Direct naar artikelinhoud

Extra geld voor ouderenzorg komt er, maar pas na de formatie

Verzorgingshuis in Groningen.

Er komt op korte termijn geen extra geld voor de verpleeghuizen. De vier partijen die net deze week zijn begonnen aan de kabinetsformatie, wachten liever om het extra geld in één keer te kunnen regelen in een regeerakkoord.

Dat bleek vandaag  bij het eerste plenaire debat dat de nieuwe Tweede Kamer voerde. Dat debat ging over de zorg. “Net als het laatste debat vóór de verkiezingen”, stelde demissionair staatssecretaris Martin van Rijn (PvdA) vast. “Dat zegt wel het nodige.”

De urgentie is bekend, ook aan de informatietafel.
Kamerlid Pia Dijkstra van D66

De Kamer debatteerde over de vraag of er nu meteen al extra geld voor de verpleeghuizen op tafel kan komen. PvdA, PVV en SP vinden dat logisch. “Als we wachten, zou dat toch wel ernstig zijn”, zei PvdA-Kamerlid Henk Nijboer. Omdat zijn partij heeft gekozen voor de oppositie, heeft hij geen last van afspraken over de kabinetsformatie.

Verkiezingsbeloftes

De PvdA hoeft in haar nieuwe rol in de Tweede Kamer niet langer het eigen beleid te verdedigen. Henk Nijboer daagde bij herhaling de vier partijen uit: “Er is kamerbreed gezegd dat er ten minste 300 miljoen nodig is voor de ouderenzorg. Maar de formatie gaat voor?” Hij doelde op de verkiezingsbeloftes. Alle partijen hebben extra geld voor de ouderenzorg beloofd, sommige tot wel twee miljard euro.

Volgens VVD, CDA, D66 en GroenLinks is het beter om het onderwerp te regelen in een regeerakkoord, waar het hoe dan ook onderdeel vanuit zal maken. “De urgentie is bekend, ook aan de informatietafel”, verdedigde Kamerlid Pia Dijkstra van D66 de beslissing. Het extra geld komt er, beloofde ze.

De enige partijen die wel meteen extra geld willen regelen, zijn naast de PvdA de SP en de PVV. Want het kabinet is demissionair en kan zelf niet met voorstellen voor nieuwe uitgaven komen. De Kamer moet het doen.

Zowel de SP als de PVV maakten zich boos dat de PvdA nu om extra geld vraagt. Het nieuwe SP-Kamerlid Lilian Marijnissen noemde staatssecretaris Martin Van Rijn ‘een beetje een brokkenpiloot’. “Zijn rekenmachine was belangrijker dan liefdevolle aandacht voor onze ouderen”, zei Marijnissen.

Vanuit het ministersvak reageerde staatssecretaris Van Rijn direct: “Ik was piloot, in moeilijk weer. Zoals anderen er voor kiezen om stuurman of stuurvrouw aan de kant te zijn.”