Direct naar artikelinhoud

Cao-lonen profiteren van opbloeiende economie

Met dank aan de opbloeiende economie gaan de cao-lonen sneller omhoog dan veel mensen zich kunnen herinneren. Vooral in het onderwijs en bij de overheid is de stijging fors.

Leerlingen van het Oosterlicht College in Vianen beoordelen met een app hun leraar.Beeld Marcel van den Bergh/de Volkskrant

De stijging van de cao-lonen is in bijna zeven jaar niet zo hoog geweest als in het derde kwartaal van dit jaar. Ten opzichte van vorig jaar zijn de lonen gemiddeld met 2,1 procent gestegen. Het verschil met de inflatie is in dertig jaar niet zo groot geweest, zo heeft het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) donderdag bekendgemaakt.

De loonontwikkeling duidt erop dat het al langere tijd beter gaat met de economie. 'De werkloosheid loopt sinds anderhalf jaar langzaam terug, het aantal vacatures neemt weer langzaam toe. Daarmee zet het herstel op de arbeidsmarkt door', zegt arbeidseconoom Bas van der Klaauw van de Vrije Universiteit van Amsterdam. 'Werknemers hebben dan weer iets te eisen, nadat de afgelopen jaren de werkgevers vooral aan zet zijn geweest.'

Opvallend zijn de uitschieters in het onderwijs en bij de overheid, met loonstijgingen van 3,1 tot 4,5 procent. Ambtenaren en leerkrachten maken daarmee een inhaalslag nadat ze na het uitbreken van de crisis in 2008 vrijwel meteen op de nullijn waren gezet.

Toch gaat de vlag daar niet uit. Leerkrachten en ambtenaren betalen de loonsverhoging voor ongeveer de helft zelf, zegt Douwe van der Zweep van de Algemene Onderwijsbond (AOb). 'We bouwen minder op voor ons pensioen. Als je dat verschil eraf haalt stijgen onze lonen net zo veel als in andere sectoren. Daarmee hebben we de achterstand doordat we er jarenlang niets bij hebben gekregen nog lang niet ingehaald. Dat scheelt zeker 10 procent.'

Tekst gaat verder onder afbeelding.

We bouwen minder op voor ons pensioen
Cao-lonen profiteren van opbloeiende economie
Beeld de Volkskrant

Al sinds het derde kwartaal van 2014 stijgen de cao-lonen sneller dan de inflatie. Sinds het tweede kwartaal van 2015 is het verschil steeds groter geworden, onder meer doordat de inflatie naar nul daalde. Het verschil tussen de cao-loonstijging en de inflatie was voor het laatst zo groot in 1986, aldus het CBS. Ook in dat jaar was de inflatie laag.

Doordat er vrijwel geen inflatie is levert de loonstijging werknemers dus ook reële winst op en kunnen ze meer kopen voor hun verdiende euro's. Los van de aantrekkende economie speelt ook de inflatie een rol bij de loonstijging, zegt cao-deskundige Henk Strating. 'Het is vrij normaal dat er een inflatie is van 1,5 tot 2 procent. Het beleid van de Europese Centrale Bank is er ook op gericht de inflatie weer op dat niveau te krijgen. Al lukt dat nog niet, cao-onderhandelaars houden er wel degelijk rekening mee dat de inflatie weer gaat stijgen. Wat dat betreft is een loonstijging van 2 procent dus eigenlijk heel normaal. Maar dat zijn we in Nederland ook zo gewend.'

Dat de financiële sector met 0,8 procent onderaan bungelt als het om loonontwikkeling gaat, verbaast niemand. 'Daar zien we de ene na de andere ontslagronde', zegt Van der Klaauw. 'Het was ook een sector waar de lonen, voordat de crisis uitbrak, gemiddeld genomen heel hoog waren. Het is en blijft altijd een kwestie van vraag en aanbod.'

Ongeveer 80 procent van de werknemers valt onder een cao. Dat zijn iets meer dan 6 miljoen werknemers.

Het is vrij normaal dat er een inflatie is van 1,5 tot 2 procent