke huishouding voerden. Daarbij zat ook een arbeidsovereenkomst van de Hongaarse waaruit bleek dat zij hem kon onderhouden, maar de vermeende werkgever stelt dat ze daar nooit heeft gewerkt.
Het vermoeden van de officier is dat de Libiër haar geld heeft geboden om een schijnrelatie aan te gaan, met als doel een verblijfsvergunning te verkrijgen. Om die te kunnen bemachtigen, moeten mensen van buiten de EU aan bepaalde voorwaarden voldoen. Als iemand probeert op valse gronden aan verblijfvergunning te komen, is dat een ondermijning van het Nederlandse vreemdelingenbeleid.
Over twee weken doet de rechter uitspraak.