Kerken Turkije zeggen ‘nee’ tegen Erdogan
Istanbul
Op de laatste dag voor het referendum over de grondwetswijziging doen campagnevoerders er alles aan om Turken naar de stembus te krijgen. Dat is nodig, want het belooft een nek-aan-nekrace te worden. In de laatste peilingen staat het ja-kamp op lichte voorsprong. De straten van Istanbul hangen vol vlaggen en vanuit campagnetenten klinkt muziek. Kerken in Turkije zijn tegen het referendum.
Op een van de pleinen in Kadiköy waar campagne gevoerd wordt, staat de Armeense kerk. Binnen is het een oase van rust. In de kerk worden voorbereidingen getroffen voor Pasen. Maar op paaszondag is de eerste gang naar de stembus. ‘Armeense christenen stemmen ‘nee’’, zegt Arno Kalayci, lid van de Armeense organisatie Nor Zartonk. De discriminatie tegen christelijke minderheden is volgens hem toegenomen onder de regerende AK-partij.
De Armeense politieke organisatie Nor Zartonk voerde in de afgelopen weken een nee-campagne. Protestantse kerken in Turkije houden zich in de aanloop naar het referendum op de achtergrond. Soner Tufan, woordvoerder van de Association of Protestant Churches, geeft aan dat de kerken zich niet collectief uitspreken. ‘We willen als vereniging de keuze van de kiezer niet beïnvloeden. Wel is er een aantal kerkleiders binnen de protestantse kerken dat in kerken oproept ‘nee’ te stemmen. De meeste protestantse christenen zijn tegen het referendum.’
onder druk
De uitkomst van het referendum baart Soner Tufan geen zorgen. Volgens hem zal een ‘ja’ of ‘nee’ in praktijk niet veel aan de macht van Erdogan veranderen. Maar de recente uitspraak van Erdogan om na zondag het kandidaat-lidmaatschap van de Europese Unie te herzien, beangstigt hem. ‘Kerken hebben de EU nodig. Zolang Turkije wil toetreden, blijven we praten over democratie, vrijheid van meningsuiting en vrijheid van religie. Als de banden verbroken worden, zal Turkije zich ontwikkelen tot een radicaal islamitisch land.’ Tufan benadrukt dat dit niet alleen gevolgen heeft voor christenen in Turkije: ‘Iedereen die een tegengeluid laat horen, komt in de problemen; of dat nu journalisten zijn, Koerden, seculieren of religieuze minderheden. De democratie zal langzaam verdwijnen in Turkije.’
Het toenemende autoritaire gedrag van de overheid maakt dat ook Armeniërs hun steun aan Erdogan intrekken. Toen de AK-partij in 2002 aan de macht kwam, waren de Armeniërs hoopvol, zegt Arno Kalayci. De overheid sprak over gelijkheid en de situatie van minderheden in Turkije verbeterde. ‘Inmiddels weten we dat dit een façade was. Turkije wilde toetreden tot de EU en liet daarom dit gezicht zien. Zodra bleek dat toetreding niet succesvol was, veranderde deze houding.’
Volgens Kalayci neemt de islamitische beïnvloeding vanuit de overheid toe. ‘Eind maart zei AK-parlementariër Hayrettin Çakmak: “We drukken een ‘ja’ erdoorheen. En we slaan daarmee de gâvor.” Dat is een Turks woord voor ‘ongelovigen’, mensen die niet in het referendum geloven. Maar de term wordt in Turkije ook gebruikt voor christenen. Armenen in Turkije zijn de laatste jaren angstiger geworden.’ Als voorbeeld noemt Kalayci de moorden op Turken met een Armeense achtergrond: journalist Hrant Dink, Maritsa Küçük, Sevag Balikçi en priester Santoro.
oneerlijke campagne
Dat in Turkije steeds minder ruimte komt voor een tegengeluid, bleek ook tijdens de campagne. Het nee-kamp ondervond veel hinder de afgelopen weken. De noodtoestand, uitgeroepen na de mislukte coup op 15 juli vorig jaar, draagt hieraan bij. Waar het ja-kamp alle ruimte krijgt voor het campagnevoeren, worden tegenstanders gehinderd. Op elk moment kunnen demonstraties afgeblazen worden. Willekeurige campagnevoerders zijn opgepakt. ‘Te onveilig’, draagt Soner Tufan als reden aan waarom weinig christenen actief campagne hebben gevoerd. Mensen zijn volgens hem bang zich publiekelijk uit te spreken.
Toch zijn er aan beide kanten inmiddels veel campagnevoerders op de been. Campagne voeren gebeurt op centrale plekken, zoals bij de veerbootstations in de wijken Kadiköy en Usküdar, aan de Aziatische kant van Istanbul. Bijna elke campagnetent heeft een eigen muziekbox. Die lijken met de dag groter te worden.
Muziek is een belangrijk instrument tijdens de campagne. Dezelfde liederen klinken al wekenlang door de stad. Een laagdrempelige manier van campagnevoeren, want de teksten beklijven.
Daarnaast zijn er door de straten heen subtiele signalen zichtbaar. Posters, hoe klein ook, met het woord ‘hayir’ (Turks voor ‘nee’). Stempels op de stoeptegels. Vlaggen in straten met het woord ‘evet’ (‘ja’). Op sociale media gaan foto’s rond van Turken die op allerlei creatieve manieren campagne voeren. Zoals mannen in de moskee die het woord evet uitbeelden. En een vrouw die in haar groentestalletje met komkommers het woord hayir maakt. Het brengt lucht in een zware campagnestrijd. <
Turken kiezen zondag tussen de invoering van een presidentieel systeem of het behoud van het parlementaire systeem. Met het invoeren van een presidentieel systeem wil de overheid de bureaucratie in Turkije tegengaan en processen versnellen. Tegenstanders betogen dat er te veel macht in handen komt van één man, en dat deze macht ten koste gaat van het parlement en de rechterlijke macht. Tegenstanders maken zich daarnaast zorgen over de status van de democratie in Turkije.
In 2014 werd Recep Tayyip Erdogan (63) president van Turkije. Het presidentschap is een ceremoniële functie in Turkije, maar Erdogan slaagde erin meer macht naar zich toe te trekken. Met de invoering van een presidentieel systeem wil hij deze macht verankeren in de grondwet. De president wordt niet alleen staatshoofd, maar ook hoofd van de regering. Daarnaast mag de president tot een partij blijven behoren. Erdogan kan met het nieuwe systeem in potentie tot 2029 aan de macht blijven.