Onderzoekers van de Universiteit van Utrecht concluderen dat op basis van een onderzoek bij vierhonderd ondernemingen uit het Verenigd Koninkrijk en Duitsland.
De wetenschappers legden de bestuurders van de ondernemingen verschillende innovatieprojecten voor en vroegen ze welke projecten ze het meest en minst waarschijnlijk zouden uitvoeren.
Uit de antwoorden kwam naar voren dat de subsidies vaak geen effect hadden op de beslissing om wel of niet te gaan samenwerken. Een kwart van de ondernemingen werkte al samen met andere bedrijven en verklaarde dit te blijven doen, ongeacht subsidies.
Financiële steun
De helft van de bestuurders zei wel open te staan voor samenwerkingen, maar liet zich niet beïnvloeden door de financiële steun.
De onderzoekers wijzen erop dat in Nederland 55 miljoen euro is gereserveerd voor de mkb-innovatiestimulering Regio en Topsectoren (MIT) en dat in Europees verband er 1,1 miljard euro is voor de Eurostarregeling.
Innovatie
"Het is prachtig dat er veel geld wordt uitgegeven aan innovatie, maar de bestaande regelingen zijn vooral interessant voor bedrijven die toch al samenwerken”, aldus hoofdonderzoeker Frank van Rijnsoever. “Het aantal samenwerkende bedrijven zal door dit soort subsidies dus niet drastisch toenemen."
Hoewel de organisaties afkomstig waren uit het Verenigd Koninkrijk en Duitsland, is het onderzoek ook toepasbaar op Nederland, zegt Van Rijnsoever. "Het Nederlandse systeem zit tussen het Duitse en het Engelse in. Verder zijn er nauwelijks verschillen in uitkomst tussen de twee onderzochte landen. Hierdoor kunnen we resultaten breder trekken met vergelijkbare landen naar Nederland, maar ook bijvoorbeeld naar Ierland, of Luxemburg."