Direct naar artikelinhoud
politiek

Ploumen: versnipperd hulpbeleid had focus nodig

Minister Lilianne Ploumen (ontwikkelingssamenwerking).

Veel van de kritiek op de modernisering van het Nederlandse ontwikkelingshulpbeleid is niet terecht. Dat stelt minister voor buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Lilliane Ploumen in een reactie op een rapport van de interne evaluatiedienst op het ministerie IOB.

Het IOB stelde dat het kabinet Rutte-I met veel haast en weinig coördinatie besloot met nog maar vijftien landen op vier thema's samen te werken, terwijl er ook nog eens 800 miljoen euro bezuinigd werd. Als dat niet was gebeurd hadden er bijvoorbeeld 30.000 klaslokalen extra gebouwd kunnen worden en waren er 12.000 mensenlevens gered.

Die getallen zijn volgens  Ploumen gebaseerd op een 'wat-als redenering' die mank gaat. De berekening is zonder onderzoek ter plaatse gemaakt op basis van modellen die becijferen hoeveel gezondheidszorg een euro aan hulpgeld oplevert. Dan wordt er gekeken hoeveel mensenlevens voor het bezuinigde bedrag gered hadden kunnen worden.

Kort door de bocht
"Het is te kort door de bocht om alleen te kijken naar in het verleden behaalde resultaten, zonder rekening te houden met hoe het de landen in werkelijkheid is vergaan." Als voorbeeld noemt Ploumen Tanzania, een van de landen waarmee Nederland de hulprelatie afbouwde. "Tussen 2008 en 2015 is er zo'n tweederde meer geld gekomen voor gezondheidszorg per inwoner van Tanzania."

Dat komt door bijdragen van andere donoren en hogere zorguitgaven van de Tanzaniaanse overheid. Ploumen verdedigt ook de keuze om met minder landen samen te werken. Die keuze kwam voort uit een advies van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbesluit in 2010 waarin stond dat het Nederlandse ontwikkelingsbeleid teveel versnipperd was geraakt.

Afbouwen
Maar de beëindiging van de relatie met Burkina Faso ging wel te abrupt, zo erkende de minister eerder als reactie op de kritiek van het IOB. Voor het afbouwen van de hulprelatie met Indonesië, Kenia en Ghana neemt het ministerie daarom tot 2020 de tijd.

Ook de keuze om het hulpbeleid tot een aantal thema's te beperken verliep niet altijd vlekkeloos. Volgens Ploumen konden landen in veel gevallen andere financiering vinden, maar op het gebied van onderwijs en gezondheidszorg lukte dit niet altijd. Toch was de Nederlandse keuze logisch, zo stelde topambtenaar Reina Buijs deze week in het vakblad One World. Naast de wens om versnippering van beleid tegen te gaan moest er ook simpelweg bezuinigd worden. Omdat Nederland al sinds de jaren negentig actief was op het gebied van seksuele gezondheid werd er besloten die kennis te behouden ten koste van aandacht voor algemene gezondheidszorg.

Het is te kort door de bocht om alleen te kijken naar in het verleden behaalde resultaten
Minister Ploumen, ontwikkelingssamenwerking

Lees ook

Geselecteerd door de redactie