Opinie

Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Koningshuis

Dit krijgt de koning nooit meer terug

Jutta Chorus

In 2012 begon de beëdiging van het kabinet tien minuten vroeger dan gepland, waardoor de NOS de ceremonie miste. Die moest over. Tussen de eerste en de tweede versie van de beëdiging bleef de microfoon openstaan. Daardoor kreeg de kijker een uitzonderlijke blik achter het masker van koningin Beatrix.

„Het moet opnieuw”, hoorde je de directeur van de Rijksvoorlichtingsdienst roepen.

„Wat”, zei Beatrix. „Niet hoor. Dan wordt het een toneelstukje.”

Het verschil tussen protocol en toneel – zij kende het als geen ander. Een half jaar daarvoor was een voorstel van D66 om de Tweede Kamer na de verkiezingen zelf de informateur te laten aanwijzen met meerderheid van stemmen aangenomen. Het staatshoofd stond buitenspel.

Hoe vond Beatrix dat? Ik bel enkele vrienden van haar en functionarissen die haar van dichtbij meemaakten. „Ze zag enorm op tegen kabinetsformaties”, zegt een van hen, die vergen uiterste concentratie. Zij moest het proces bewaken. Daar was zij goed in: bedenken wat in het belang van het land is.

Bij de genade van informateur Schippers wordt Willem-Alexander deze weken af en toe geïnformeerd. De koning zelf deed er, vlak voor hij werd ingehuldigd, luchtig over. Hij had geen probleem met een meer ceremoniële rol, zei hij in een tv-interview. „Zelfs lintjes knippen, het ultieme symbool van het ceremonieel koningschap, kan heel inhoudelijk zijn.”

In 2012 zagen we een blitzformatie, waarbij Samsom en Rutte elkaar in de armen vielen zonder bemoeienis van het staatshoofd. „Was zij er nog bij betrokken geweest, dan had Beatrix zeker scherp doorgevraagd hoe de heren dachten de overheveling van het zorgbudget naar de gemeenten binnen een jaar te organiseren”, zegt een ingewijde.

In Met het oog op morgen hoorde ik Herman Tjeenk Willink, voormalig vicepresident van de Raad van State, onlangs zeggen dat er met die stille revolutie „een partijpolitisering heeft plaatsgevonden die ik betreurd heb”. Het maakt uit, zei hij, of het staatshoofd zegt: de grootste gemene deler bepaalt dat ik deze informateur aanwijs, of dat de leider van de grootste partij zegt: ik had gedacht aan mevrouw Schippers. Een bezoek aan het paleis waar iedereen afzonderlijk wordt ontvangen, die rite de passage, zei Tjeenk Willink, tilt het proces even uit boven de „partijpolitieke groef”. Dat werkt kalmerend.

De staatsrechtelijke opruimwoede van D66 en de vrijgevigheid van de nieuwe koning hebben een onvervangbaar element uit de formatie verwijderd. En het was geen persoonlijk bezit van Willem-Alexander, maar onderdeel van het staatsrecht. Alles wat een koning weggeeft, krijgt hij niet meer terug. Ik denk aan Amalia met haar scherpe blik. Zij zal nooit aan formeren toekomen.

Jutta Chorus (Twitter @juttachorus) schrijft op deze plek een wisselcolumn.