Direct naar artikelinhoud
Column

Vluchtelingenkampen mag je niet met concentratiekampen vergelijken

Leonie Breebaart

Met 4 mei in het vooruitzicht herinnerde ik me een ruzie van jaren geleden tijdens een feestelijk bedoelde maaltijd. 

Het gesprek kwam op de Jodenvervolging, waarbij een van de disgenoten, die ik kende als een hartelijke en fatsoenlijke vrouw, opmerkte dat ‘Joden toch ook wel anders waren’. 

Alsof dat reden genoeg was miljoenen Europeanen de dood in te drijven. Met de sfeer kwam het niet meer goed, maar wat me langer bezighield: hoe kon een fatsoenlijk mens zoiets zeggen? Met haat tegen Israël of met onversneden antisemitisme had haar opmerking weinig te maken. 

Ik geloof eerder dat er sprake was van wat 'blaming the victim' genoemd wordt. Als je niet wilt geloven dat de mens tot zinloos kwaad in staat is, moet het slachtoffer wel reden gegeven hebben.

Niemand geloofde in het bestaan van een concentratiekamp totdat ze er plotseling middenin stonden
Bettina Stangneth, filosoof

Het kwaad erkennen en begrijpen is moeilijk, schrijft de Duitse filosofe Bettina Stangneth in haar net verschenen boek ‘Het kwade denken’. Moord die niets anders wil dan moord is nog altijd moeilijk voorstelbaar, en dat was vóór de oorlog nog sterker het geval, schrijft Stangneth. 

Geweld was in de Duitse geschiedenis niets nieuws, maar dit was geweld van een andere orde. “Zo leek het idee van een concentratiekamp dat slechts gebouwd werd en diende om te doden, dus om zinloosheid voort te brengen, zo’n onvoorstelbare idiotie dat niemand in het bestaan ervan geloofde totdat ze er plotseling middenin stonden.”

Inmiddels weten we dat het bestond, zo’n kamp dat bedoeld was om mensen te vernietigen, en daarom zou geen enkele Europeaan die historische realiteit nog mogen wegdenken, niet met een ‘Joden zijn toch ook anders’ en zelfs niet met goedbedoelde vergelijkingen van situaties die ook heel erg zijn en dus ook best ‘concentratiekamp’ genoemd mogen worden.

Tekst loopt door onder afbeelding. 

De poort van concentratiekamp Auschwitz.

Vluchtelingenkampen

Tot die laatste soort behoort de vergelijking met de huidige vluchtelingenkampen op Lesbos, waar de paus zich vorig weekend aan schuldig aan maakte.

Het was natuurlijk goedbedoeld. Franciscus wilde aandacht voor de mensonterende omstandigheden van de vluchtelingen op Lesbos, die op een veel te kleine oppervlakte, en dus ‘geconcentreerd’, gevangen worden gehouden.

Wie dat verschil in kwaadaardigheid verzwijgt, schoffeert de nabestaanden van de Holocaust

Maar goede bedoelingen maken de uitspraak niet minder pijnlijk, want Lesbos is niet wat Europa sinds 1945 verstaat onder een concentratiekamp. Anders dan het woord strafkamp, dat veel algemener wordt ingezet, associëren Europeanen het woord concentratiekamp sinds de Tweede Wereldoorlog met de kampen waar Joden en andere vervolgden samengedreven werden met het oog op vernedering en slavernij, als het al niet de uitdrukkelijke bedoeling was om iedereen die niet werken kon (bejaarden, kleuters) te vermoorden, zoals in de vernietigingskampen gebeurde.

In de Griekse vluchtelingenkampen heersen mensonterende omstandigheden, maar de bewoners worden er niet vastgehouden óm slavenarbeid te verrichten of óm vernederd dan wel gedood te worden. Wie dat verschil in kwaadaardigheid verzwijgt, schoffeert de nabestaanden van de Holocaust. Wie de associaties die het woord concentratiekamp in Europa nog altijd oproept simpelweg niet aanvoelt, doet ongetwijfeld onbedoeld hetzelfde.