De Duitse minister Sigmar Gabriël was het duidelijkst: stopzetting zou volgens hem een volstrekt verkeerd signaal zijn en Turkije ''richting Rusland duwen’’. Het zou niets in Turkije veranderen en de mensen daar niet helpen, aldus Gabriël. Hij pleitte er, gesteund door meerdere collega's, wel voor de relatie anders vorm te gaan geven.
Tal van ministers, onder wie Bert Koenders, zeiden het belangrijk te vinden dat de Europese Commissie gaat analyseren of Turkije nog wel kan voldoen aan de toetredingscriteria als president Erdogan meer macht krijgt, waar de bevolking onlangs in een referendum mee instemde. Ook EU-buitenlandchef Federica Mogherini benadrukte dat.
Strategische partner
Het is duidelijk dat er ''ernstige zorgen'' zijn over de democratie en mensenrechten in Turkije, aldus Koenders. ''Maar het is een belangrijke strategische partner, daarover bestaat geen twijfel’’, doelde hij op onder meer Syrië en terrorismebestrijding.
Koenders memoreerde dat de ministers eerder al hadden vastgelegd dat de onderhandelingen al tijden stilliggen. Oostenrijk bleef de enige lidstaat die er definitief de stekker uit wil trekken.
De Turkse minister van Buitenlandse Zaken Mevlüt Çavusoglu, die ook mocht aanschuiven, sprak van een ''uitgebreide uitwisseling van standpunten’’.