Direct naar artikelinhoud
Column

Liegen is voor het Witte Huis een sport

Supporters van president Trump bij zijn toespraak in Harrisburg.

De media waren er zaterdag als de kippen bij om Donald Trump weer op leugens te betrappen. Het is eigenlijk te gemakkelijk. 

Hij schepte op dat het stadion in Harrisburg, Pennsylvania, stampvol zat, en dat er buiten mensen stonden die er niet in konden. Even later werd er een foto naar buiten getwitterd die een paar bijna lege vakken liet zien. En hij bedankte Pennsylvania voor zijn 'enorme, prachtige overwinning' in november vorig jaar, terwijl hij toch echt met de hakken over de sloot president werd, en Hillary Clinton miljoenen meer stemmen kreeg.

In de eerste honderd dagen van zijn presidentschap (een mijlpaal die Trump eerst belachelijk noemde, en daarna heel serieus ging nemen) betrapte factchecker-organisatie Politifact Trump op 64 grove leugens (de categorie heet 'pants on fire', wat rijmt op 'liar'), 130 gewone 'onwaarheden', 80 uitspraken die 'grotendeels onwaar zijn' en 59 halve waarheden. Bij elkaar maken die 84 procent uit van de stellingen die de redactie tegen het licht hield.

Twitter bericht wordt geladen...

Daarmee neemt Trump onder politici, een beroepsgroep die vaak in de verleiding is om de werkelijkheid wat aan te passen, een bijzondere positie in. Hij liegt over alles wat los en vast zit, en die gewoonte heeft hij al heel lang, schreef Susan Mulcahy vorig jaar in het magazine van de politieke website Politico. Ze werkte in de jaren tachtig voor de New York Post als columnist en schreef over bekende stadgenoten. Trump hengelde naar publiciteit in haar column, maar als de feiten die ze boven water haalde hem niet bevielen kon hij ze rustig glashard ontkennen, ook al had ze de bevestiging van diverse mensen die het konden weten.

Als de leider van een land voortdurend liegt, hebben zijn aanhangers daar geen probleem mee

Polarisatie

Het is dus eerder gewoonte dan strategie misschien dat Trump met de waarheid zo vaak aan de haal gaat. Toch kan liegen enorm nuttig zijn voor een politiek leider, schreef wetenschapsjournaliste Maria Konnikova onlangs in hetzelfde Politico. Als de leider van een land voortdurend liegt, hebben zijn aanhangers daar geen probleem mee. Als leugens gaan over een politiek saillant onderwerp, dan wint doorgaans de mening het van de feiten. En voor zover al dat gelieg de bevolking in verwarring brengt, leidt het niet zozeer tot een beweging die meer waarachtigheid eist, maar tot wantrouwen in alles: de staat, maar ook de medeburgers. Voor we het weten geloven de tegenstanders van de leider in weer andere leugens, liever dan uit te zoeken hoe het precies zit. In die gepolariseerde omgeving kan iemand als Donald Trump de greep op zijn aanhang het gemakkelijkst behouden.

Volg het geld, zeker, maar volg ook de leugens
Bob Woodward

Correspondents' dinner

Niet voor niets besteedde Trump een flink deel van zijn rede in Harrisburg aan een tirade tegen de journalistiek. Omgekeerd spraken bij het diner voor de politieke pers in Washington, dat hij versmaadde ten gunste van zijn duizenden aanhangers, journalisten harde woorden.

Eregasten waren Bob Woodward en Carl Bernstein, die een andere liegende president, Richard Nixon, ten val brachten. Bernstein herinnerde aan hun motto bij dat werk: 'Volg het geld', en breidde het uit: "Volg het geld, zeker, maar volg ook de leugens". Onwaarheden en geheimzinnigheid vormen volgens hem een routebeschrijving naar de waarheid.

Mooi gezegd, maar dan moet er achter de leugens wel een strategie zitten, een doel. En dat is bij Trump en zijn medewerkers niet zeker. Politico vroeg aan een aantal politieke verslaggevers hoe het schrijven over Trump de eerste honderd dagen bevallen was. Het was een interessante tijd geweest, rapporteerden ze. Maar het werk was ook lastig. De persvoorlichters leken vaak minder goed op de hoogte dan de verslaggevers zelf. En de journalisten werden belogen, meer dan ze ooit hadden meegemaakt.

Als Trump een politieke tegenslag krijgt, weet hij de journalisten van de Washington Post of de New York Times maar al te goed te vinden

Liegen als sport

Politico vernam van een aantal leden van Trumps staf dat liegen tegen de pers als een sport werd gezien. Wat voor onzin zouden ze in de kolommen kunnen krijgen? De achterliggende gedachte is, dat de pers toch altijd vijandig over Trumps Witte Huis zal schrijven. Maar al dat gelieg brengt hen wel in de problemen, want het gevolg is, dat journalisten een verhaal niet meer in de prullenbak zullen gooien als het Witte Huis ronduit zegt dat het niet waar is. Het kan dan de moeite waard zijn, om toch verder te spitten.

En in de baaierd van leugens en halve waarheden die uit de omgeving van Trump opstijgt is er één wel heel opvallend: dat Trump een hekel aan de pers zou hebben. Van negatieve verhalen houdt hij natuurlijk niet, en hij schijnt regelmatig woedend te schreeuwen tegen een tv-scherm waar CNN op te zien is. Maar als hij een politieke tegenslag krijgt, weet hij de journalisten van de Washington Post of de New York Times maar al te goed te vinden om ze uit te leggen dat hij toch aan het winnen is. Dat hij ze allemaal fake news vindt, is dus gewoon niet waar. Maar het deed het weer goed in Harrisburg.