Het menselijk genetisch materiaal is gevonden in puin uit grotten in onder meer Kroatië, België, Rusland en Frankrijk.
Tot nu toe waren wetenschappers alleen in staat om het DNA van primitieve mensensoorten uit opgegraven botten en tanden te halen.
Dat melden onderzoekers van het Max Planck Instituut in Leipzig in het wetenschappelijk tijdschrift Science.
Zoogdieren
De wetenschappers speurden naar genetisch materiaal in grotten waarvan al langer bekend is dat er ooit Neanderthalers in leefden. Ze verzamelden monsters van grotpuin op zeven plekken waar eerder archeologische opgravingen zijn verricht.
In hun laboratorium vonden de onderzoekers met behulp van een nieuwe techniek mitochondriaal DNA van verschillende zoogdieren in de monsters uit de verschillende grotten. Het genetisch materiaal bleek afkomstig te zijn van onder meer de wolharige mammoet, de holenbeer en hyena’s. Acht stukjes DNA bleken afkomstig te zijn van primitieve mensen.
Denisovamens
In de meeste gevallen ging het om DNA van Neanderthalers, maar in een van de monsters werd ook genetisch materiaal aangetroffen van de Denisovamens, een primitieve mensensoort waarvan tot nu toe alleen enkele vingerkootjes en tanden zijn gevonden. Het genetisch materiaal uit het grotpuin is het oudste stukje DNA dat ooit is gevonden van Denisovamens.
De nieuwe techniek om DNA te winnen uit gesteentes maakt het mogelijk om beter te onderzoeken waar primitieve mensensoorten hebben geleefd. Wetenschappers zijn niet langer afhankelijk van de vondst van botten en tanden.
"Het is geweldig om te zien dat je een hele hoop DNA van primitieve mensen kunt halen uit puin in grotten", verklaart onafhankelijk onderzoeker Michael Bunce op nieuwssite Nature.